Te voet en per fiets genieten in de Brenta Dolomieten

Bert en Carla Romani

Met z’n indrukwekkende berglandschap hebben de Italiaanse Dolomieten een ongelooflijke aantrekkingskracht hebben op toeristen. Maar voor wie er werkt, is het landschap vooral een enorme uitdaging. Terwijl wij relaxed rondreizen met de camper, rondjes fietsen en wandelen, onderhouden boeren het schilderachtige landschap met noeste arbeid.

We starten onze trip in het Val di Sole. Een langgerekt dal in Trentino dat vooral bekendstaat om de appelteelt. Grote landerijen vol met fruitbomen sieren de vruchtbare oevers en hellingen langs de Torrente Noce, de snelstromende rivier door de vallei. De Noce ontspringt in het Ortlermassief. 

We vinden een mooie camperplaats bij de watersportclub in Caldes. Voor de deur klotsen de knalgele rafts voorbij. Een schooluitje. De joelende jongelui aan boord sturen de raft behendig door de stroomversnellingen. De Torrence Noce is de beste rivier in Europa voor dit soort avontuur, aldus National Geographic. 

Wij houden onze voeten liever droog en stappen op de fiets. Het prachtig aangelegde fietspad gaat licht op en neer om uiteindelijk stroomafwaarts uit te komen bij het station Mostizzolo, even zuidelijk van Cis. Hier wachten we geduldig op de trein die ons weer het Val di Sole inbrengt, tot het eindpunt in Mezzena. 

Daar zoeken we een lekker terrasje op voor de lunch en de altijd goede Italiaanse koffie. De route terug naar de camper loopt vlak langs de rivier. Op het gladde asfalt rollen we als vanzelf, net als het gletsjerwater dat zijn weg naar beneden zoekt. 

Fenomenale ligging 

We hebben de camperplaats in Caldes bewust gekozen, omdat we graag fietsen. Centraal in het Val di Sole, met het prachtige fietspad, maar ook direct bij de ingang van het Val di Rabbi, een panoramisch zijdal van zo’n vijftien kilometer lang. We gaan het op de fiets ontdekken en trappen gestaag licht omhoog het dal in. Het is een verstild dal met dorpjes, landerijen en schitterende natuur. En het is er nog relatief rustig. 

De laatste vijf kilometer is autoluw en mag je alleen verder als je een plekje hebt gereserveerd op Camping Al Plan, aan het eind van het dal. Met de fiets is het geen bezwaar en rijden we de laatste kilometers bergop. De camping ligt fantastisch omsloten door de indrukwekkende bergwereld van het nationaal park Stelvio. Vanwege de fenomenale ligging twijfelen we of we niet beter hier hadden kunnen gaan staan met de camper. Als je van wandelen houdt is dit the place to be. 

Koeienbellen 

We stallen onze fietsen op de camping en gaan te voet verder. Op zo’n halfuur lopen en flink klimmen komen we bij een prachtige hangbrug over een mooie waterval, die loodrecht onder de brug op de rotsen klettert. We passeren al wiebelend de brug, zestig meter boven de kloof. Niet iedereen durft het aan en sommigen gaan schoorvoetend na enkele meters weer terug. 

Wij hebben geen hoogtevrees en klimmen verder door het bos naar de open alpenweide, waar we in de berghut Malga Fratte op 1.482 meter hoogte hartelijk worden ontvangen voor de lunch, met het geluid van koeienbellen op de achtergrond. Op het menu staat een bordje kaas, lokale vleeswaren en natuurlijk mag de calorierijke Knödel niet ontbreken.

We kunnen nog verder doorstijgen. Er liggen nog meerdere hutten en gletsjermeren hogerop. De wegwijzer geeft anderhalf uur aan. Wij weten dat het ons dan minimaal twee uur kost en dan moeten we nog terug. We bestellen een espresso, zeggen de bonte koeien gedag en besluiten rustig terug te wandelen. 

IJle berglucht 

We verkassen in zuidelijke richting van Caldes naar het Val Rendena. Onderweg passeren we Madonna di Campiglio, een mondain bergdorp dat in de winter populair is bij wintersporters. Ook wij skiën hier regelmatig en overnachten dan ook in de camper.

Het is leuk om de regio nu eens in de zomer te zien en we hebben afgesproken met onze vriendin Sytske Maaijen, die iets ten noorden van het Gardameer woont en werkt. Zij kent de regio als geen ander en heeft met haar gezin al heel wat afgewandeld en –gefietst in de regio, dus zij heeft veel tips. 

We ontmoeten elkaar bij het dalstation van de gondellift en laten ons, verwend als we zijn, luxe omhoog takelen naar de top. Hier strijken we neer op het terras van het Chalet Fiat Rifugio. Een zonovergoten plek, met direct zicht op de massieven van de Brenta Dolomieten.

