Altijd de juiste druk op de camperband

De juiste druk is erg belangrijk voor de veiligheid en de levensduur van de band. We vertellen je waarom en wat je er voor kan doen om veilig, voordelig en milieuvriendelijk te rijden.

Meten van bandendruk met digitale meter

Zestig procent van de Nederlanders rijdt op te zachte banden. Dat betekent zeker voor een camper dat je minder wegcontact en een slechter stuurgedrag hebt. De remweg wordt langer, je verstookt meer brandstof en er treedt extra slijtage op. De band kan er ook door beschadigen met extra risico op een klapband. Te zacht is dus niet goed, maar ook een te harde band heeft risico's.

De gevolgen van een verkeerde bandendruk

Harde band

Is de band te hard dan moet je oppassen dat de maximumdruk niet wordt overschreden, want dit verhoogt het risico op een klapband. Het loopvlak zal enigszins bol gaan staan waardoor het wegcontact vermindert en het profiel in het midden van het loopvlak snel slijt. Aan de buitenkanten is de slijtage dan veel minder. Een (te) harde band zal wat zuiniger rijden qua brandstof, maar wegligging en bandenslijtage worden negatief beïnvloed. Bovendien vertoont de band dan gauw 'stuitergedrag'. Een te hard opgepompte band kan ook nadelige gevolgen hebben voor de band. Deze band mist namelijk de souplesse voor het opvangen van sterke uitwendige belasting. Zo krijgt de band een stevige mokerslag bij het rijden over een oneffenheid. Als dit vaak genoeg gebeurt, beschadigt de band inwendig en krijg je een klapband.
Onderstaande foto laat zien wat er van zo'n band overblijft.

Klapband

Zachte band

Als je band te zacht is, wordt hij aan de onderkant meer ingedrukt en gaan de wangen bol staan. Aan de bovenkant van het wiel staan ze weer normaal. Tijdens het rijden bewegen de bandwangen zo vaak heen en weer dat ze heet kunnen worden en ook de inwendige versterking kan beschadigen. Hierdoor loop je op den duur risico op een klapband. Bovendien zal aan de onderzijde het midden van het loopvlak wat hol gaan staan. Hierdoor krijg je ongelijkmatige slijtage op het loopvlak. Aan de buitenkant zal het profiel veel sneller afslijten dan midden op het loopvlak.

Illustratie met  bandendruk. Te harde banden, te zachte banden en de juiste druk

Bij een druk die 20% te laag is, wordt de rolweerstand 10% hoger. En daarmee ook het brandstofverbruik. Maar ook de slijtage neemt toe. Bij een druk die 30% te laag is slijt de band 50% sneller. Dus je bent eerder toe aan nieuwe banden!
Bedenk ook dat alle slijtage van de band als fijnstof in het milieu komt.
Rijgedrag: een zachte band zal meer de neiging hebben te zwabberen. Zeker een camper met een lange oversteek, garage met vaak een zware lading en eventueel nog een fietsenrek met zware e-bikes maken dat de camper meer wil kwispelen dan je prettig vindt.

Controle bandendruk

Zorg dat je altijd op de juiste bandendruk rijdt en zeker niet op te zachte banden. Controleer de bandendruk minstens voor iedere lange reis en minstens om de twee weken als je op pad bent. Dat kan met een goede handdrukmeter, bij een benzinepomp en voor nood ook met een reparatiesetje als je dat hebt. Heb je een eigen drukmeter, vergelijk die dan ook eens met de waarden van een officiële meter. Er willen nog wel eens verschillen optreden.

Als je wilt weten hoe je de banden kunt vullen en controleren, bekijk dan de instructie Zo kun je een band oppompen met een bandenreparatieset.

Waar je op moet letten bij het meten van de druk:

  • Meet als de band koud is, dan geldt namelijk de waarde uit de opgave.
    Een warme band kan bijvoorbeeld een 0,3 bar hogere druk hebben dan een koude. Na een kwartier rijden kan de band al warm zijn en een hogere druk aangeven. Laat in dat geval nooit lucht weglopen als de warme band iets teveel druk lijkt te hebben, want anders is de band na het afkoelen weer te zacht. Als je toch tijdens de rit moet bijvullen kan je eventueel een paar tiende bar hoger vullen dan de opgave. Controleer dan later bij koude banden de druk nog even opnieuw.
  • Ook voor winterbanden mag je tegenwoordig dezelfde bandendruk aanhouden.

