Winterse camperreis naar de Vogezen

Daar gaan we dan, langs de Belgische steenbergen naar de Ardennen en de Vogezen. Met de camper over besneeuwde ballons, langs kasteelruïnes en forten. Terug in de tijd langs de Maginotlinie en de grens over in Schengen. Zo vergeten we dat het hartje winter is en gaan de januari-blues aan ons voorbij.

Overblijfselen Chateau Mousson

We rijden op een dag weg, vrij als we zijn, naar Waterschei bij Genk. Het Thor Park daar is ontstaan door afval van de kolenmijnen. Die steenbergen, terrils genoemd, zijn inmiddels begroeid en vormen nu een fraai cultuurlandschap. Heerlijk voor een stevige wandeling, ook in dit jaargetijde. Verkwikt plaatsen we de camper op de camperplaats bij natuurgebied Kattevennen om het Cosmodrome met de sterrenwacht en de 360-graden-show eens te bekijken. 

Eenmaal in Noord-Frankrijk zien we in Givet aan de andere kant van de Maas het alom bekende Fort Charlemont, maar wij beklimmen vandaag de Mont d’Haurs en ontdekken bij Point de Givet restanten van kroonvormige zestiende-eeuwse vestingwerken. Bizar dat Nederland in 1960 stenen van deze muren heeft aangekocht ter versteviging van dijken.


Dan rijden wij verder langs Vencimont, Gedinne en Bouillon, dat onder meer bekend is door kruisvaarder Godfried. Ook de vesting Sedan gaan wij voorbij om te parkeren bij Mouzon, een van de oudste dorpjes langs de Maas. Er zijn hier belangwekkende opgravingen, zoals de site Gallo-Romain de Flavier, waar we natuurlijk gaan kijken. Minder goed verloopt het als we het Musée du Feutre gevonden hebben, het viltmuseum. ’s Winters gesloten, dat heb je dan, in januari.
 

Pont-à-Mousson: even hijgen 

Om te genieten van de omgeving rijden we zoveel mogelijk over smalle D-wegen. In het Parc National de Lorraine dampen de bergen, maar de zon kiert door de wolken, halleluja. We stoppen in Pont-à-Mousson aan de Moezel, bekend van de PAM-putdeksels. De camperplaats loopt aardig vol en dát eind januari! De stad laten wij links liggen, want we maken een waanzinnig mooie wandeling naar de hooggelegen vesting Mousson. Even hijgen, maar dan heb je ook wat. Overigens hebben we bij onze wandelingen veelal de Garmin in de handpalm, vanwege het geocachen. 

Op de top zijn overblijfselen van het Château de Mousson, dertiende eeuw, met een prachtige uitkijk rondom. Afdalend lezen we op panelen diverse citaten van filosofen. Die van La Fontaine luidt: ‘In alle dingen moet men het einde in het oog houden’. Die houdt ons ook tijdens het eten in restaurant La Capitainerie nog bezig. Wij vervolgen de trip langs de Moezel en het Canal des Vosges en rijden door Nancy naar de hoofdstad van de Vogezen: Épinal. Campers staan hoog bij de kasteelruïnes van het Château d’Épinal in een uitgestrekt, mooi verzorgd kasteelpark. Beneden scheidt de Moezel de stad in een historisch en modern deel. We bezoeken de oude wijk Chapitre, waar de kanunniken tot de Franse Revolutie in schitterende huizen woonden en bewonderen de basiliek uit de elfde eeuw. 

Verdronken muis in de Vogezen

Blij worden we van de sneeuw, hoog bij Corcieux. We gaan over de Col du Plafond, 620 meter boven zeeniveau en arriveren in een ogenschijnlijk doodgewoon Frans dorp, Pleinfaing, waar nog wat sneeuw ligt. Het is echter niet zo gewoon hier, het is geliefd vanwege de geografische ligging dicht bij de skigebieden van de Vogezen en aan de voet van de Elzas met de wijnroutes. Je ziet van hier de besneeuwde ballons, de typische, bolvormige bergtoppen, maar tevens heb je in Pleinfang La Confiserie des Hautes Vosges, een snoepfabriek met een uitgebreid assortiment om te proeven en te kopen. Snoepend genieten wij van de omgeving.