Proostend met een cocktail in de hand genieten we van de ijle berglucht, de zon het fenomenale uitzicht op de rotspartijen. Het Brenta-masssief is een eldorado voor bergwandelaars en bergbeklimmers en Sytske wijst ons hoe je in een meerdaagse tocht onder leiding van een berggids rond het hele massief kunt trekken. De chef van de Rifugio brengt ons nog speciaal gebakken koekjes, een specialiteit van het huis. We willen eigenlijk nooit meer omlaag, maar we moeten verder. 

Nergens mooier

Vanuit Madonna gaan we bergaf richting Pinzolo. Onderweg zien we de boeren die het land aan het bewerken zijn. Het is zwaar werk en zij zijn het die dit landschap onderhouden. Het is de familie Podetti, die net voorbije de volgende haarspeldbocht hun eeuwenoude boerderij heeft. Boer, boerin en zwager laden de zware hooibalen op de kar. 

Hun handen zijn kolenschoppen en hun gezichten verweerd van het harde klimaat hier op de berg. Rosaria, de vrouw des huizes, spreekt drie woorden Engels en voor de rest zijn we aangewezen op mijn steenkolenitaliaans. Op de vraag of ze weleens op vakantie gaan, verschijnt verbazing in haar ogen en ze kijkt richting het Brenta-massief, dat letterlijk in haar achtertuin ligt. 

“Perché?” vraagt ze lachend, ofwel: waarom? Ze vervolgt stellig: “Kijk eens om je heen, het is nergens mooier dan hier...” We kunnen haar geen ongelijk geven en beloven haar de foto’s te sturen. “Bon viaggio...”, roept ze ons nog na. 

We vinden een plek op de camping van de familie Azzalini, blak bij Darè in het Val Rendena. Een heerlijke locatie, omgeven door het Parco Naturale Adamello Brenta en met directe toegang tot het autovrije fietspad door het dal.

Net als in Val di Sole is dit weer een ideaal uitgangspunt voor fietstochten. Dus hup in het zadel en trappen maar. Het doel is de waterval Cascate Nardis in het Val Genova. De route is goed aangegeven en onderweg zijn tal van picknickplaatsen, bankjes en rustplekken. Op een aantal wordt gebarbecued, zogeheten bici-grills, die erg fietsvriendelijk zijn. 

We pakken onderweg nog even de lokale markt van Pinzolo mee, kopen kaas, ham, en verse olijven. We vervolgen de weg, die meer omhoog het Val Genova in slingert en komen bij de waterval. Niet heel bijzonder, maar een mooi doel om naartoe te fietsen is het wel. 

Fietstoerisme 

Het fietspad door het Val Rendena is onderdeel van een fietsroute van het Val di Sole en Madonna di Campiglio tot aan het Gardameer: 110 kilometer lang en 2.260 meters hoogteverschil. Een mooi project van de lokale toeristische instanties om het fietstoerisme te stimuleren. Wij bewaren die tocht voor een volgende keer, want om rond de Brenta Dolomieten te zwerven, moeten wij door richting Molveno. 

In Molveno is een prima verzorgde camperplaats aan de rand van het dorp en een camping direct aan het meer. We nemen op beide plaatsen een kijkje en kiezen voor de camping, omdat het er buiten het seizoen lekker rustig is.

Molveno is een toeristisch dorp direct aan het gelijknamige meer, waar je allerlei watersporten kunt beoefenen. De grote ligweides langs de oever zijn grotendeels openbaar, je kunt zeilboten huren, suppen, zwemmen en natuurlijk ontbreken de waterfietsen niet. 

Steile rotswanden 

Wij kiezen voor de rust op de berg en gaan met de kabelbaan omhoog, om de eerste hoogtemeters gemakkelijk te overbruggen. Dan volgen we het wandelpad verder de bergen in. Een prachtige route, die langs steile rotswanden geleidelijk oploopt, maar nergens zwaar wordt.  

Na een uurtje komen we bij Croz dell’Altissimo, een prima berghut. Tijd voor water versnaperingen en even wat rust, voordat de echte klim begint. Het tweede deel van de route is beduidend zwaarder en brengt ons naar de Rifugio Selvata. Vandaar gaat het steil omlaag naar Molveno. 

Dit rondje kan ook andersom, zodat je steil stijgt en rustig daalt. Maar de 850 hoogtemeters over vijftien kilometer vragen wel wat conditie. Het uitzicht maakt overigens veel goed, want de hele route is het panoramisch mooi. 

En de beloning is er ook, want na de wandeling ervaren we een verkwikkende duik in het meer als een weldaad voor lichaam en geest. En om ons heel altijd weer die Brenta Dolomieten.