Als het voertuig beschikt over TPMS (Tyre Pressure Management System) kan het zelf de bandendruk ‘continu’ bewaken. Dit TPMS zit soms in nieuwere campers (eventueel als optie besteld) en waarschuwt op het dashboard als er een of meer waarden teveel afwijken. Ga bij zo'n melding zeker de bandendruk controleren en kijk of je een oorzaak kunt vinden van het drukverlies.

De juiste bandendruk voor je camper

Kijk voor de juiste druk van de band naar de sticker in een van de deurstijlen, in het handschoenenkastje, achter de brandstofklep of achter de zonneklep. Je vindt het ook in de gebruiksaanwijzing van de camperfabrikant. Kijk wel bij het juiste type band zoals die ook op jouw camper zit. Je ziet dat in grote letters op de zijwang van je band. Wil je meer weten wat al die codes betekenen, kijk dan op dit moet je weten over de band.

Gebruiksaanwijzing camper met bandendruktabel

De voor- en de achterband hebben meestal een verschillende druk. Belangrijk is dat de druk nooit hoger mag zijn dan de max. toegestane druk die op de zijkant van de band staat bij het max. gewicht.

Bar of P.S.I. ?

In Europa gebruiken we de voor de druk de eenheid bar, camperbanden zitten vaak tussen 4,5 en 5,5 bar. Officieel wordt ook kpa (kilopascal) gebruikt. Die waarde is precies 100x de waarde in bar, dus dat kan je makkelijk omrekenen. In de lijsten en op drukmeters staat soms de druk in P.S.I. (Pounds / Square Inch). Dat is een Amerikaanse eenheid waarvan de waarde ca 15x hoger ligt dan in bar. Je kan alle waarden omrekenen met behulp van deze tabel.

Manometer van bandendrukmeter

De optimale druk op je camperband

Is de druk in de gebruiksaanwijzing absoluut de beste waarde? Afhankelijk van waar je kijkt, staat er soms een andere druk vermeld. De waarde die de camperbouwer in zijn handboek zet is vaak een veilige waarde waar de fabrikant zich geen buil aan kan vallen. Hij gaat daarbij uit van maximale belading of de maximumdruk van de band. De band is soms zo hard dat de camper niet erg comfortabel rijdt en bijna over de weg stuitert. De ideale druk is afhankelijk van diverse factoren. Het merk en soort band, de afmetingen en de belading van de camper en daarmee de asdruk en het gebruiksdoel van de banden. Al die variaties kunnen natuurlijk nooit in de korte tabel van de fabrikant meegenomen worden. Vandaar dat de fabrikant vaak een veilige (hoge) waarde kiest. Ook bij garages wordt er daarom soms standaard een hoge druk gehanteerd.

Sommige mensen vinden dat niet wenselijk en willen de druk optimaliseren. Kijk je naar de adviezen van bandenfabrikanten, dan kom je vaak op een lagere adviesdruk uit. Bij die lagere druk zal de band ook een iets meer verende werking hebben wat comfortverhogend werkt. De tabellen zijn gemaakt op basis van berekeningen en praktijktests door de fabrikanten zelf, rekening houdend met het soort band en de belasting door het gewicht van de camper.

Wat is nu de beste druk? Die van de camperfabrikant of die van de bandenfabrikant? De NKC volgt in beginsel het advies van de fabrikant van de camper, maar het is duidelijk dat de fabrikant hierbij kiest voor de veilige kant. Immers, een band met een spanning die hoger is dan noodzakelijk levert veel minder veiligheidsrisico’s op dan een te zachte band. En het is voor de fabrikant ondoenlijk om alle waarden op een sticker te vermelden, bij de verschillende bandenmaten en -soorten, velgdiameters en asbelastingen.

Blindelings de waarden van het instructieboekje of de deursticker volgen, kan echter wel leiden tot bandenspanningen die het rijcomfort negatief beïnvloeden. Wie het rijcomfort wil verhogen en het stuiteren tegen wil gaan, kan daarom dus overwegen om de spanning aan te passen volgens de tabellen van de bandenfabrikant. Deze zijn tot stand gekomen via een uitgebreid testprogramma, waarbij rekening is gehouden met de verschillende beladingen, slijtagebeeld en wisselende weg- en weersomstandigheden.

Dat aanpassen van de spanning dient echter zorgvuldig te gebeuren en soms in stappen. Bij twijfel kan een verhoging van 0,5 bar ten opzichte van de tabel extra zekerheid geven, zolang de maximaal toegestane druk niet wordt overschreden. Ook kan de bandenleverancier behulpzaam zijn.