De volgende dag is het grijs en mottig, de sneeuw is gesmolten, jammer voor de business. We rijden over de Col de Mandray en door kleine zilvermijnstadjes, zoals La Croix-aux-Mines waar een mijnbouwmuseum is. Na de Col de Sainte-Marie besluiten we in Sélestat te overnachten, want het regent en dan is er in een grotere stad meer te doen. Hier zijn een gezellig centrum, een watertoren als highlight en uitnodigende horeca. Westelijk zien we de contouren van de ballons, oostelijk de Rijndelta en de bergruggen van het Zwarte Woud. ’s Avonds gaat er een glas wijn over de laptopmuis, dus de volgende dag in een winkel, in moeizaam Frans: ‘As-tu une souris, la nôtre s'est noyée dans le vin…' 

TomTom wint

Met onze Franse muis en de mistlamp aan rijden we over grijze bergen van rond de zevenhonderd meter hoogte en maken een ommetje naar Fort de Mutzig, een van de grootste en sterkste forten van Europa. De groepsrondleiding door het fort en de ondergrondse gangen duurt tweeënhalf uur. Hier komen we nog eens terug, spreken we af. Dan beveelt TomTom af te slaan bij het Forêt Domaniale de Haslach over een weggetje ter breedte van onze integraal. Er volgt ruggespraak... TomTom en mijn lief winnen, maar de sfeer wordt ijzig vanwege de krapte en greppels langszij. Godzijdank kunnen wij later nipt keren.

Gewekt door kerkklokken in Wangenbourg

De grotere weg door Oberhaslach hadden we niet willen missen: watervallen, kasteelruïnes en een mooi dorp. De werkloze sneeuwstokken langs de wegen ogen triest, de bevolking schreeuwt om sneeuw en skitoeristen.

Na de Col des Pandours parkeren we in Wangenbourg met een prachtig uitzicht over het dal. In deze bosrijke omgeving ligt onder andere een dertiende-eeuwse kasteelruïne verscholen. 's Morgens worden we om zeven uur door over de vallei beierende kerkklokken gewekt, vandaar dat we op tijd door deze aantrekkelijke omgeving met snel stromende bergriviertjes rijden.

Elzas: ongelooflijk lekker

De uitkijktoren op de Col du Valsberg slaan we over, maar de felverlichte Cristal Lehrer Bruno in Garrebourg verlokt ons. De Elzas is ook bekend om z’n kristal. Verlekkerd snuffelen we in deze grote zaak volgestouwd met prachtig glaswerk, decoratief en functioneel. Vlakbij ligt het Plan Incliné – Hellend Vlak – van Saint-Louis-Arzviller, een botenlift. Het gaat niet áltijd goed, in 2013 voer een rondvaartboot tegen de deur en liep het kanaal bijna leeg. 

Onze route volgt de Maginotlinie, op de grens van Frankrijk en Duitsland en in het plaatsje Barst vinden we nog veel restanten van militaire werken. De camperplaats in Hombourg is in orde, de ligging bij een verlaten Intermarché wat minder, maar de millefeuilles – Franse tompoucen – bij de bakker verderop zijn ongelooflijk lekker. Ook is de geocachewandeling met kapelletjes, kasteelrestanten en veel meer rond Hombourg-Haut fijn. Niet zeuren dus. 

Vlonderpad 

Ons winteruitstapje gaat verder door het Forêt Communale de Porcelette; onderweg zien we diverse mijnkarretjes. Grappig dat in kleine Franse dorpjes her en der een verzameling brievenbussen staat, zodat de postbodes niet alle huizen hoeven af te gaan. Als we door Schengen rijden, een Luxemburgse grensplaats, gaan onze gedachten naar het Akkoord van Schengen uit 1985, dat maakt dat wij nu vrij en blij Europese grenzen kunnen passeren. 

Langs de Moezel bereiken we Remich met een gerieflijke camperplaats en golvende wijngaarden. De boswandeling later door d’Heedbaach zullen we niet snel vergeten, een interessant en spannend bos met een vlonderpad dat de kronkelende beek volgt. Heel apart én met ook nog geocaches! 

Wij moeten zoetjesaan richting huis en rijden langs de stad Luxemburg richting Houffalize in België. Bijzonder door de Ourthe, die nu denderend, na overvloedige regen, om het plaatsje heen stroomt. We wandelen nog heerlijk in het Parc Naturel des deux Ourthes.

Nog één nachtje brengen we door in Kelmis, eens hoofdstad van Neutraal Moresnet, een landje ontstaan na de val van Napoleon in 1815. De overwinnaars werden het maar niet eens over wie de waardevolle zinkgroeve toekwam en zo werd het een ietwat bandeloze vrijstaat met het voornemen Esperanto als voertaal in te voeren. Na de Eerste Wereldoorlog kwam het gebied bij België en spreekt men er Duits. In het hart van de gemeenschap troont prominent een standbeeld van de Küsch, plat-Duits voor varken, het symbool van carnaval. Vanaf hier is het maar een paar kilometer fietsen naar het Drielandpunt bij Vaals.

Camperen in de winter

En dan naar huis! Het waren twee ontspannende weekjes. Onderweg kwamen wij veel meer wintercamperaars tegen dan een paar jaar terug. De nieuwe trend? Wij begrijpen dat wel. Het werkt goed tegen de januari-blues, de lichte somberheid die een mens kan overvallen als het laat licht wordt en vroeg donker. 

 

Tekst en foto’s: Marja van Kampen