Albanië per camper: door buurland Macedonië

Door Nico en Joyce van der Maat (tekst en foto's)

Via smalle wegen en enkele pittige bergpassen hebben Nico en Joyce inmiddels Albanië via de oostgrens verlaten. Ze zijn na enig zoeken in buurland Macedonië gearriveerd. Daar staan ze op een kleine camping aan de rand van het Meer van Ohrid. In deel 9 van hun camperblog bezoeken ze het weelderige Ohrid en het prachtige Skopje. Daarna trekken zij verder naar Servië.

We zijn in Macedonië aangekomen, weer een land waar we nooit eerder met de camper zijn geweest. De tocht naar de grens vanuit Albanië was pittig, met flinke bergpassen en weer flinke stijgingen. De camper moest er wel aan trekken. We passeren de industriestad Elbasan, waar vroeger zware ijzerindustrie was en alle wapens voor Albanië werden gemaakt. Nu is alles vervallen, niet meer in bedrijf en een puinhoop om te zien. Ook de wegen en vele huizen en bedrijven. Dit is volgens de reisgids die we bij ons hebben (Dominicus Albanië door Hans van de Veen) de armste streek van heel Albanië. Met hoge werkloosheid en armoede. Veel mannen werken in het buitenland, in West-Europa of in het naburige Macedonië, waar we nu heengaan.

Aan de rand van het Meer van Ohrid op camping Rino in Kalistha

Verkeerde kant van het meer

Goede richtingborden naar Macedonië ontbreken, zelfs naar de grens. We moesten voor de grens een berg van 1200 meter op, namen de verkeerde afslag en stonden toen wel aan het Meer van Ohrid, maar nog aan de kant van Albanië. Dus moesten we weer terug, weer die berg op en andere afslag nemen. En verdraaid, we kwamen bij douane. Veel hoge petten, vragen, en stempels maar correct. Nog echt met een slagboom. Na een kwartiertje waren we in Macedonië waar ons gelijk al opviel dat de richtingborden en onderhoud van wegen veel beter zijn.

De kleine camping Rino in Kalistha aan het Meer van Ohrid (sitecode 20087) hadden we na een uurtje bereikt. We hadden er een prachtige plek aan het water. En een vriendelijke eigenaar die ons zelfs met een kopje koffie verwelkomde. Het is een eenvoudige camping met twee wc’s waarin ook de douche was. Het chemisch toilet moest geleegd worden in het straatriool. Daarvoor moest een putdeksel met een pikhouweel uit het asfalt worden getild. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt. Maar de mooie plek aan het water met uitzicht op en over het meer naar Struga en Ohrid, maakte veel goed. Ondanks de muggen die ons tegen de schemering kwamen pesten, want we hadden hier weer met zoetwater te maken.

Boulevard in Ohrid

Modern en toeristisch

Bij de campingbaas konden we een taxi bestellen naar Ohrid. De volgende morgen stond die al klaar. Het bleek zijn eigen auto te zijn, hij reed ook zelf. Het was veel beter, zei hij en goedkoper dan met een echte taxi, hij zou ons ook weer op komen halen. In Ohrid keken we onze ogen uit. Zeer modern, zeer toeristisch, vooral langs de boulevard. Je brak er je nek bijna over de toeristen, ze komen met busladingen tegelijk overal vandaan. Met bootjes kunnen rondvaarten worden gemaakt. Wat een weelde hier in vergelijking met Albanië.

Aan de havenkant van Ohrid

Bent u van de NKC?

Op een gegeven moment reed ons een jongeman voorbij op de fiets. Keerde om en zei plots in het Hollands: NKC? Bent u van de NKC? Wij gelijk: hoe weet u dat ? Hij zag het aan het NKC-embleem op m’n petje. Het blijkt een Nederlander te zijn die hier altijd ook de groepsreizen van de NKC begeleidt. Heel bijzonder! We hebben een tijdje met hem staan praten en veel vernomen van het land. Zoals het feit, dat het hier in Ohrid allemaal luxe is, maar dit beslist niet elders in Macedonië het geval is. Daar is nog pure armoe, grote werkloosheid en narigheid. Ook politiek rommelt het er erg, vertelde hij. Het is nog lang niet stabiel, het land heeft nog een grote achterstand. Dat merkten we later zelf ook toen we weer op weg gingen door het binnenland naar de andere bekende stad van het land, de hoofdstad Skopje.

Levendig en leuk centrum Ohrid

Vier keer tol betalen

Het was geen gemakkelijke rit van tweehonderd kilometer over een smalle oude kronkelende tweebaansweg door de  hoge bergen, waarvan sommigen nog besneeuwde toppen hadden. Ook was er veel vrachtverkeer en scherpe bochten. Dit was de hoofdweg van het land, er komt een vierbaansweg met tol naast maar die is nog niet klaar. Wel het laatste deel, dat ging dus weer heel snel. We moesten vier keer tol betalen aan een loket en begrepen er niets van. Maar het was niet duur, bij elkaar voor ongeveer 60 kilometer omgerekend 3,25 euro. En een mooie omgeving waar we doorheen reden.

Blij met eigen douche

De enige camping bij Skopje is bij een hotel op tien kilometer van het centrum af.
We stonden er in feite in de tuin van dat hotel Bellevue  (sitecode19748). Het leek wel een soort camping met mooie afgebakende en geasfalteerde plekken onder de bomen, maar met 28 euro erg duur en het sanitair was slecht. Warm water was er niet, kapot werd gezegd. Gelukkig hebben we onze eigen douche in de camper met warm water! We hadden al op websites gelezen hoe duur en slecht deze camping is. Maar ze hebben het monopolie want er is hier nergens een andere camping in de buurt. Ze kunnen dus vragen wat ze willen. Er stond nog een Duitse camper en de volgende dag waren we alleen, geen populaire camping dus bij de toeristische trekker Skopje. Vandaag zijn ook de noodrantsoenen weer uit de kast gekomen. We konden geen fatsoenlijke winkel vinden onderweg. We kwamen onderweg ook oorlogsgraven en enkele grote gedenktekens tegen waar zwaar gevochten was. Diverse keren met de Albanese vlag erbij, dus het zijn slachtoffers uit het buurland.

