Overwinteren in Andalusië: zeven maanden op avontuur
“Daag, tot snel, we bellen!” Ik toeter me een weg het dorp uit en zwaai tot iedereen uit het zicht is. Ik ga voor zeven maanden naar Zuid-Spanje, om de winter uit de weg te gaan, nieuwe ervaringen op te doen en vooral het leven te beleven.
Je zou denken dat het makkelijker wordt, afscheid nemen. Maar na jaren van komen en gaan is dit moment nog net zo hartverscheurend als de eerste keer dat ik hier de straat uit reed. Dikke tranen vertroebelen mijn zicht en ik moet moeite doen om de weg te blijven zien. Als je er eenmaal bent is het weer hartstikke leuk, vertel ik mezelf snikkend. Nog maar 2.400 kilometer te gaan.
Op hoop van zegen
Ik luister een podcast over ondernemen, bel met collega’s en vrienden en laat in stilte mijn grootste angsten de revue passeren. Wat als mijn zonnepaneel ermee ophoudt, wat als de camper leeggeroofd wordt, wat als ik niet genoeg geld kan verdienen? Wat als... Ter hoogte van Luxemburg keer ik de bus bijna om en op de eindeloze binnenwegen van Frankrijk overweeg ik om de hele onderneming af te blazen. Pas als ik de eerste borden met España zie verschijnen, maakt mijn hart een voorzichtig sprongetje. En voor ik het weet, ben ik aan de kust.
“Ik weet het niet hoor, Rick. Het ziet er wel een beetje sketchy uit”, zeg ik enigszins panikerend. We hangen uit de ramen van onze campers en kijken naar de vervallen weg die langs de rotsen naar beneden slingert. Rick is een jonge gelukzoeker die ik op een eerdere reis door Spanje leerde kennen. Door de jaren heen hebben we al aardig wat kilometers met elkaar gedeeld. En altijd als we een stuk samen reizen is de huidige situatie een dagelijkse gang van zaken.
Rick houdt namelijk van offroad rijden en trekt zijn gammele Citroën-bestel het liefst door de modder, over de rotsen en duizelingwekkende bergpaadjes. Zo ook vandaag. “Welnee Heimans, maak je niet druk. Dit kan die lelijke Ducato van jou ook”, roept hij, terwijl hij gas geeft.
Op hoop van zegen dan maar weer. We kruipen omlaag over de steile weg en manoeuvreren de wagens langs rotsen en enorme gaten in het wegdek. Links en rechts schieten steenbokken van de weg en af en toe staan we even stil om te zien hoe hele kuddes loodrecht tegen de rotsen opklauteren. Met zwetende handjes vervolgen we onze weg.
Waslijntjes en dromen
Het is inmiddels een week geleden dat we de helse weg naar beneden afdaalden. Wat een enkel nachtje aan het strand had moeten zijn, bleek een plek waar we nooit meer weg willen. Woorden doen geen recht aan de schoonheid van dit paradijs. De bulderende golven tegen de steile kliffen, de palmbomen, de community van campers op het witte zandstrand. Het voelt als thuiskomen. We zijn een verzameling van paradijsvogels in verschillende levensfases en met diverse beroepen en nationaliteiten. Nieuwe gezichten, vreemde talen en onbekende visies verenigd onder luifels met lichtjes en trage muziek. Onze campers verbonden door waslijntjes en dromen.
De dagen gaan ongemerkt in elkaar over en zijn een aaneenschakeling van zwemmen in de zee, paella eten op het strand en kampvuren stoken. We verliezen ons in de grootsheid van de grot de Cueva de Nerja, struinen ademloos door de witte straten van Frigiliana, waden door het water in de kloof van de Rio Chillar en eten elke dag een paar bollen ijs met onze voeten in het zand. Er wordt gelachen en gehuild tot de sterren hoog aan de hemel staan. We drinken wijn uit theemokken, delen onze angsten en filosoferen over wat we thuis achterlieten en vonden in Spanje. Dit is de essentie van het leven, zo concluderen we elke dag.
