Camperen met de motor

Door Marja van Kampen (tekst) Remco Dodde en Marjan Gredt (foto's)

Remco Dodde en Marjon Gredt combineren al vele jaren hun twee grootste passies: motorrijden en camperen. En dat gaat perfect samen.

Remco Dodde (53) en zijn vrouw Marjon Gredt (56) uit Schiedam zijn fervente motorrijders te zijn, dus is het snel duidelijk wat er in die geheimzinnige aanhanger zit. “Ik rijd op een BMW R1200R en mijn man op een BMW K1600GTL”, zegt Gredt, niet beseffend dat dit voor buitenstaanders abacadabra is. “Je moest eens weten hoeveel mensen vragen wat daar in zit”, zegt Dodde “en wat ze raden! Het grappigste vond ik een Engelse dame die met een stijve bovenlip constateerde dat het een prima caravan voor haar schoonmoeder zou zijn.”

Camperen Met De MotorOp de standplaats staan de motoren klaar voor vertrek.

Intussen popelen wat toegestroomde omstanders om de motoren te zien. Het is verbazingwekkend om te zien hoe Dodde met een mover – een prachtuitvinding – heel makkelijk de zware trailer verplaatst. “Wij hebben de Woodford uit Engeland geïmporteerd, geheel aangepast aan onze wensen om twee zware motoren mee te kunnen vervoeren”, legt hij uit. “Standaard is de trailer geschikt voor een kleine auto of racewagen met een gewicht tot 1.700 kilogram.” Als eindelijk de klep opengaat en de motoren eruit gereden worden, ontbreekt eigenlijk enkel een begeleidend muziekje.

Als de wagen is geopend, kunnen de motoren er makkelijk uitrijden.

Hymer Car buscamper

Over de vraag wat hun grootste passie is: de motoren of de Hymer Car, hoeven Dodde en Gredt niet lang na te denken: de motoren natuurlijk. “Wij rijden al 25 jaar motor, eerst samen op een motor met een tentje op vakantie, daarna elk op een eigen motor. Naar het Zuiden met een tent, maar in het Hoge Noorden wilden wij de luxe van een hotel.” Hoe deze fraaie Hymer Car in het geheel past? De twee kijken elkaar snel aan en Dodde neemt het woord. “Ik kreeg last van mijn knieën en dat in en uit een tentje kruipen begon me te irriteren. Twee jaar geleden hebben wij deze camper aangeschaft, eigenlijk alleen om motor te kunnen blijven rijden. Maar ik moet ook toegeven dat de vaste bedden heel goed bevallen. En vergeet het koude bier uit de koelkast niet. Wij voelen ons nog geen echte camperaars, maar ja, wij zijn nog maar pas bezig.”

Camperplaats of camping?

Op de vraag of ze ook wel eens op camperplaatsen gaan staan, schudden ze hun hoofd. “Met onze aanhanger is het sowieso veiliger op een camping, maar wij willen ook luxe. En ’s avonds barbecueën, dat kan niet altijd op een camperplaats.” En welk gebied is favoriet voor het motorrijden en waar mag de camper dan staan? “Met de motor rijden we heel graag op kronkelige bergwegen en we mijden snelwegen. Die nemen wij met de camper en aanhanger”, zegt Dodde. "Afgelopen augustus en september waren wij in Midden-Italië, de Dolomieten. Het weer werd er slechter en toen zijn wij naar Zuidoost-Frankrijk uitgeweken”, vult Gredt aan. “Over het algemeen staan wij drie tot zes nachten op een camping en gaan we twee tot vijf dagen met de motoren op pad in de omgeving. Wij rijden zo snel mogelijk van de ene naar de andere camping. Zo hebben wij de afgelopen jaren de Alpen, de Pyreneeën, de Alpes-Maritimes en de Picos de Europa bedwongen.” De twee hebben een voorkeur voor het voor- en naseizoen en ze gaan dan vier weken op pad.

Stoppen voor een uitgebreide lunch tijdens een toertocht.

Ongelukken

Ongelukken hebben ze gelukkig nog niet veel gehad. Afkloppen dus. “Wij hebben uitstekende zomer- en wintermotorpakken, dé optimale bescherming en we zijn heel zuinig op onze helmen”, zegt Dodde. “Die mogen zelfs tijdens het reizen met de camper in ons bed slapen, om stoten tegen te gaan. Wel heb ik vijf jaar geleden twee weken in een Frans ziekenhuis gelegen, nadat ik onderuit was gegaan. We waren met honderd kilometer per uur tegen elkaar gebotst toen Marjon inhield en ik heel even was afgeleid voor de navigatie. Ik rijd altijd achter, zodat ik kan waarschuwen als er te haastige automobilisten achter ons zitten. We kunnen namelijk onderweg met elkaar communiceren. Over het algemeen rijd ik defensief en rustig, maar een ongeluk zit in een piepklein hoekje.”

Happy in de camper

Hoe denken ze over groepen van tientallen motoren die in de weekends bijvoorbeeld door de Eifel of het Zwarte Woud racen met super veel herrie? “Wij schamen ons daar gewoon voor”, zegt Gredt. “Zo krijg je dat dorpen of gebieden een verbod gaan instellen voor motoren. Wij vragen ons af hoe lang dit zo door kan gaan. In Italië zijn bijna net zoveel motoren als auto’s, daar wordt het ook niet leuker op. Motorrijden moet geen slecht imago krijgen.” Het is de ultieme ontspanning en dat willen de twee nog wel tien of twintig jaar kunnen doen.

Met de camper? Ze lachen, begrijpen de vraag. “Natuurlijk is dat ook ontspanning, maar bij ons gaat het toch in de eerste plaats om het motorrijden. Bij droog weer en zo’n 20 graden begint het te kriebelen en willen we de motor pakken, maar als het regent of kouder is, voelen wij ons ook zeer happy in onze campertje.” Even na het gesprek is een prachtig zwaar brommend geluid te horen, je voelt het aan je voetzolen. De machines worden gestart. Zullen wij maar gaan fietsen?, stel ik mijn lief voor. Ieder zijn avontuur.

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 3 2015.