Gasgebruik in de camper

Bij het omgaan met toestellen die gas gebruiken is veiligheid van primair belang. Daarom gelden er verschillende regels rond gasgebruik in de camper.

 

Bij lekkages aan de gasinstallatie is er altijd kans op brandgevaar. Het gasluchtmengsel in de omgevingslucht is bij een gasaandeel van 2%-10% brandbaar. Aan de randen van een gaswolk is het altijd mogelijk het gas met een of andere ontstekingsbron tot ontbranding te brengen. Het uitstromend gas verdrijft zuurstof. Naast brandgevaar is er ook verstikkingsgevaar. Uitstromend gas is aan zijn typische geur te herkennen.

Gaskeuring

Bij de APK-keuring worden naast het hoofdbrandstofsysteem van de basisauto ook andere brandstofsystemen gecontroleerd. Dat is bijvoorbeeld de gasinstallatie voor huishoudelijke toepassing in de camper. Er wordt gecontroleerd op lekkage en beschadiging van de drukhouder(s).

In bijvoorbeeld Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland was een tweejaarlijkse G607 gaskeuring verplicht voor verkrijging van de 'APK'. In Duitsland is de verplichting voor deze keuring als onderdeel van de 'APK' inmiddels opgeheven. Echter de algemene verplichting voor een tweejaarlijkse keuring G607 bestaan daar nog wel. Het kàn zijn dat een camping naar een G607 keuring vraagt, maar voor zover ons bekend is dat eigenlijk voor Nederlandse campers niet verplicht aangezien als ze wel aan de Nederlandse wetgeving voldoen. Maar misschien is het lastig de eigenaar daarvan te overtuigen. Daarom kan het handig zijn de keuring toch in Nederland te laten uitvoeren bijvoorbeeld bij diverse Bovag bedrijven. Dat geeft je tevens de zekerheid voor jezelf dat de gasinstallatie weer tiptop en veilig is.

Tip: laat de gasinstallatie elke twee jaar keuren door een gespecialiseerd bedrijf.

 

Gasflessen

De gasflessen die in Europa worden gebruikt voor het vullen, het vervoer en het huishoudelijk gebruik van gas, zijn feitelijk ‘transporteerbare drukvaten’. Het is een verpakkingsvorm waarvoor specifieke eisen gelden.

De gasflessen hebben onder meer het keurmerk π (pi) en een keuringsinterval van 10 of 15 jaar. Op de ‘schouder’ of op de ‘kraag’ van de gasfles staat dit te lezen. 

Regels gasflessen vullen

De gasflessen in de camper moeten bijgevuld worden door professionals in een speciaal vulstation. Je mag het vanwege veiligheidsredenen niet zelf doen bij een benzinestation langs de weg. 

Ook voor de dampgastank voor LPG, die wel uitgerust is met een 80% vulbeveiliging, geldt dat deze in Nederland niet gevuld mag worden bij een tankstation.

Informatie over het vullen van gasflessen en dampgastanks vind je op deze pagina.

 

Veiligheidsnormen

De meeste campers hebben een gasinstallatie die geschikt is voor koken, koelen en verwarmen. De camperfabrikanten installeren de installaties op basis van internationale industrienormen en Europese richtlijnen.

Dat geldt ook voor de kachels, koelkasten, boilers en kookfornuizen en voor de opslagsystemen van gas. De voorschriften garanderen een veilig gebruik van de gasinstallatie.

De installatie voor huishoudelijk gebruik van gas in de Europese camper voldoet aan de Industrienorm NEN-EN 1949:2018. Deze norm is opgenomen in de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 2577.

De gasinstallaties die volgens deze voorschriften zijn geïnstalleerd zijn brandveilige installaties. De toezichthoudende instanties, zoals de brandweer en politie, controleren op basis van deze voorschriften de gasinstallaties.

Niet Europees gestandaardiseerd

Dat de gasinstallatie aan allerlei Europese veiligheidsnormen voldoet, wil helaas nog niet zeggen dat het vullen van de gasflessen in heel Europa ook gestandaardiseerd is. In Duitsland, België en Nederland worden dezelfde soort flessen gebruikt en in veel landen kunnen ze wel worden gevuld. Maar in Frankrijk weigert men flessen te vullen die niet in Frankrijk zijn gekocht en ook in Noorwegen en Spanje is het een probleem.