Feestdagen in Andalusië
Maar aan alles komt een eind, zo ook aan deze magische dagen, want in Sevilla wacht mij een week van feestdagen en liefde. Ik zie het strand kleiner worden in mijn spiegels en weer huil ik dikke tranen. De weg slingert rustig voort. Heuvel op, heuvel af. Het tempo traag, de muziek hard. Ik passeer ruige berggebieden, slaperige dorpjes en toeristische trekpleisters. De stranden die in de zomer afgeladen liggen met rode ruggen, zijn nu verlaten en onaangetast. In de palmbomen hangen kerstmannen, cadeautjes en duizenden lampjes. Want je zou het bijna vergeten hier onder de mediterrane zon, maar het is kerst.
Jerez de la Frontera
Het contrast is groot. Waar ik eerder deze week nog op een paradijselijk strand wakker werd, wonen mijn geliefde Bram, de hond Nova en ik vanavond op de parkeerplaats van de Carrefour. Het is kerstavond en we hebben besloten dat het comfort van het grote winkelcentrum zwaarder weegt dan het zoeken van een idyllische plek in deze betonnen jungle. We wassen onze oksels op het invalidentoilet, strijden ons een weg door de Lidl en wandelen uren door de oude straten van Jerez de la Frontera.
Als de avond valt, fabriceren we een internationaal buffet van dadels met spek, wraps met roomkaas en voorverpakte sushi. Het wasrek fungeert als tv-meubel, de plank als tafel en mijn schootkussen als drank- en hummushouder. Camperen maakt creatief. We smeren stokbrood met brie, eten halfgare croquetas de jamón en toasten met goedkope rum in plastic bekers. De camper staat blauw van de rook van het bakken en ruikt naar een combinatie van rauwe vis, natte hond en aangebrand vet. Het is behelpen op zes vierkante meter, maar vanavond zouden we nergens anders willen zijn.
Kerst in Sevilla
Duizenden mensen hebben zich verzameld op het centrale plein in Sevilla, Plaza de San Francisco. Alle lampen zijn gedoofd en de menigte is stil. Massaal in afwachting van wat komen gaat. Net als Bram en ik zachtjes discussiëren over de vraag of pizza een acceptabele dinerkeuze is op Eerste Kerstdag – ik vind van wel – start de muziek.
Mariah Carey schalt over het donkere plein en, alsof we het hebben afgesproken, barst iedereen tegelijk in extase uit. Nationaliteiten vanuit de hele wereld, jong en oud: ‘All I want for Christmas is you’, zingen we massaal in het duister. En dan ineens wordt het plein verlicht door duizenden lampjes. De enorme kerstboom staat in vuur en vlam en laat Sevilla magisch oplichten. De ene na de andere kersthit passeert de revue, het ritme ondersteund door een overweldigende lichtshow. De ledlampjes in de boom vertellen elk een verhaal en de bastonen laten de grond waarop we dansen trillen. Merry Christmas, fluisteren we glimlachend.
Die avond verlies ik mijn hart aan Sevilla. De straten zijn gevuld met muziek en flamencodansers en op de terrassen wordt tot diep in de nacht getafeld. We eten veel te veel tapas, lopen over de kerstmarkt en slingeren een tijdje door de oudheid. We wandelen langs de imposante Catedral de Santa María de la Sede, eten een ijsje in de kleurrijke Joodse wijk Santa Cruz en luisteren in stilte naar de gitaarspelers op Plaza de España. Tussen de fonteinen en de kerstliederen, wanen we ons in een sprookje.
