Treinen spotten in de Harz

Rob en Elze Klute

Wie heeft er vroeger niet met treintjes gespeeld? Wij wel en daar hebben we een fascinatie voor treinen aan overgehouden. Elke camperreis bezoeken we wel een bijzonder station of maken we een ritje. Zien we op televisie een aflevering van Rail Away over de smalspoorbanen in de Harz, dan halen we meteen de camper en gaan ter plaatse treinen spotten. 

DSC 2.Triebwagen

De Harz is het meest noordelijk gelegen middelgebergte van Duitsland. Hier rijden dagelijks rond de 25 stoomlocomotieven op 140 kilometer spoorwegnet. Er zijn drie trajecten: de Harzquer-, de Selketal- en de Brockenbahn. Een walhalla voor liefhebbers. We bestuderen vooraf de tijdtabellen, waarop tevens te zien is of de treinen rijden met een stoomlocomotief of met een zogenoemde Triebwagen met dieselmotor. 

Oorspronkelijk was dit spoorwegnet in gebruik voor de mijnbouw. In het gebergte werden zilver en later ook koper, lood, ijzererts en zink gewonnen, totdat de overheid de mijnen in de twintigste eeuw sloot. Tegenwoordig rijden er alleen nog treinen voor personenvervoer en als toeristische attractie. 

Wij starten in het dorpje Sorge, waar in het stationsgebouw een grensmuseum is ondergebracht. Als we een wandeling maken, zien we de luguber ogende overblijfselen van de grens tussen Oost- en West-Duitsland. Uitkijkposten, hoge hekken met prikkeldraad, grote hondenhokken en een duiker, geprepareerd om te voorkomen dat burgers via de sloten van Oost naar West zouden vluchten.

Zulke duikers waren met ijzeren pijpen half dichtgemetseld, zodat het water er wel nog doorheen kon. Een voorbijganger vertelt ons geëmotioneerd dat hij er 32 jaar geleden als kind bij was toen de versperringen werden weggehaald. Tijdens de wandeling zien we de eerste Triebwagen voorbijkomen. 

Ademloos 

In het gebied vallen ons twee dingen op: hoe prachtig de omgeving is met bossen en meren, waardoor je je soms in Zweden waant, maar ook hoe enorm de kaalslag is. De natuur heeft te lijden onder een milimeter grote kever, die zich nestelt onder de schors van sparren. Daardoor stagneert de water- en voedseltoevoer en verdrogen de bomen. Overal rijden vrachtwagens af en aan om opgestapelde boomstammen af te voeren. Wel worden er gelukkig nieuwe jonge loofbomen geplant die beter bestand zijn tegen de kever. 

Aan de Selketalbahn ligt het kopstation Hasselfelde. Er komt net een stoomloc binnen, die wordt voorzien van kolen en water. Twee jongetjes zitten ademloos te kijken: machinisten van de toekomst. 

Naast het station in Stiege met de kleinste keerlus van Europa staat een staafkerk naar Noors model. Deze werd 115 jaar geleden gebouwd als onderdeel van het Albert House, een sanatorium voor patiënten met longziekten. Bij een grote brand bleef alleen de kerk gespaard, maar hij moest toch het veld ruimen. Dankzij subsidies en donaties kon de kerk nabij het station van Stiege weer worden opgebouwd. 

Voetgangershangbrug 

We rijden verder. Het is zondag en prachtig weer, met als gevolg dat het wemelt van de motoren op de bochtige wegen van de Harz-Hochstraße. Dat is niet geheel zonder risico, ook gezien de waarschuwingsborden: Sturzgefahr! Tegemoetkomende motoren zijn geneigd tegen de binnenbocht in te hangen. Tussen de geluiden van de motoren door horen we een stoomfluit. 

We haasten ons naar het stationnetje van Friedrichshöhe aan de Selke, waar we de camper direct naast de spoorbaan parkeren. Het is geen straf om daar in het zonnetje voor de camper te wachten op de passerende treinen, ondertussen genietend van de lunch. 

Iets verderop komen we bij de imposante voetgangershangbrug Titan RT, die met 458 meter een van de langste ter wereld is: hij overspant de rivier de Bode en hangt boven de stuwdam, de Rappbodetalsperre. Je hebt een goed overzicht met aan de ene kant het stuwmeer en aan de andere kant de honderd meter lager gelegen Bode. 

