Hunebedden in de Duitse grensstreek

Als Drentenaren speelden we in het bos op machtige hunebedden. Lang dachten we dat ze alleen op de Hondsrug liggen, maar in Duitsland liggen er nog veel meer. De Heerenveense makelaar Willem Donkers bracht alle 1.350 Duitse hunebedden en restanten ervan digitaal in kaart. We zwerven langs een interessante collectie Großsteingräber.

Hunebedden zijn te vinden in grote delen van Europa. Ze zijn grofweg gebouwd in de periode 4000 tot 3000 voor Christus, naar algemeen wordt aangenomen als graven. In Nederland hebben er tachtig tot honderd gestaan. Twee zijn er in Groningen bewaard gebleven, de overige 52 zijn te vinden in Drenthe. Veel meer hunebedden zijn er in Zweden, Denemarken en Duitsland.

Heiden: Duivels Steinkammergrab

Over de A12 rijden we bij Berg Duits­land in. Via Bocholt en Borken toeren we naar het stadje Heiden, waar we in het bos de camper parkeren. Na een korte wandeling komen we bij een van de zuidelijker gelegen hunebedden. Een hunebed heet hier een Steinkammergrab en dat geeft meteen de functie ervan weer. De doden werden bijgezet in de kamer onder de deksteen, die rust op enkele steunstenen. Het zand waar de grafkamer mee was afgedekt, is door de eeuwen afgegraven of simpelweg ver­dwenen door erosie.

Dat de functie van hunebedden in het recentere verleden niet altijd duidelijk was, blijkt uit de namen die eraan werden gegeven. Dit exemplaar kreeg ooit de naam Düwel­steene, ofwel duivelstenen. Op informa­tieborden lezen we alles over de functie en de geschiedenis. Omdat de hunebed­den op kalkarme grond staan, zijn van de bijgezette lichamen zelfs de botten vergaan. Alleen van de bijgiften in de graven is bij sommige hunebedden iets teruggevonden en in musea bewaard gebleven.

Schloss Bentheim: Woelige geschiedenis

In een gemoedelijk tempo rijden we een toeristische route langs stadjes als Velen, Gescher, Legden en Heek. We landen uiteindelijk in Bad Bentheim op de bekende camperplek onder aan de heuvel waarop het indrukwekkende Schloss Bentheim de omgeving domi­neert. De woelige geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners is gedocumen­teerd sinds 1020. De vorstelijke familie onder leiding van de huidige erfprins Carl Ferdinand zu Bentheim und Stein­furt heerst nog steeds over het slot.

Het kasteel is open voor publiek en we maken een rondgang. De kerk is het religieuze middelpunt. De Kruittoren, een dertig meter hoge wachttoren met 5,5 meter dikke muren, vormt het stra­tegische centrum, met het kruitdepot in de kelder. Het Marstall-gebouw herbergt het museum met veel vorstelijke reli­kwieën. In de Kronenburg, het meest recente woongedeelte, bewonderen we enkele representatieve zalen. Nu zijn ze trouwlocaties, waarin ook de huidige erfprins in 2007 is getrouwd met erf­prinses Elna-Margret zu Bentheim und Steinfurt.

Emsbüren: Mehringer Steine

De volgende ochtend rijden we naar het noorden, het Emsland in, op zoek naar het hunebed Mehringer Steine bij Emsbüren. Daar aangekomen lezen we op een informatiebord dat er veel sagen en legenden bestaan over dui­vels, reuzen en heidense krijgers die deze Großsteingräber zouden hebben gebouwd. Maar ook is beschreven hoe het werkelijk is gebeurd: met gebruik van spierkracht, boomstammen als rollers en stokken als hefbomen wer­den de grote stenen verplaatst van de vindplaats naar de positie in of op het hunebed.

