Met de camper skiën in Spanje

Bert en Carla Romani

Bij een wintersportvakantie denk je niet zo snel aan Spanje. Dat is een zonbestemming, populair door stranden en hartje winter aan de costa’s milde temperaturen. Maar de hoge toppen van de bergrug die Frankrijk en Spanje van elkaar scheidt, biedt serieuze wintersportmogelijkheden. Tijd voor een roadtrip van west naar oost.

BRO Pyreneeen Skisafari Camper Ontheroad Genieten

We starten onze reis in Astún en Candanchú. Deze twee skiresorts liggen vlak naast elkaar, net over de Franse grens. We zijn in Aragón, een van de zeventien autonome deelstaten van Spanje. Via de Franse snelwegen en deels over de Route National zijn we in twee dagen naar de zuidelijke plaats Pau gereden. Het is de poort naar de Pyreneeën. Een goed te berijden weg brengt ons steeds verder bergop, tot zo’n 1.500 meter boven zeeniveau. 

Astún en Candanchú zijn resorts, wat betekent dat er niet veel oorspronkelijke bebouwing staat, maar vooral hotels en appartementencomplexen. Het verdient allemaal niet de schoonheidsprijs. Het is vooral praktisch, omdat je vanaf je hotelbed bij wijze van spreken direct de pistes op kan. Wij kunnen ne mogen de camper parkeren op een van de parkeerplaatsen bij de skilift. Hier mag je overnachten, voorzieningen zijn er niet en dat zal op een groot deel van de skisafari de regel worden. 

Perfecte leefomgeving 

Het is half februari en de temperaturen zijn vrij hoog voor de tijd van het jaar. De zon schijnt uitbundig. Welkom in Spanje. We skiën van piste naar piste door het gebied. Mooie brede banen van het niveau blauw en rood. Nergens wordt het echt zwaar, ideaal voor de Nederlandse wintertoerist. 

In de middag verplaatsen we de camper naar Candanchú, de overbuur van Astún. Het skiresort is ook bereikbaar met de skibus, maar het verplaatsen is een kleine moeite. Het skigebied van Candanchú is ruiger, spannender en je hebt even nodig om precies te weten hoe de liften en pistes op elkaar zijn aangesloten. De steile rotswanden zijn hier indrukwekkend. Anders ook dan in de Alpen. 

De roofvogels hebben hier een prefecte leefomgeving. We spotten twee steenarenden en een aantal vale gieren. Ze lijken zich niets aan te trekken van die rare poppetjes onder ze, die zich omhoog laten takelen en weer naar beneden laten glijden. 

Tapasbarretjes 

Op ongeveer 25 kilometer van deze twee skiresorts, aan de voet van de Pyreneeën, ligt de Spaanse provinciestad Jaca. Daar overnachten we na de skidag op een rustige camperplaats vlak bij het oude centrum. Als we ontwaken, is de lucht weer strakblauw en staat de thermometer op veertien graden. Tijd voor een citytoer. 

Jaca blijkt een leuke compacte Spaanse stad met een aantal historische bezienswaardigheden, zoals de kathedraal en de citadel. Het is een voormalig pelgrimsoord aan de bekende route naar Santiago de Compostella. 

Na een beetje slenteren en sfeer proeven is het tijd voor de lunch en een goed adresje is snel gevonden, want in het oude centrum stikt het van de gezellige tapasbarretjes. We doen ons tegoed aan sardientjes in de olie, spinazierolletjes en de seranoham ontbreekt niet. Is de sfeer in de skigebieden eerder toeristisch, in Jaca ervaar je de echte Spaanse cultuur. 

Paella op het menu

De volgende stop ligt een dal verder en dan zitten we in het berggebied van Aramón met de skigebieden Formigal, Panticosa en Cerler. We starten in Formigal, maar vermijden wel het weekend om te gaan skiën. De Spanjaarden komen dan in groten getale en het is er een drukte van belang. 

We maken daarom even een uitstapje naar de Franse kant en komen daar het piepkleine skigebeid Artouste tegen, waar naar het lijkt bijna niemand is. We vragen ons zelfs af of het wel open is. Voor 14 euro per persoon hebben we een halvedagskaart om de 25 kilometer piste te verkennen. 

