Voor recreatief gebruik kan een (draagbaar) aggregaat een praktische aanvulling zijn op de energiebehoefte van een camper.
De combinatie met een 12 of 24 Volt omvormer is interessant wanneer er geen elektrische apparaten worden gebruikt die langdurig een hoog vermogen vragen, zoals een elektrisch fornuis, een wasmachine of een droogtrommel.
Voor apparatuur die maar enkele minuten hoog vermogen vragen, is het niet verstandig om het aggregaat hiervoor te laten draaien. De motor komt niet op temperatuur en kan op den duur vervuilen. De energie die uit de accu is gehaald tijdens het voeden van deze apparatuur kan via een acculader door het aggregaat of via de paal in korte tijd weer worden bijgeladen. Het aggregaat heeft dan als hoofdtaak de accu(‘s) te laden.
Voor het opwekken van 50 Hz wisselstroom moet het aggregaat op een constant toerental draaien. Bij geen of weinig belasting blijft de temperatuur van de motor te laag met technische problemen als gevolg. De hele dag het aggregaat te laten draaien die niet of nauwelijks wordt belast, is daarom niet aan te bevelen.
Als er veel gebruik wordt gemaakt van het aggregaat, is de keuze voor 1.500 toeren aan te bevelen. 3.000 toeren is meer bedoeld om een beperkt aantal uren te draaien en is bovendien niet geschikt voor gebruik op vollast. Houd een belasting aan van niet meer dan 80% van het nominale vermogen.
Voor het bepalen van een geschikt aggregaat is het belangrijk om eerst de verbruikerscategorie vast te stellen waarin de toepassing valt. Er zijn drie soorten verbruikers:
Dit zijn eenvoudige verbruikers, zoals de gloeilamp, een broodrooster en een elektrische kachel. Hun stroomverbruik is constant en er is geen extra aanloopstroom nodig. De prestatie van de verbruiker is niet afhankelijk van de kwaliteit van de afgegeven spanning.
Dit zijn apparaten met een elektromotor, zoals elektrisch gereedschap, een compressorkoelkast en een airconditioning. De prestatie is afhankelijk van de kwaliteit van de afgegeven spanning. Een spanning van een lage kwaliteit veroorzaakt trillingen en daardoor lage prestaties van de elektromotor. Dit betekent dat de elektromotor zijn maximumtoerental of -koppel niet kan bereiken, met oververhitting en uiteindelijk een kortere levensduur tot gevolg.
Bij inductieve verbruikers is een extra aanloopstroom nodig. Het uiteindelijke stroomverbruik is aanzienlijk minder wanneer de elektromotor eenmaal draait.
Elektronische verbruikers zijn apparaten met zeer gevoelige elektronica, zoals een laptop, televisie en hifi-apparatuur. Ze zijn zeer gevoelig voor de kwaliteit van het elektrische signaal. Deze apparaten hebben een stabiele spanning nodig om goed en constant te kunnen werken.
Het vermogen van het aggregaat moet worden afgestemd op de aangesloten verbruikers. Maak daarom een overzicht van 230-volt apparatuur en van de apparatuur die eventueel via het stopcontact van het aggregaat wordt gevoed.
Het vermogen van alle verbruikers tel je bij elkaar op. Nu is het wel zo dat meestal niet alle apparaten op hetzelfde moment worden gebruikt. Daarom wordt er een gelijktijdigheidsfactor toegepast. Er moet gecontroleerd worden of het aggregaat groot genoeg is om een aantal apparaten gelijktijdig te voeden.
Belangrijk is daarbij dat de motor van het aggregaat voldoende wordt belast, maar niet overbelast. Laat apparatuur met gering vermogen op de omvormer werken en alleen apparaten met groot vermogen op het aggregaat.
Ook is van belang het aggregaat af te stemmen op de categorie verbruikers. Vraag om deskundig advies voor een exacte berekening van het vermogen en voor het juiste type. Dit laatste heeft betrekking op de methode van de afgeregelde spanning.
Bij aggregaten staat vaak het maximale vermogen vermeld. Maar bij de specificaties staat ook vaak het ‘nominale vermogen’ vermeld. Het maximale vermogen is het vermogen dat een aggregaat continu kan leveren gedurende een korte periode. Het nominale vermogen dat een aggregaat gedurende langere tijd kan leveren, meestal 90% van het maximale vermogen.
Tip: gebruik het nominale vermogen om te bepalen of een aggregaat in staat is om de verbruikers continu van voldoende vermogen te voorzien.
Welke verbruiker ook is aangesloten, een spanning van hoge en constante kwaliteit verlengt de levensduur van de verbruikers. Inductieve verbruikers vragen om spanning van zeer hoge kwaliteit voor betere prestaties. Elektronische verbruikers kunnen zelfs uitvallen als de spanningskwaliteit niet hoog genoeg is.
Om een hoge en constante kwaliteit van de afgegeven spanning te bereiken, moet de spanning en het vermogen op de juiste wijze geregeld worden. Er is een aantal verschillende regelingen beschikbaar waarmee de spanning en het vermogen van een generator geregeld kunnen worden, elk met andere voordelen. De leverancier kan daar meer over vertellen.