De stenen waren achtergeble­ven na het terugtrekken van de gletsjers van de laatste ijstijden. Kleinere stenen werden als een krans rond het hunebed gezet als begrenzing van de grafheuvel die over het hunebed werd aangelegd. In het hele gebied van de hunebedden wor­den tot op heden nog allerlei zwerfkeien gevonden. Ook in dit hunebed werden voorwerpen gevonden, zoals de typische aardewerken potten waarvan de vorm de naamgever is van de Trichterbecher­kultur, ofwel de trechterbekercultuur, tot ongeveer 3000 voor Christus.

Emsland: Hunebed en grafheuvel

Langs Lingen en Meppen rijden we ver­der het Emsland in. Hier zijn de meest indrukwekkende hunebedden opgeno­men in de Strasse der Megalithkultur, een lange autoroute en een separate meerdaagse fietsroute, langs hunebed­den in de streek tussen Osnabrück en Oldenburg. We komen langs hunebed­den met namen als Deymanns Mühle, Grosssteingrab Am Osteresch, en Auf Bruneforths Esch. Tussen Klein Berßen en Sögel rijden we langs een boerderij naar het grafheuvelveld Grabhügelfeld Mansenberge. We wandelen in stilte door een beschermd gebied, dat bezaaid is met grafheuvels. Hier heeft een volk uit de bronstijd – 1600 tot 1200 voor Christus – zijn doden bijgezet in heuvels die met steenkransen waren omringd.

In Börger vinden we het hunebed met de naam Steenhus, gewoon langs de straat in een tuin. Verderop bij Werlte is het hunebed De Hoogen Steener, een van de mooiste en grootste grafruimtes in het Emsland. De bijna dertig meter lange grafruimte werd gemaakt met veertien traveeën: tegenover elkaar liggende draagstenen die een dekplaat dragen.

Vrees en Cloppenburg: De stenen van de duivel

De volgende ochtend vinden we niet ver van Vrees algauw de Teufelssteine Bischofsbrück. Op het infobord lezen we een sage die we in soortgelijke vorm ook al elders tegenkwamen. Onder de drie grote dekstenen zou Satan zijn bezittingen hebben verborgen. Volgens de legende verandert het aantal stenen iedere keer als ze geteld worden. Nog altijd tellen bezoekers de stenen en nog steeds verandert het resultaat van de telling. Een andere legende vertelt over reuzen, de Hunen, die voor eigen gebruik de Hunen-bedden zouden hebben gebouwd. Waarschijnlijk waren ze familie van de legendarische Ellert en Brammert die in Drenthe hebben geleefd.

Voorbij Cloppenburg parkeren we langs de weg en lopen naar de Hohe Steine, een nagenoeg compleet hunebed met een grafkamer van zeventien meter lang. Het blijft indrukwekkend te weten dat in de hunebedden zo’n vijfduizend jaar geleden meerdere generaties zijn bijge­zet door mensen die leefden van de jacht en de landbouw, in gemeenschappen met een grote sociale cohesie.

Wildeshausen: Versteende feestgangers

In Wildeshausen gaan we fietsen vol­gens het fietsknooppuntennetwerk, met onze Nederlandse app Fietsknoop. Bij knooppunt 69 vinden we achter het Landgasthof Engelmannsbäke een com­plex van hunebedden, waaronder het meer dan honderd meter lange langgraf de Visbeker Bräutigam. De legende wil dat een vader zijn dochter dwong te trouwen met een man waarvan ze niet hield. Toen de trouwstoeten al op weg waren naar de kerk, wenste de bruid dat ze liever tot steen werd dan met die man te trouwen. Prompt versteenden de bruid, de bruidegom en hun hele gevolg en zo liggen ze er nu nog.

Bij Dötlingen aan het prachtige fiets­pad over de Glaner Heide fietsen we bij knooppunt 98 over en door het hunebeddencomplex Glaner Braut. De drie fraaie Großsteingräber liggen in een groot beschermd wandelgebied. Ook hier lezen we op de infoborden uitgebreid over de graven en de gemeen­schap die hier moet hebben geleefd. We vervolgen onze fietstocht over het fraai slingerende fietspad lang het riviertje de Hunte terug naar Wildeshausen.

 

Tekst en foto's: Sjoerd Cats

 

Dit blog verscheen voor het eerst in Kampeerauto 5-2023.