Met uitzicht op het stuwmeer Lac de Fabrèges genieten we van de gevarieerde afdalingen en we verbazen ons over de rust en de ruimte. We sluiten af met crèpes en warme chocolademelk en rijden weer over de pas via Formigal, naar onze uitvalsbasis, een kleine camping in Escarrilla. Er staat paella op het menu. 

Als alle Spanjaarden weer aan het werk zijn, skiën we in het grote skigebied van Formigal. Het is een van de grootste in Spanje met een modern netwerk van liften, pistes en bergrestaurants. We maken heel wat kilometers en ploffen lekker moe op een terras om ook even van de zon te genieten, die al behoorlijk sterk is. Eind februari in Spanje is het weer vergelijkbaar met dat van eind maart in de Alpen. Heerlijk voorjaarsweer dus. 

Fenomenale route 

In een zijdal bij Escarrilla vinden we aan het eind een mooi wandel- en langlaufgebied en halverwege de parel Panticosa. Redelijk onbekend, maar een snelle cabinelift brengt ons midden in een heerlijk klein skigebied, dat tot 2.200 meter hoogte gaat. 

Mooie pistes om relaxte bochten te maken, een fantastisch uitzicht en een gemoedelijke sfeer maken van Panticosa ook een echt familieskigebied, ook zeer geschikt voor kinderen. P de grote parkeerplaats van het dalstation mag je overigens overnachten met de camper. Gratis, maar ook hier is geen enkele voorziening.  

Om in Cerler te komen, moeten we ons een behoorlijk stuk verplaatsen van west naar oost. Een werkelijk fenomenale route, die landschappelijk misschien wel een van de mooiste is van de Pyreneeën. De rustige wegen zijn prima te rijden. Goed asfalt, sneeuwvrij en ondanks behoorlijk bochtige delen, is het op deze weg heerlijk sturen met de camper. 

Bij Torla slaan we af naar het Nationaal Park Ordesa y Monte Perdido. Ons plan was om daar neen sneeuwschoenwandeling te maken. Maar Koning Winter is ons niet goed gezind, want er ligt gewoon geen vlok sneeuw. Het grote massief heeft duidelijk de sneeuwbuien tegengehouden die vanaf de Franse kant komen aanwaaien. Ondanks dat genieten we van het prachtige natuurgebied. 

Supermooie plek 

In de app Campercontact vinden we een goed aangeschreven natuurlijke camperplaats in de buurt. De weg ernaartoe is echter te slecht. De onverharde route van zes kilometer wordt steeds smaller en de gaten steeds dieper. De camper piept en kraakt en we besluiten de grenzen niet op te zoeken en keren om nu het nog gaat. 

In Ainsa vinden we een goed alternatief. Een supermooie plek op een heuvel met uitzicht op Ordesa en op loopafstand van het historische dorp. Daar bezoeken we nog een vogelopvang voor zieke en zwakke gieren. Ook zitten er twee uilen waarvan er één blind is aan een oog. 

Alpenhellingen 

We hebben een goede nacht en rijden na een ontbijt met verse broodjes via de Collado de la Foradada en Castejón naar Benasque. Wederom een prachtige route dwars door de indrukwekkende valleien van de Pyreneeën. We stoppen regelmatig om even uit te stappen en de omgeving op ons in te laten werken. 

We hebben al lang niet meer het gevoel dat we op wintersport zijn. Boven op de hoge toppen skiën we prachtige afdalingen, maar ertussendoor is het genieten van de rust en alles wat Spanje hier te bieden heeft. We worden er per dag relaxter onder en ik denk regelmatig aan de massa’s skiërs die nu in het absolute hoogseizoen op de Alpenhellingen elkaar verdringen. 

In Benasque hebben we meerdere keuzes: de camperplaats in het dal bij het stadje met tal van restaurants, terrasjes en winkeltjes, of boven op de parkeerplaats bij de skilift in het resort. Wij kiezen voor beneden, maar gaan eerst verder het doodlopende dal in. Aan het eind is een prachtig plateau waar wandelaars en langlaufers hun sport beoefenen. 

