Zo kun je de gasslang en drukregelaar vervangen

Er geldt in Nederland geen wettelijke regel voor de vervangingstermijn, fabrikanten hanteren een termijn van tussen de 5 en 10 jaar. Als de slang zichtbare beschadigingen heeft of droogtescheuren, vervang je natuurlijk onmiddellijk. Op de slang staat altijd een datum, dat kan de productiedatum zijn, maar ook de uiterlijke vervangingsdatum. Bij deze slang zijn beide data duidelijk aangegeven. Koop een slang van dezelfde lengte als de oude. Een te korte slang knikt gauw in bij montage en kan op die plek verzwakken. Een te lange slang kan klem komen zitten en daardoor beschadigd raken. Let op de juiste koppelingen. Er zijn verschillende maten en sommige wartels aan het einde zijn voorzien van een extra kerfje ter indicatie.

De beschrijving gaat uit van een eenvoudige installatie: Gasfles -> drukregelaar op de fles -> flexibele slang -> vaste leiding.
Bovenstaande foto toont een iets uitgebreidere aansluiting: gasfles, EFV (Excess Flow Valve, die sluit de toevoer af bij slangbreuk) -> flexibele leiding -> drukregelaar met crashsensor -> vaste leiding.
Hierbij verloopt het vervangen van drukregelaar en leiding uiteraard iets anders. Ongewijzigd blijft echter de noodzaak met regelmaat te vervangen, passende materialen te kopen en veilig te werken.

Als de slang vervangen moet worden, is de drukregelaar meestal ook aan de beurt. Het rubberen membraam binnenin veroudert namelijk ook. Het productiejaartal en de productieweek staan ingeponst in de behuizing of afgedrukt op een sticker. Let bij de aanschaf van de drukregelaar en gasslang op het volgende:

• Koppeling fleszijde (meestal DIN-koppeling) met 21,8mm LH (linkse draad)
• Koppeling aan slangzijde standaard ¼” LH (linkse draad)
• Werkdruk: meestal 30 mbar, maar soms 50 mbar zoals bij sommige oude campers. Dit staat op de regelaar vermeld. Haal deze niet door elkaar!
• Met afblaasventiel (hier het rode dopje op de foto).

Het afblaasventiel zorgt ervoor dat bij een defecte drukregelaar het gas niet met de volledige flesdruk in je kachel of gasfornuis komt, maar in de gaskast wordt afgeblazen. Het is daarom erg belangrijk dat de gasfles in een afgesloten ruimte staat met een grote opening aan de onderkant naar de buitenlucht. Toch komt er dan nog steeds te veel druk op je gasapparaten te staan. Heb je ineens een zeer grote vlam, zet dan direct de gasapparaten uit en controleer de gasdrukregelaar. 

Schroef de wartel van de gasdrukregelaar los van de fles. Forceer niet met een tang. Bedenk dat je deze gasaansluiting juist rechtsom losdraait. Dus andersom dan gewone moeren!

Haal dan de slang van de regelaar af, door de wartel met het kerfje eveneens rechtsom los te draaien. Hierbij heb je misschien een steeksleutel nodig.
(Nooit een waterpomptang gebruiken, die beschadigt de wartel en maakt er gevaarlijk scherpe bramen aan).

Tenslotte haal je de slang los van de vaste leiding in de camper. Draai ook hier de moer aan de kant van de buis los. Het is niet de bedoeling dat de hele koppeling om de gasbuis gaat draaien. Houd daarom de koppeling in het middelste gedeelte vast met een andere steeksleutel.

Sluit de nieuwe slang nu aan op de vaste leiding in de camper. Als de bronskleurige sluitring op de vaste leiding niet te sterk vervormd is, kan je die laten zitten en ook de oude wartel hergebruiken. De nieuwe wartel en ring draai je daarom eerst van de koppeling op de slang af. Zet de moer aan de camperzijde goed vast met een steeksleutel. Omdat het LH draad is, draai je linksom vast. Gebruik genoeg kracht, want de metalen ring moet ietsje vervormen om gasdicht af te sluiten. Maar gebruik ook niet al je kracht, want dan kan je de ring echt beschadigen.

Sluit nu het andere einde aan op de uitgang van de drukregelaar. Draai de wartel met de kerfjes linksom (LH draad) goed vast met een passende steeksleutel.

Sluit nu de drukregelaar met de hand aan op de fles. Voor het laatste beetje kan je de ring met drukregelaar erbij met de hand vastdraaien om het goed vast te zetten.

Controleer goed of er geen lekkage is. Zet de gasfles en afsluiters open. Ruik je nu al gas, sluit dan alles af en zet alles nog eens goed vast.
Ruik je niets, spray dan alle koppelingen in met lekzoekspray of een oplossing met veel zeepsop en kijk goed of je kleine belletjes ziet ontstaan. Als dat zo is, sluit je de kranen weer snel, zet je alles beter vast en controleer je het opnieuw. Als je op je gasfles een drukmeter hebt, kan je daarmee ook controleren of er een lekkage is. Zet voordat je gaat rijden de gasfles goed vast met een spanband.

Natuurlijk probeer je ook je gasstel nog even uit. Schrik niet als het aansteken niet gelijk lukt. Er zit nogal wat lucht in de leiding en dat moet er eerst uit voordat je gasstel, kachel of koelkast kan ontsteken.

Gas is brandbaar en explosief. Dus ben je er niet helemaal zeker van of vertrouw je het niet, kies dan voor veiligheid en laat er een vakman naar kijken. Die kan ook de gasinstallatie afpersen om een eventueel lek vast te stellen. Als je gaat rijden kan je het best de hoofdkraan van de gasfles dicht draaien. Wil je toch gas gebruiken tijdens het rijden, bijvoorbeeld voor de verwarming, dan moet je minstens een goede crashsensor in je gassysteem hebben opgenomen. Meer daarover vind je op onze adviespagina gasgebruik in de camper. Met een goede gasinstallatie kan je weer veilig op pad.