Geen aanrader voor wie knikkende knieën heeft: de brug kan door de wind verraderlijk slingeren en de bodem bestaat uit een open rasterwerk, zodat je constant ziet hoe diep het dal is. Voor wie daar geen last van heeft, bestaat de mogelijkheid om aan een zipline over het dal te scheren.

We gaan weer terug naar de treinen en klimmen op het vrij toegankelijke panoramaplatform op het spoorwegemplacement in Wernigerode. Hier staan altijd wel een paar stoomlocs en dieseltreinen. Er lopen allerlei mannetjes met oliespuiten en potten smeermiddelen, die nauwkeurig de machines inspecteren en draaiende houden. We hebben mooi zicht op een draaischijf waarmee de treinen een voor een op het goede spoort worden gezet om in de remise te verdwijnen. 

Gezellige winkelstraten 

De Brocken is met 1.141 meter de oogste berg in de Harz. Op de top staat een opvallende mast, die deel uitmaakt van het weerstation. Het nadeel van de Brocken is dat hij meer dan driehonderd dagen per jaar in de wolken steekt. Wie besluiten om al dan niet naar boven te gaan om van het uitzicht te genieten, kan daar het best een heldere dag voor uitkiezen.

Net als in Wernigerode is het ook in Quedlinburg nogal druk. De drie camperplaatsen die we op Campercontact vinden, zijn vol. Wij wijken uit naar het stationnetje in Gernrode en pakken de volgende dag de trein terug. Een retourtje voor twee kost minder dan een overnachting op de camperplaats in Quedlinburg. 

De centra van beide steden zijn een bezoek waard vanwege de vakwerkhuizen, marktpleinen en gezellige winkelstraten. Als we ‘s avonds terug zijn, wordt de stoomtrein gereedgemaakt voor de volgende dag. Hij verdwijnt in de remise waar hij na een lange dag van zwoegen kan uitpuffen. 

Hamerlocomotief 

De volgende dag rijden we met de camper nog even de Altstadt van Gernrode in, maar dat blijkt niet gemakkelijk. De straatjes zijn smal, vaak eenrichtingsverkeer en er is flink wat hoogteverschil. Toch komen we uiteindelijk terecht bij het Harzer Uhrenmuseum. Daar hangt een enorme koekoeksklok, waar ieder kwartier een grote koekoek zijn verhaal vertelt. 

Op weg naar Alexisbad verschijnt zomaar uit het niets een stoomtrein naast ons, om direct daarna weer in het bos te verdwijnen. Als we een later voor een overweg moeten stoppen, staan we mooi vooraan en daar komt hij weer tevoorschijn. Vanuit de camper maken we een foto die mooi en mysterieus uitpakt: een stoere hamerlocomotief uit 1918, waar de power vanaf straalt. 

Waarom eindigen in de Harz zoveel plaatsnamen op rode? Rode is afgeleid van het Duitse werkwoord roden, dat rooien betekent. Er zijn tijdens de middeleeuwen delen van het bosrijke gebied gerooid om er woongebieden van te maken. Het is te vergelijken met het ontstaan van het Brabantse Sint-Oedenrode, waar vroeger ook grote stukken heide zijn ontgonnen. 

Verdwenen tunnel 

In het spoorwegnet van de Harzer Schmalspurbahnen bevindt zich slechts één tunnel, zeventig meter lang. Die willen we zien. Als we onder aan de berg Thumkulenkopf staan wijst de app Mapy.cz ons de kortste weg. We klauteren een steil bospad op waar geen eind aan lijkt te komen, maar buiten adem bereiken we dan toch de top. 

We zien links en rechts achter ons de rails, maar er is geen tunnel te bekennen. We realiseren ons dat we er waarschijnlijk bovenop staan. En dat klopt. We hebben geluk als even later verderop een grote stoomloc dampend uit het gat van de tunnel tevoorschijn komt. 

Hiermee komt er een einde aan een weekje treinspotten in de Harz. Ook voor wie niet van treinen houdt, is het een mooi landscjap om doorheen te rijden of te wandelen. Fietsen wordt wat lastiger, want er zijn maar weinig stukken waar het vlak is, maar dat geeft juist de charme aan dit prachtige stukje Duitsland, slechts vier uur rijden van de grens met Nederland.