Dansen op de Vulkaneifel

Marja van Kampen

Vooruit, dansen op de vulkaan gaat het niet worden, maar wandelen zeker wel. In het staartje van de winter rijden we naar een fraai en interessant gebied in het zuidoosten van het Duitse Nationalpark Eifel. In deze streek, genaamd Vulkaneifel, vinden we sporen van vroegere lavauitbarstingen verspreid in een landschap van glooiende heuvels en lieflijke dorpjes.

MKA Vulkaaneifel 15 Camper Op Cp Gillesfeld

Na de snelwegen rond Mönchen-gladbach zien we eindelijk de afslag naar de Vulkaneifel, wat een verademing. Heerlijk kronkelend bereiken we Mendig, waar we op het Lava-Dome Museum afstevenen voor de verwerving van wat noodzakelijke kennis. De geologische geschiedenis van dit gebied is namelijk complex en gaat ver terug. 

Heftige explosie 

De in 360 graden gesimuleerde vulkaanuitbarsting in de lavakoepel spreekt bijzonder tot de verbeelding, bijna beangstigend. En bij de rondleiding door de grote ondergrondse lavakelders bevinden we ons waar de lava miljoenen jaren terug zijn weg vond. Vanwege de constante en gematigde temperatuur is het begrijpelijk dat de lokale brouwerij de kelders ooit voor opslag gebruikte. 

Even verderop is een vrij toegankelijk buitenmuseum, de Museumslay, dat alles uitbeeldt over het zware werk in de steengroeven, maar onze eyecatcher is de Wingertsbergwand, zo’n drie kilometer verderop. Een vijftig meter hoge geribbelde puimsteenwand, waar geologen in de groeven veel kunnen afleiden over uitbarstingen van lang geleden. 

Met name die van de vier kilometer verderop gelegen Laacher See-vulkaan, een buitengewoon heftige explosie die 13 duizend jaar geleden plaatsvond. Gassen schuimden op, magma spoot omhoog, het was als het openen van een gigantische fles met bubbelwijn – een vergelijking die we lenen van een van de vele informatieborden ter plaatse. 

De Laacher See bij abdij Maria Laach is de grootste en jongste van alle lokale Maare: komvormige trechters ontstaan door stoomexplosies toen grondwater in contact kwam met gloeiend hete magma. Later vulden de kommen zich met water. Aan de oostelijke oever stijgen nog altijd CO2-belletjes op. 

Oei, kan die vulkaan nog eens wakker worden? We kijken elkaar bedenkelijk aan en stellen vast: nu hebben we wel een opkikker verdiend. We trakteren onszelf op een heerlijk lokaal biertje bij de Vulkan Brauerei en kopen een tray voor in de camper. 

Bochtenwerk 

Op weg naar Zilsdorf overvalt ons na zowat elke bocht een magnifiek uitzicht. We zijn op zoek naar de Arensbergvulkaan, waarop zo’n 32 miljoen jaar terug door vulkaanactiviteiten een zogenoemde basaltkoepel verrees. De mensheid ontdekte in de negentiende eeuw hoe kostbaar dit gesteente was en het hakken begon. In onze dijken is ditzelfde basalt verwerkt. 

Door een mijntunnel bereiken we de door het weghakken ontstane diepe krater, nu een toeristische blikvanger en echt, een mens voelt zich in die krater heel nietig. 

Morgen willen we meer naar het westen. Na lekker bochtenwerk bereiken we Gerolstein, waar lang geleden door de vulkanische gasexplosies een wel zeer lucratief nevenverschijnsel ontstond: koolzuurhoudend mineraalwater. Her en der zien we bronnetjes en voor de commercie is er een fabriekscomplex waar het heilzame water wordt gebotteld. De fabriek is te bezoeken. 

Gekooide bewoners 

Soms hijgend omhoog en dan weer angstig afdalend – mét helm – fietsen we met onze elektrische vouwbikes vanuit de camperplaats naar de Kasselburg. Die dertiende-eeuwse ruïne ligt hoog boven de stad en maakt deel uit van het Adler- und Wolfspark. Die heeft niets met vulkaanactiviteiten te maken, maar is lekker toeristisch. 

Roofvogels zijn nu de bewoners van deze ruïne, gekooid, dat wel. Het is ronduit gaaf om adelaars, gieren, oehoes en meer van die schoonheden in deze bijzondere habitat te bewonderen. De roofvogelshow is een happening, maar ook het voederen van de wolvenroedels. Kostelijk, vooral de witte poolwolven; de zwarte zie je namelijk amper. 

