Met de camper door de mooiste Franse dorpen

Door Marja van Kampen (tekst en foto's)

In Frankrijk getuigen talloze dorpjes van de lange geschiedenis van bestuurlijke continuïteit, die teruggaat tot het Verdrag van Verdun in 943. In de vorige eeuw zag de Franse overheid plots de waarde van dit erfgoed en startte een grote restauratiegolf. Wij maken een tocht langs aantal van deze waarlijke paradijsjes.

De mooiste dorpen van Frankrijk worden geselecteerd door de organisatie Les Plus Beaux Villages de France, die dit keurmerk uitdeelt aan dorpen met maximaal tweeduizend inwoners en minstens twee kenmerkende locaties. Ze zijn verzameld op een website en in een gids, waarin Michelin nu eens geen sterren uitdeelt voor exquise gerechten, maar voor geselecteerde dorpen. “Dat is een leuk thema, maar we moeten wel proberen dorpen te kiezen die camperplaatsen hebben”, oppert mijn altijd praktische wederhelft. Alles vooraf uitzoeken is niet zo ons ding, wij bekijken het van dag tot dag. Na een tussenstop in Bergues, bij Duinkerken, komt onze eerst gekozen beau village Lyons-la-Forêt in beeld. Het dorp dankt zijn ster mede aan de meer dan tienduizend hectare beukenbossen eromheen. De frisse boslucht, gecombineerd met een overdekte markt en prachtige oude vakwerkhuizen, doet weldadig aan. In de bossen is een ruïne van de oude Cisterciënzer abdij van Mortemer met een museum over het monnikenleven.

Sarthe

De volgende ster wordt Saint-Céneri-le-Gérei. We tuffen op ons gemak over D-wegen en vangen zo nu en dan een glimp op van de rivier de Sarthe. Speciaal op zondag lijkt het of iedereen langs deze oever wil picknicken. De meanderende Sarthe ligt schitterend in het groen om het dorp heen, waarvan de huizen en kerk op of in de rotsen zijn gebouwd. In een kapelkerkje valt een grote, lange steen op en de mythe zegt dat je, plat op die steen liggend, de Heilige Moeder om vruchtbaarheid mag smeken. De dankbetuigingen spreken voor zich. ’s Avonds is de rust weer volledig terug.

Camperplaats Saint Céneri Gérei

Onze derde schoonheid wordt Candes-Saint-Martin, gelegen aan de Loire en de Vienne, met witte huizen vlak langs de waterrand. Alleen van de rit ernaartoe door de Franse binnenlanden word je al enthousiast. De forse abdijkerk van wit tufsteen is een plaatje. Sint-Maarten stierf hier in 397, maar ligt in Tours begraven. De stevige wandeling naar de heuveltop wordt beloond met een ademloos mooi uitzicht. Voor een overnachtingsplaats rijden wij een paar kilometer verder naar Fontevraud- l’Abbaye, een levendig dorp, met een te bezoeken Benedictijnse abdij en een indrukwekkende verzameling kloostergebouwen.

Sublieme campertocht

Turend op de overzichtskaart en in onze gids, prikken wij Vouvant. Na een sublieme campertocht langs allerlei gehuchten en dorpen komt de Vendée in zicht, die drie kanten van het dorp omsluit. Een fotogenieke veertiende-eeuwse bogenbrug, vestingwallen, poorten, kerk en dorpse kleinschaligheid completeren deze ansichtkaart. Van het middeleeuwse kasteel rest een ruïne, maar de toren Mélusine laat nog veel van de geschiedenis zien. Langs smalle wegen rijden wij een dag later verder het departement Charent-Maritime in. Na Rochefort aan de La Charente komen wij in een gebied met strakke vaarten, mosselbanken en zoute zeelucht. Plots daagt er aan onze horizon een heuse citadel op. Brouage zou eigenlijk drie sterren verdienen, stellen wij vast. Het vierkant met zeven bastions en vooruitstekende sierlijke wachthuisjes op de hoeken oogt grotesk in dit weidse, platte landschap. In 1555 was deze voormalige versterkte haven de grootste aan de Atlantische kust, met scheepswerven en oorlogstuiggieterijen, maar de haven ligt nu letterlijk verzand in de moerassen. In de citadel, die twee toegangspoorten heeft, zijn exposities van allerlei kunst en leuke winkeltjes.

La Chapelle-Montmoreau

We gaan oostwaarts verder, want we willen nog kennissen bezoeken in La Chapelle-Montmoreau, vlak bij het tweesterrendorp Brantôme. Dit ligt lieflijk in een bocht van de Dronne, met veel fraaie bruggen, zodat de bijnaam Venetië van de Périgord helemaal klopt. De imposante Benedictijnse abdij met kerk en apart staande elfde-eeuwse klokkentoren staat niet in verhouding tot dit kleine dorp met holwoningen in de rotsen, maar in tijden van weleer hielden kerk en adel de bevolking arm en zichzelf rijk. Het moois wordt je soms wat te veel, maar gelukkig zijn hier leuke terrasjes. Wij zoemen verder in op Turenne, in de Corrèze en rijden de Route de la Noix. Het sterrendorp is gebouwd als een bruidstaart rond een hooggelegen burcht, die nu een ruïne is. Op de gespaard gebleven Tour César, waar een museum in is gevestigd, is een oogstrelend panorama met in het zuiden de Dordogne en in het oosten de bergen van de Cantal.