Blog 9 Nr 6Camping in de tuin van hotel Bellevue bij Skopje

Duitse Mercedes met milieusticker

Met een taxi zijn we de volgende dag naar Skopje gegaan. De terugrit was een andere film. In een oude in Duitsland afgedankte Mercedes want de milieusticker zat er nog op. Daarmee wilde de chauffeur kennelijk nog even laten zien hoe goed die nog wel was. Hij reed in de stad denk ik wel 120 kilometer per uur soms, links en rechts inhalend, hard remmen, toeteren en zelf nog telefoneren. Maar we kwamen wonderwel veilig aan. Het was duurder dan heen, zoals altijd in een toeristenplaats. De heenrit waarvoor het hotel waar we bij staan had gebeld, was keurig zeven euro en een bonnetje. Voor terug vroegen we eerst de prijs aan de chauffeur. Hij vroeg 20 euro, toen we wegliepen riep hij al 18 en daarna 15, maar we bleven weigeren en toen plots 10. Dat hebben we toen maar gedaan want je moet terug, en dat weten zij ook.

Boekenstalletje in Skopje

Skopje is groots

Skopje is een prachtige stad, fantastisch zelfs. Groots met allemaal nieuwe gebouwen, vaak in oude stijl herbouwd met enorm veel grote standbeelden. Dit komt omdat de stad in 1963 voor tachtig procent door een aardbeving van 6.1 op de schaal van Richter werd verwoest. Er vielen toen meer dan duizend slachtoffers en 120.000 mensen raakten dakloos. Dankzij internationale hulpverlening is de stad nu deels weer en héél mooi herbouwd. Ook het oude treinstation in Skopje werd verwoest bij de aardbeving. De klok op het oude station is door de aardbeving stil blijven staan en wijst nog steeds 5.17 uur aan, het tijdstip van de beving. De overblijfselen van het gebouw zijn nu een herdenkingsplek voor de slachtoffers en een museum.

Centrum Skopje nu weer ruim opgebouwd

Corruptie en vriendjespolitiek

We hebben er onze ogen uitgekeken. Ook in het oude deel, de Bazar,  met veel leuke kleine winkeltjes en een grote markt. Dat was erg leuk om doorheen te lopen, al was dat wel moeilijk toen het 's middags 32 graden was. Ook de bruggen over de rivier zijn weer in oude luister, maar met nieuwe stenen hersteld.

Opbouw van Skopje nog steeds aan de gang

Op een terras aan het water hebben we heel luxe zitten eten. Met van alles erop en eraan. Totale kosten voor beiden samen 20 euro inclusief drinken. Het was ongelooflijk goedkoop maar dat bleek voor de Macedoniërs niet. Want we zaten later te praten met een Engels sprekende man. Hij bleek een Macedoniër te zijn die nu in Slovenië werkt maar voorheen ook in Duitsland en Finland. Buiten de grens verdiende hij vijfmaal zoveel als in z'n eigen land, waar het gemiddelde loon volgens hem nu nog steeds op 150 euro ligt. Er is een slechte economische situatie vertelde hij en ook politiek deugt het land niet. Veel corruptie, vertelde hij, en vriendjespolitiek.

Grote drukte op volle markt van Skopje

Balletje-balletje

Er waren ook veel bedelaars. Dat waren veelal zigeuners waar je hier een hele wijk van hebt. We zijn er niet wezen kijken. Ze verkopen hier van alles langs de straat, grote warenhuizen hebben we niet gezien, maar moeten er wel zijn. Ook balletje-balletje werd veelvuldig gespeeld. Veel toeristen trapten erin, zelfs wel met eurobiljetten van vijftig euro. Dom, dom! Skopje is werkelijk een heel bijzondere stad. Er werd ook geklaagd dat er zo weinig toeristen komen. De Macedoniër die wij spraken zei: "iedereen denkt dat er hier oorlog is, relletjes, vluchtelingen, maar er is niets aan de hand. Toch blijven de toeristen daardoor weg." Wij hebben overigens geen vluchteling gezien en geen problemen gehad.

Koninklijke forel

We bewaren wel de beste herinneringen aan Macedonië, speciaal wat betreft Skopje. En niet te vergeten Ohrid en het prachtige meer waaraan dit stadje ligt. Duidelijk toeristische hoogtepunten van dit nog arme, maar wel qua natuur, mooie land. In het restaurantje van de kleine intieme camping Rino aan de oever was de forel heel speciaal. Daar is het Meer van Ohrid ook beroemd om hadden we al gelezen. Ze zijn groot, bijna vergelijkbaar met een zalmforel. De ober vertelde dat Queen Elisabeth van Engeland ze zelfs van hier laat komen en graag eet. Gezien haar leeftijd dus kennelijk goed voor een gezonde ouderdom, dachten we bij het weggaan.

Grote forel uit Meer van Ohrid

Nu gaan we door naar Servië. Een lange rit van 440 kilometer. We willen in een ruk naar Belgrado, de hoofdstad en de grootste stad van dit land. Het is een 360 kilometer lange snelweg met tol. Met andere munten die we nog niet hebben. We zien wel!