We blijven er heerlijk in de zon even genieten, voordat we als skiër naar het hoger gelegen Cerler rijden. De lucht betrekt langzaam, maar ondanks dat is het prima afdalen over de lange pistes. De wind heeft er wel huisgehouden en meerdere afdalingen zijn verijsd. Iets meer de kanten erin dan maar, om de ski’s onder controle te houden. 

We leggen de negen kilometer lange afdaling af en daarmee hebben we meteen een goede indruk van het gebied. Verrassend gevarieerd en met betere sneeuwcondities een goed gebied voor de ervaren skiër, die ook weleens buiten de pistes wil skiën. 

Het meest bekende en mondaine skioord Baqueira-Beret bereiken we via de tunnel de Vielha. We komen nu in het hoogste gedeelte van de Spaanse Pyreneeën en niet voor niets ligt hier ook het grootste en meest luxe skigebied. 

Oneindig veel pistes, razendsnelle liften, moderne, grote pisterestaurants. Alles tiptop voor de wintersporttoerist. Het is even een cultuurshock als je net uit de Aramón komt met knusse dorpjes en kleinschalige skigebieden. Maar Baqueira mag gewoon niet ontbreken als je van west naar oost reist. 

Er is een prima uitgeruste camperplaats in Vielha. Alles wat je nodig hebt is aanwezig, maar... als je in de ochtend naar boven rijdt, sta je hopeloos in de file. Dus wij kiezen na een dag voor de parkeerplaats in Beret midden in het skigebied. Offgrid, maar wel ski-in-ski-uit. 

Het is weer weekend en dan maken we andere keuzes. Vanaf de camperplaats in Beret is het prachtig wandelen en er is een sledehondencentrum dat tochten aanbiedt. Wij binden onze stijgvellen onder de ski’s en besluiten een skitoertje te maken. Heerlijk een verlaten helling omhoog klunen, genieten van de rust, uitkijkend over de kroelende skiërs aan de andere kant. De pistes kunnen wachten. 

Gouden greep 

Na drie dagen verlaten we Baqueira en zoeken weer de rust op. Via de bergpas dalen we af en we vinden een leuk campinkje in het Vall d’Aneu. Met enig speurwerk hebben we een piepklein skigebiedje ontdekt dat de naam Espot draagt. Een handvol liften en pistes. Het blijkt een gouden greep te zijn. 

Het gebiedje is superleuk, er is geen kip en de sneeuw is fantastisch. Bovendien kost de liftpas een schijntje. We vermaken ons prima en op de camping kunnen we alles weer opladen, water vullen en het toilet legen. De combinatie van overnachten op de camperplaatsen en af en toe een camping is eigenlijk perfect. 

Onder de sterrenhemel 

In Sort vinden we een goede skiwinkel. Onze ski’s zijn bot geworden, dus laten we ze even slijpen en waxen. In de winkel spreek ik een Nederlander, die ooit als raftgids hier terecht is gekomen en is blijven hangen. Hij tipt nog het skigebied Port Ainé en regelt voor ons twee skipassen. Een lange bochtige klim brengt ons in het skigebied. Bijna boven wordt na een scherpe bocht opeens alles wit. De sneeuwgrens. Ook dit is weer een verrassing. 

Op de parkeerplaats is overnachten toegestaan en we slapen hier onder de sterrenhemel. Het zijn onze laatste skidagen en het zijn zeker niet de minste. We blikken nog een keer naar het zuiden waar we de bergruggen steeds lager zien worden tot ze overgaan in de Spaanse hoogvlaktes. 

Onze tijd zit erop. Verder door naar het oosten heeft geen zin. De skigebieden Masella en La Molina hebben nauwelijks genoeg sneeuw deze winter en Andorra bewaren we voor een andere keer. We nemen de zuidelijke route va de Coll de la Creu de Perves naar de hoofdweg, die weer naar de tunnel de Vielha leidt. Met weermoed passeren we de Spaans-Franse grens en per kilometer worden de bergen lager. Binnen een uur zijn we eruit. Maar we komen terug, want we zijn er nog lang niet uitgekeken.