Asdruk en weging

Hoe bepaalt de bandenfabrikant de optimale bandenspanning? In de eerste plaats is de belasting van de band van belang. Daarvoor wordt meestal de asdruk bij voor de betreffende gevraagd. Hiervoor kan je de maximale asdruk nemen die voor je camper geldt. Die vindt je op het typeplaatje of bij de RDW gegevens. Vul je kenteken in bij de RDW kentekencheck en klik dan op het tabblad 'technisch' en vervolgens op de regel  'gewichten'. Dan vindt je in kolom 1 de max. aslast voor de vooras en in kolom 2 de max. aslast voor de achteras. Omdat de vooraslast meestal verschilt van de achteraslast, is de bandendruk bij elk van de assen meestal ook verschillend. Bij de achteras is die meestal hoger.
Nog realistischer is het om de camper (met volledige belading plus passagiers) te wegen op een weegbrug. Weeg dan de vooras en de achteras apart (of één as apart en het totaalgewicht, dan kan je de andere aslast berekenen).
Zoek nu de druktabel op van de fabrikant voor de betreffende band. Deze is lastig te vinden maar hier staan de druktabellen voor Continental- en Michelinbanden.

Advies bandenfabrikant

Stel we hebben een camper met een voorasgewicht van 1.630 kg en 1.750 kg op de achteras en we willen de druk weten voor onze Continentalbanden type 225/75 R 16 CP met een loadindex van 118 en een Ply Rate van 10. In het Continentalboek vinden we de band op bladzijde 95. Zoek de band op en kijk daarbij in de regel voor de aslast (let op, sommige tabellen gaan uit van de wiel- of bandbelasting, dat is dus meestal de helft van de aslast).

Let op: de afkortingen FA is Front Axle (vooras). RA is Rear Axle (achter as) gevolgd door een S of T. S staat voor single (één band aan ieder as-einde) en T staat voor Twin (twee banden naast elkaar aan een as-einde). Twin wordt in het Nederlands wel 'dubbellucht' genoemd. Bij dubbel lucht kan elke band op zich iets minder belasting aan omdat ze door de plaatsing vlak naast elkaar hun warmte wat minder kwijt kunnen. Meestal kijken we dus voor de voorbanden onder FA en voor de achterbanden onder RA S.

Tabel met bandengegevens en voorbeeldwaarden voor Continental

Voor de vooras (in de regel FA) zoeken we 1.630 kg op. De dichtstbijzijnde waarde is 1.685 kg. Boven in de kolom vinden we de door Continental geadviseerde druk: 3.0 bar.
Voor de achteras zoeken we op (in de regel RA S) zoeken we op 1.750 kg. We gebruiken hiervoor de kolommen met 1.715 en 1.815 kg. Veiligheidshalve kiezen we de kolom met het hoogste gewicht. Daarbij vinden we bovenaan de druk van 3,75 bar.
Dat is wel een flink verschil met de soms standaard gehanteerde 5 of 5,5 bar. Als je de stap groot vindt, kan je eens proberen de banden eerst een stukje minder hard op te pompen en kijken of de camper prettiger rijdt en je nog steeds een veilig gevoel geeft. Bedenk dat de band altijd wel wat harder kan (zolang je niet boven het maximum van de band zit dat op de zijkant staat). Sommige adviezen wijzen ook wat die kant op. Tabellen zijn veelal opgesteld voor gewone bestelbussen, niet voor campers. Een camper heeft vaak een langere oversteek bij de achteras en een hoger zwaartepunt.

ALKO (bekend van ALKO-camperchassis) adviseert daarom bij campers 0,5 bar hoger aan te houden dan een standaardtabel.

Michelin gaat wel van haar eigen tabellen uit, maar schrijft in een voetnoot dat bij CP-banden voor de achterbanden altijd 5,5 bar aangehouden dient te worden. Al met al lijkt het raadzaam bij gebruik van de tabel voor de achterbanden toch een iets hogere waarde aan te houden bij een camper, mits je niet boven het maximum komt dat op de zijkant van de band staat.

Stel we hebben een Michelinband Agilis Camping 225/ R 16 CP, dan pakken we ook daarvoor de gebruiksaanwijzing. Een actuele versie is moeilijk te vinden, maar wij gebruikten de Michelin Betriebsanleitung Pkw-Reifen, Off-Road- SUV-Reifen, Llkw-Reifen uit 2015.