Klap op motorkap
Maar ook daar komt een eind aan. “U mag hier niet staan met een camper, doorrijden”, schreeuwt de agent door mijn raampje. Hij geeft een klap op mijn motorkap om zijn woorden kracht bij te zetten en gebaart driftig dat ik tempo moet maken. Het is twee uur ’s nachts en ik bevind me op Malaga Airport. Ondanks het tijdstip is het hier complete chaos. Bussen, voetgangers, koffers, gillende kinderen. Na twee heerlijke weken is Bram weer vertrokken en ik ben hier voor mijn vriendin Lisa: zij komt me een paar dagen vergezellen en het nieuwe jaar inluiden onder de Spaanse zon.
Verbannen van de parkeerplaats, rij ik in het holst van de nacht eindeloos rondjes om de luchthaven tot ik haar in de menigte zie verschijnen. De agent is nergens te bekennen, dus ik parkeer de bus dwars op de stoep. Hysterisch vallen we elkaar in de armen en we huilen van geluk. Maar nog voordat we onze tranen kunnen drogen, staat de agent alweer naast de bus. Ditmaal nóg driftiger. Hij neemt zijn werk erg serieus.
“Ik hoop dat de bus er nog staat als we terugkomen, Lies”, stamel ik enigszins zenuwachtig. Ik voel nog een keer aan de ketting en trek dan de deur achter ons dicht. De angst dat mijn huis op wielen op een dag wordt leeggeroofd, bereikt een nieuw hoogtepunt op deze louche parkeerplaats in Málaga. Risico van het vak, zeggen we dan maar.
Broodjes falafel
We laten de camper achter tussen de bierblikjes en de graffiti en zingen en zeuren ons een weg naar de stad. De stad is in extase. Er is licht, gezelligheid en energie. We kijken ademloos naar de betoverende lichtshow in de hoofdstraat Calle Larios, zoeken anderhalf uur tevergeefs naar een restaurant dat nog plek heeft en eindigen uiteindelijk met broodjes falafel op een stoep. We lachen tot we huilen en zingen tot we schor zijn.
Het aftellen begint: 10, 9, 8. We dansen in straten vervuld van muziek en leven. 7, 6, 5. Toasten op het hier en nu met willekeurige feestgangers. 4, 3, 2. En proberen traditiegetrouw en wederom tevergeefs tien druiven te eten op de laatste klokslagen. 1, 0. Feliz año nuevo, toasten we euforisch. We vragen elkaar naar goede voornemens, wensen en dromen voor het komende jaar. Maar ik kan op dit moment niks bedenken: ik ben exact waar ik wil zijn.
Onoverwinnelijk
Ik ben inmiddels vijf maanden onderweg. Vijf maanden van witte zandstranden, blauwe luchten en natuur waar je nog in kunt verdwalen. Er zijn bergen met sneeuw, goudgele valleien en wandelpaden voor een leven lang. Ik zwem in het azuurblauwe water bij Tarifa, waan me in Engeland op de gronden van Gibraltar en beland in een sneeuwstorm op de pieken van de Sierra Nevada.
Ik klim met Nova over de grillige bergruggen van Sierra de Grazalema, bezoek het beroemde dorp in de rotsen Setenil de las Bodegas en laat me mee terug nemen naar de Romeinse tijd in Segovia. Ik rij langs verstilde dorpen op rollende heuvels en passeer fincas waarvan ik droom ooit te kunnen wonen.
Ik voel me onafhankelijk en sterk, onoverwinnelijk bij vlagen. Alsof de wereld aan mijn voeten ligt. Geïnspireerd en geaard. Bevoorrecht en rijk. Want je zou denken dat het went: dit leven onderweg, deze schoonheid. Maar het voelt nog steeds onwerkelijk. Het is adembenemend, overweldigend en bij vlagen eenzaam en zwaar. Het is alles.
Als ik na zeven maanden Nederland weer binnenrijd, word ik overspoeld door gemixte gevoelens. Ik voel blijdschap en opluchting, want ik heb ‘mijn’ mensen zo gemist en het was ook best spannend zo veel alleen. Ik voel me energiek en levenslustig, maar ook moe en verzadigd. Maar bovenal voel ik heimwee naar wie ik werd in Spanje. Ik ben wel terug, maar toch niet helemaal.