Gasslang

In geen enkel wettelijk voorschrift of industrienorm is de levensduur van de gasslang bepaald. Alleen de fabrikant van de gasslang bepaalt feitelijk de gebruiksduur van de gasslang. Nadat de gasslang overeenkomstig de industrienorm is gefabriceerd en op basis van normen is gemonteerd, moet deze gedurende de gebruiksperiode in deugdelijke toestand zijn. Deze gebruiksduur varieert tussen de vijf tot maximaal tien jaar. Onder voorwaarde dat de gasinstallatie iedere twee jaar wordt gekeurd. Als de slang zichtbare beschadigingen heeft of droogtescheuren, vervang je hem natuurlijk onmiddellijk. De eigenaar van de camper is verantwoordelijk.

Er zijn fabrikanten die op de slang de productiedatum aangeven, daarnaast kan op een label de uiterste gebruiksdatum vermeld staan. Ben je handig, dan kan je misschien zelf je gasslang vervangen.

Er zijn ook gasslangen zonder vaste eindverbindingen. Deze worden met slangklemmen bevestigd. Bij het aandraaien van de slangklemmen beschadigt de gasslang. Het advies is deze slangen iedere twee jaar te vervangen. Op de slang staan onder meer de laatste twee cijfers van het jaartal van fabricage.

 

Drukregelaar

Het productiejaar staat meestal op de regelaar aangegeven. Omdat er binnenin een rubberen membraam zit, luidt het advies om ingeval de maximale gebruiksduur ontbreekt, hem na maximaal tien jaar vanaf het productiejaar te vervangen. Een eenvoudige regelaar kan je zelf vervangen als je handig bent.

Gasgebruik tijdens het rijden

Het is altijd het veiligste tijdens het rijden geen gas te gebruiken en de hoofdkraan vooraf af te sluiten. Onder voorwaarden is veilig gebruik van gas in de camper mogelijk met de nodige technische voorzieningen.

Om tijdens het rijden van een verwarmingssysteem op gas gebruik te mogen maken dient het systeem aan de veiligheidsvoorschriften te voldoen die in Europese richtlijnen staan. Zo schrijft de richtlijn voor dat de gastoevoer automatisch moet afsluiten wanneer de gasleiding door bijvoorbeeld een aanrijding lekt. De Europese richtlijn eist passende maatregelen om te voorkomen dat er in een situatie van een ongeval ongecontroleerd gas kan ontsnappen.

Deze beveiliging kan verzorgd worden door een crashsensor die de gastoevoer afsluit bij een grote schok (ongeval) in combinatie met een losse of geïntegreerde slangbreukbeveiliging, welke de gastoevoer afsluit als er ineens een grote hoeveelheid gas uitstroomt (slag- of leidingbreuk).
Voorbeelden zijn:

  • Truma Duo- of MonoControl CS met crashsensor
  • Truma SecuMotion
  • Gok Caramatic DriveOne of DriveTwo
  • de Crash Protection van Topron.

Campers met een toelatingsdatum vanaf 1-1-2007 moeten voorzien zijn van een beveiligingsinstallatie welke gasuittreding na een ongeluk moet voorkomen. Als je camper ouder is, is zo'n installatie niet verplicht en mag je theoretisch gas gebruiken tijdens het rijden. Dat is echter niet verstandig uit veiligheidsoverwegingen. Wil je gebruik maken van de gasverwarming tijdens het rijden, zorg dan dat een dergelijke voorziening aanwezig is. Is deze voorziening niet aanwezig, sluit dan de gaskraan voor het rijden af.

In Frankrijk mag je nooit gas gebruiken tijdens het rijden als de camper voor 1-1-2007 geregistreerd is, zelfs niet als bovenstaande beveiligingen zijn aangebracht!

Op veerboten is open vuur verboden en moet de gasinstallatie uit staan. Ook bij een tankstation is open vuur verboden vanwege brand- en explosiegevaar, daar moeten alle gasverbruikers dus uitgeschakeld zijn. Moderne campers met automatische koelkastomschakeling 12V/220V/gas, wachten bij het stoppen daarom vaak 15 minuten, voordat de koelkast weer op gas wordt overgeschakeld. Men gaat er van uit dat het tanken dan afgerond is.