Tabel met bandengegevens en voorbeeldwaarden voor Michelin

We vinden hier niets over de Ply Rate en er staan ook geen aparte tabelwaarden voor voor- repectievelijk achteras. Wel wordt in afwijking van Continental voor de achteras niet op de achterasbelasting gelet, maar wordt een vaste waarde gekozen. De voetnoot meldt dat voor CP-achterbanden gewoon het maximum van 5,5 bar wordt geadviseerd. Ook hier zal de motivatie zijn dat de achteras vaak zwaar (som zelfs te zwaar) beladen is en de camper geen gewone (bestel)wagen is maar door zijn soms lange oversteek van de garage en hoger zwaartepunt dan andere voertuigen wel wat meer stevigheid en stijfheid van de banden kan gebruiken.

Wat is met al deze adviezen nu de beste bandenspanning? Daar is nog steeds geen eenvoudig antwoord op. De waarheid ligt wellicht tussen de hoge opgave van de campergebruiksaanwijzing en de lagere opgave van de bandenfabrikanten welke een comfortabeler en evenwichtiger gedrag lijken te geven. Het NKC-standpunt lees je hierboven onder de kop "De optimale druk op je camperband".

TPMS

Als je besluit je banden standaard op een lagere druk in te stellen dan voorheen en je hebt een TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) in je camper, dan loop je grote kans dat er op je dashboard het TPMS logo oplicht dat je daarmee waarschuwt voor de 'te lage' bandendruk.

Immers je voertuig verwacht nog steeds 5 of 5,5 bar. In dat geval kunnen de referentiewaarden van het TPMS meestal aangepast worden. Hoewel camperdealers, garagebedrijven en zelfs voertuigfabrikanten soms zeggen dat dat niet mogelijk, blijkt het in de meeste gevallen wel degelijk mogelijk. Bijvoorbeeld met behulp van sommige diagnostische software tools via de diagnosesteker. Vraag het desnoods bij een andere garage. Bij Fiat Ducato's is de minimale referentiewaarde soms 4 bar. Wil je een lagere bandendruk gebruiken bij de voor de voor- of achterbanden, bestaat de kans dat er alsnog een waarschuwingslicht oplicht. Als je de ingestelde druk enkele tienden bar lager hebt dan de referentiewaarde, gaat het door de marge vaak ook nog net goed. Dan kan je ook bij die Fiats met de 4 bar stand uit de voeten.

Banden oppompen

Het makkelijkst controleer je de bandendruk bij een tankstation. Daar kan je ook zonder veel moeite lucht bijvullen (denk aan muntgeld). Alternatief is een voetpomp met drukmeter. Handig voor thuis, maar let wel op de kwaliteit. Goede exemplaren hebben een betrouwbare drukmeter en klappen niet gelijk dubbel bij pompen.
Als dat ver weg is en de bandenspanning is echt te laag kan je je behelpen met een bandenreparatieset. Zie de instructie met video band oppompen met je reparatiesetje.

Is stikstof beter?

Er worden vaak voordelen toegeschreven aan het vullen van je banden met stikstof. Maar is stikstof echt beter?

Als voordeel wordt soms genoemd dat de band minder snel zou leeglopen. Dit voordeel is zeer beperkt. Gewone lucht bevat al 78% stikstof en 21% zuurstof. Alleen het zuurstofaandeel zal heel langzaam door het rubber lekken en geeft op termijn een kleine drukafname waardoor je moet bijvullen. Maar stel dat na vele maanden alle zuurstof verdwijnt en je daarom 2x moet bijvullen met gewone lucht, dan bevat de band al 99% stikstof. Evenveel als de ‘bandenstikstof’ waar je extra voor betaalt.
Bovendien, ook als je vult met stikstof, moet je tòch regelmatig de druk controleren. Er kunnen immers meer oorzaken zijn voor drukverlies.
Een andere reden in geval van zeer brandbare omgevingen is dat bij stikstofvulling er geen zuurstof in de bandenlucht zit wat de brand zou kunnen aanwakkeren. Echter in de omgevingslucht zit uiteraard altijd zuurstof, dus bij gewoon gebruik maakt dit nauwelijks uit. Stikstofgevulde banden variëren iets minder in druk bij opwarmen, bij de professionele racesport een voordeel, want daar komt de druk heel nauw.
Stikstof zou ook zorgen voor verminderde oxidatie van de binnenzijde van de band. Door de moderne rubbersamenstellingen is ook dit geen probleem meer.

Samenvattend kunnen we stellen: stikstof vullen kost iets meer, is niet schadelijk maar levert in de praktijk ook niet veel voordeel op. Wie graag een groen ventieldopje krijgt, kan zijn banden met stikstof laten vullen.