Door paardenpark Le Perche in Normandië

Rob en Elze Klute

In augustus kun je in Frankrijk de toeristische gebieden en de tolwegen beter mijden. Wij hebben liever de gezellige dorpjes die we langs de Route Nationale passeren. Omstreeks het middaguur kun je er een kanon afschieten: de Fransman zit dan in het café aan zijn repas. We zijn onderweg naar het natuurpark Le Perche in Normandië.

RKL Le Perche 10. Percherons

Het park Le Perche heeft een oppervlakte van bijna 200 duizend hectare en ligt voor het grootste deel in het departement Normandië. Het bestaat voornamelijk uit bos, weiden en glooiende heuvels en is rijkelijk voorzien van fraaie kastelen, landhuizen en boerderijen. Paardenliefhebbers kunnen er hun hart ophalen, dankzij de vele stoeterijen, maneges en ruiterpaden. Kenners weten dat de percheron een bijzonder paardenras is dat in dit gebied veel gefokt wordt. Sfeervol zijn de vier dorpen die het label Petite Cité de Caractère dragen. We gaan er een paar bezoeken.

We starten onze reis in Verneuil-sur-Avre, dat weliswaar net buiten het natuurpark ligt, maar zeker de moeite waard is om te bezoeken. Het is een interessant middeleeuws stadje met de nodige bezienswaardigheden.

Hoektorens

We krijgen ze allemaal te zien als we de wandelroute volgen die we bij het Office de Tourisme naast de Église Sainte-Madeleine hebben gekregen. De imposante klokkentoren van 56 meter hoog, een juweeltje van laatgotische stijl, vindt steun tegen de beuk van de kerk. De gemeentelijke mediatheek Jérôme-Carcopino is een monument met prachtige hoektorens. De façade is een soort dambord opgebouwd uit grison, ijzerhoudende zandsteen en vuursteen; de constructie dateert uit de vijftiende eeuw.

Nu noemen we nog maar twee van de meer dan twintig historische monumenten, die allemaal op loopafstand liggen van de camperplaats bij de Salle des Fêtes. Als we het regionale park inrijden, komen we in la Ferté-Vidame langs een spookkasteel waarvan alleen nog het skelet overeind staat. Het maakt op ons een griezelige indruk.

Magnifiek uitzicht

Aan de rand van de bossen van Bellême ligt La Perrière, bestempeld als Petite Cité de Caractère: typisch zo’n klein dorp met een eigen karakter. We vinden er kleurrijke huisjes in pittoreske straten met kunst in diverse galeries en veel brocante, waaronder twee Citroëns HY, de iconische bestelwagen die in 1947 in productie ging.

Midden in het centrum staat La Maison d'Horbé, een zeer chique Salon du Thé, eens het huis van de fabrikant van de filet perlé. Vanaf 1850 was La Perrière het centrum van de vervaardiging van dit ruitvormige of vierkante stekennet, toegepast op meubeltextiel of kleding; de specialiteit werd het parelnet. Toen onder anderen Coco Chanel het borduurwerk gebruikte in haar ontwerpen, werd het dorp La Perrière wereldberoemd.

Elk jaar wordt tijdens het Pinksterweekend een grote kunstmarkt gehouden met werken van meer dan tachtig kunstenaars. Hier komen duizenden gepassioneerde en nieuwsgierige mensen op af. Achter de Église Notre-Dame du Rosaire hebben we een magnifiek uitzicht over het platteland van Le Perche en staan we ook even stil bij de eeuwenoude gevangenis.

Les percherons

Als we op weg gaan naar Bellême, stoppen we bij een manege om meer te weten te komen over de percheron. De paardenfokker, monsieur Julien Fouasnon, ontvangt ons vriendelijk en vertelt dat het ras in de kleuren schimmel en zwart voorkomt en behoort tot de bekendste Franse trekpaarden. Ze worden onder meer ingezet als sleeppaard in de bosbouw en demonstreren hun kracht tijdens trekwedstrijden.

Omdat Fouasnon ‘s middags met een tweespan een bruidspaar gaat ophalen uit de kerk in Bellème, zorgen wij ervoor dat we daar ook zijn, wat leuke plaatjes oplevert. In Frankrijk is de zaterdag een favoriete dag om te trouwen. Als we bij het gemeentehuis staan, geven achtereenvolgens drie bruidsparen elkaar het jawoord. De kerkklokken stoppen met luiden en zodra ‘ons’ bruidspaar is verdwenen, wandelen we door Bellême en drinken een glas wijn op een zonnig terras met zicht op een fraaie middeleeuwse poort, met daarachter herenhuizen met karakteristieke gevels.

In Nocé bevindt zich la Maison du Parc met het bezoekerscentrum van Le Perche. We maken met een tweespan een tochtje door de weilanden, de boomgaard en langs de bijenkorven. In het park staat een iconisch herenhuis uit de vijftiende eeuw, een van de grootste in zijn soort. Het is voor publiek geopend en biedt op drie etages verschillende tentoonstellingen over het park en de paarden.

Rust en stilte

Dan gaan we door naar het spoorwegstation Condé-sur-Huisne. Van hieruit fietsen we over het voormalige tracé van de trein en komen langs oude stationnetjes in Rémalard-Bellou en Dorceau. Het fietspad, een zogenoemde voie verte, gaat over enkele ijzeren spoorbruggen. Het stuk dat wij fietsen maakt deel uit van de lange route van Mont Saint-Michel naar Parijs.

We kunnen het niet laten: voordat we weer richting huis gaan, rijden we nog even op ons gemak door dit prachtige stukje Frankrijk. We genieten van mooie uitzichten, gezellige dorpjes en prachtige kastelen zoals dat in Frazé, dat vele keren per jaar het toneel vormt voor tentoonstellingen, concerten en andere culturele activiteiten.

De laatste nacht brengen we door op de camperplaats in La Madeleine-Bouvet aan een mooie étang, een paradijs voor vissers. In het dorp is een grot van Madeleine verborgen en langs de Route Royale van Parijs naar Le Mans staat een oude hectometerpaal, maar verder is er niet veel te beleven. Juist daarom staan wij er zo graag, want op z’n tijd houden we van rust en stilte.

Als we het Forêt de Perche verlaten, herinneren op een rotonde levensgrote beelden nog even aan het prachtige paardenras waar dit gebied zo bekend om staat. We kijken terug op een afwisselende campertrip door een relatief onbekende streek in het noordwesten van Frankrijk.

Overnachten

Aire Municipale, Verneuil d'Avre et d'Iton, 25435.
Aire de campingcars Le Gué-de-la-Chaîne, Belforêt-en-Perche, 89200.
Place de l’Etang, La Madeleine-Bouvet, 12088.

De sitecodes verwijzen naar locaties op Campercontact.com.