De volgende dag willen we met het boemeltje naar Birresborn voor de beroemde ijsgrotten, maar door de overstromingen van juli 2021 is het spoor nog steeds onbruikbaar. Achteraf een troost, want ’s winters zijn deze grotten het domein van vleermuizen. 

We vermaken ons met een fraaie luswandeling door de Gerolsteiner Dolomiten naar de top van de Munterley, 482 meter hoog. We hiken soms met moeite over steile geitenpaden, langs grotten en rotsen naar boven en de beloning is een weids zicht over het Kylltal. 

Pareltjes om te zien 

Zes kilometer vanaf de camperplaats ligt Daun, dat we bereiken na een pleziertochtje over het fietspad, voorheen een spoorbaan. Daun is een lieflijk stadje waar het Vulkaanmuseum gevestigd is (tot april in winterslaap) en ook een hoog kasteel, maar véél mooier vinden we onze middagfietsroute langs de nabijgelegen drie Maare, de ronde kratermeren. 

We fietsen langs de Schalkenmehrener Maar, de Weinfelder Maar en ten slotte de kleine Gemündener Maar, alle circa veertig meter diep en pareltjes om te zien. Tussen het Weinfelder en het Gemündener Maar ligt de Mäuseberg van rond de 560 meter hoog en het is soms puffen om boven te komen. 

Bovenop pronkt de elf meter hoge Dronketurm, een dankbetoon voor Herr Adolf Dronke, grondlegger van de Eifelverein in 1888. Nu niet voorstelbaar, maar in die tijd werd dit gebied Pruisisch Siberië genoemd en was armoe troef na het verdwijnen van de ijzerindustrie. 

De welvaart kwam stap voor stap terug dankzij faciliteiten voor het wandeltoerisme en door het streven van de Eifelverein: behoud van lokale gebruiken, de bescherming en de zorg voor monumenten en natuur. Vanaf de toren kijken we uit over hoogvlaktes met duidelijk zichtbaar de uitstekende vulkaankegels, kronkelige wegen tussen de Maare en bossen en erboven een prachtige lucht: ronduit hemels. 

Steenbeleving 

Leuk om bij Gillenfeld hoog op de camperplaats te staan met een ruime blik over het landschap. Achter ons weten we het Pulvermaar, ook ontstaan dankzij gloeiend hete magma dat in aanraking kwam met het grondwater, met waterdampexplosies tot gevolg. Mijn lief vertelt veel geologie-weetjes, maar ik kijk graag naar de toeristische kant. Laten we eerlijk zijn: het is hier in de eerste plaats een streling voor het oog. 

Voorbij het Pulvermaar ligt de Römerberg, best een hoog obstakel om overheen te gaan, maar alleen zo komen we langs het Strohner Määrchen, een droog meertje, maar door de vorm goed als Maar te herkennen. We strompelen nog door tot de top en genieten daar op een bankje van alles rondom en beneden. Het lijkt of de dorpjes hier her en der zijn neergestrooid, zo lieflijk. 

De volgende ochtend parkeren we de camper in Bettenfeld met het plan de vulkaan Mosenberg te bestijgen. Door mensenhanden en machines is een flink stuk ervan afgegraven; ook deze steensoorten waren goed bruikbaar. Waar vroeger een mijningang was, staat nu een vrij te bezoeken buitenmuseum met een interessante uitstalling van diverse soorten lavabommen, godzijdank vergezeld van een naambordje. 

Al met al een prettige steenbeleving met duidelijke verschillen en een lavabom van de Mosenberg zelf ligt er ook bij. In een ronde hut hangen informatieborden en al lezend houden we een kleine picknick om daarna verder te hobbelen naar de top met uitzichttoren. Ook dit omringende landschap is weer adembenemend. 

We overnachten op de camperplaats bij de Heidsmühle in Manderscheid. Bij dit dorp liggen al eeuwen de Oberburg en de Niederburg als ruïnes vreedzaam naast elkaar, maar eens waren het intense vijanden. Ja, ook in Manderscheid is een Vulkaanmuseum, maar we vinden het beiden wel goed zo. 

We sluiten onze vulkaantocht af met een verse forel uit de forellenvijver van restaurant Heidsmühle. Een bizarre ervaring om zelf de kop, staart en vinnen eraf te snijden, maar eerlijk is eerlijk, de gastvrouw helpt en de forel is zó lekker, dat we alleen daarvoor al zeker een keer terugkomen. 

Maar alles wat we gedurende deze tocht hebben gezien, heeft ons in vuur en vlam gezet en het was nog maar een tipje van de sluier. Het is niet voor te stellen dat er hier 45 miljoen tot 10 duizend jaar geleden vulkaanactiviteiten waren met dit schitterende en interessante natuurgebied als gevolg.