Camperen Mooiste Franse Dorpen TurenneTurenne

Tweesterrendorp

Ons oog valt op Salers in de Cantal, maar langs die route komen wij ook Collonges-la-Rouge tegen. Een wandeling door dit purperen tweesterrendorp uit de achtste eeuw is een aanrader.

Salers kaas

In de zestiende eeuw was het een populair vakantieoord voor hoge ambtenaren en de mooie landhuizen, kasteeltjes en woningen met torentjes staan er nog steeds. Elk huis heeft zijn verhaal, maar dan heb je aan een halve dag niet genoeg. Wij gaan door naar Salers, gelegen op een hoog basaltplateau tegen het Cantalgebergte en mede door die ligging meer dan drie sterren waard. Het is uitgeroepen tot het een na mooiste dorp, op Saint-Cirq-Lapopie na. Vanaf de camperplaats, waar overnachten verboden blijkt, strompel je via sluip- en kruipdoorwegen het hooggelegen dorp in met huizen van zwart vulkanisch gesteente en leisteendaken. Op de markt staat een heus borstbeeld van de man die de verantwoordelijk was voor het fokken van de Salers, een sterk rood koeienras.

Het Salersras

Vanaf het panoramapunt heb je zicht op het hoge imposante massief van de Cantalbergen. Het is gezellig druk, er zijn veel winkeltjes en terrassen en de rivieren L’Aspre en de Maronne komen hier samen. Wij overnachten in het nabije Durgeac. Daarna gaan we naar een gewone stad: Felletin, gelegen tegen Aubusson en bekend om de wandtapijtenindustrie. Deze kunst blijkt door bedrijfsspionage in de veertiende eeuw van Vlaanderen te zijn afgekeken. Onderweg passeren wij nog La Courtine, militaire terreinen en bij ons bekend van het lied Beste ouders, lieve Ine... dat Rijk de Gooyer in 1964 vertolkte.

Chambon-sur-Voueize

Chambon-sur-Voueize, een versterkte nederzetting waar de Voueize de Tardes in stort, wordt ons negende sterrendorp. Er staan huizen met bruine daken en een volledig granieten Église Sainte-Valérie uit de elfde eeuw, vol kostbaarheden. Vanaf de eeuwenoude bogenbrug zien wij hoog in de bergen een sprookjeskasteel. Omdat we onderhand wat moe worden van al dat moois, lassen we een luie dag in op een groene camperplaats in een slaperig Château-sur-Allier. Na deze rustpauze zijn wij razend benieuwd naar Vézelay in de Bourgogne, dat zelfs drie sterren telt. We maken een leuke tocht langs Decize, het Canal du Nivernais en de rivier de Yonne. Onderweg ontwaren wij van verre de hooggelegen basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay, die op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat.

St. Jacobspad

Het kerkschip hiervan is zelfs twee meter langer dan die van de Notre-Dame in Parijs. In de drukke periode van bedevaarten naar Santiago de Compostela boden de inwoners jaarlijks onderdak aan zo’n tienduizend pelgrims. Plots zien we een pelgrim die zich met uitgestrekte armen plat voor het onbeschrijflijk fraaie altaar laat vallen. Wat een devotie. Daarna slenteren wij langs oude stadsmuren, ronde torens en prachtige vergezichten.

Panorama vanaf Vézelay

Ons bezoek aan de basiliek in de avonduren voelt sacraal, zo samen in die schemerige hemelhoge ruimtes vol kunst. Wandelend door de nabije kloostergang voelen we de historie tot in de botten.

Op sterrenjacht met de camper

Met Chaource ronden wij onze sterrenjacht af. Bij dit dorp is veel om de kaas te doen: er zijn kaasmakerijen en een kaasmuseum met proeverij.

Het kaasje van Chaource

Ook is er een grote rondoverkapte ijzeren markthal in Baltardstijl, net als bij een oud station. Van onderen zijn de huizen hier van steen en van boven van leem, met veel houten versieringen. In de kerk Saint-Jean-Baptiste bewonder je in de halfondergrondse kapel een bijna bovenaards mooi beeldhouwwerk: de graflegging van Jezus. Belangrijk voor de bekroning van Chaource met de Michelinster. Vanaf La Cheppe bij Autour du Camp d’Attila, een voormalige Keltisch-Gallische vesting, gaan wij kalm op huis aan. De grootste fortificatie van Europa, gelegen in Sedan, was een bezoek meer dan waard. Uit de ongeveer 250 plus beaux villages de France is deze kleine greep goed bevallen: geen overdadige drukte en verkeer, een prettige sfeer en elke keer iets heel moois. Hopelijk blijft er budget voor die piepkleine pareltjes – duizend jaar terug een en al belangrijkheid – want dat wij er meer gaan bezoeken, staat wel vast.

Gpx-bestanden

Download hier de gpx-bestanden van de route.

Meer informatie over het downloaden van gpx-bestanden staat hier.

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 7 2015