Klein landje, grote schoonheid

Tussen Oostenrijk en Kroatië ligt een nog wat onbekend juweel: Slovenië. Een welvarend land met maar twee miljoen inwoners. En een rijkdom aan natuurlijke schatten. Fiets en wandelschoenen mee!
Klein landje, grote schoonheid
De Julische Alpen lonken, maar om nou meteen vanaf het verhuurkantoor met onze enorme camper het hooggebergte in te trekken... Eerst maar eens wennen. Dus rijden we niet naar het westen, maar naar het oosten, naar de heuvelachtige wijnstreek rond de stad Maribor. We hebben tweeënhalve week om Slovenië te ontdekken. Dat zou genoeg moeten zijn voor een landje half zo groot als Nederland. Vanuit hoofdstad Ljubljana lopen mooie snelwegen naar alle richtingen, maar we kiezen de scenic route. Bochtend en heuvelend gaat de weg langs dorpen met pastelkleurig huizen. We rijden evenwijdig aan de Steiner Alpen, oefenterrein van de beste wielrenners van dit moment, Pogacar en Roglic. Een bord wijst naar het skigebied op de Krvavec. Hadden we niet gelezen dat dat de trainingsberg van de jonge Pogacar was? Natuurlijk gaan we naar de plek waar de klim begint en dan komt voor het eerst de sportfiets uit de garage. Terwijl de een zich even later het snot voor de ogen fietst naar de top, slentert de ander door het dorp en eet een ijsje in de zon. Een prima verdeling. Meer naar het oosten wordt het vlakker en landelijker. Op het land staan maïs en het hoog opklimmende hop, veel hop, grondstof voor het vele pivo dat hier wordt gedronken, bier.
Klein landje, grote schoonheid

Gin met chocoladesmaak

Op het terras van Drava Center is de sfeer relaxed. Uit de boxen komt reggae. Jonge stellen hangen in de loungebanken, gezinnen melden zich voor het huren van een bootje, bij het strandje zwemt een enkeling in de Drau. Heel anders leuk is het bij de buren: een strak aangelegd vakantiepark met super-de-luxe tenten op palen. Je hebt er als camperaar niks te zoeken, ware het niet dat ze er waanzinnig lekker ijs verkopen, zoals citroen-gember, en dat het een chocoladeparadijs is. Het fabriekje is naar elders verhuisd, de winkel wordt nog wel dagelijks bevoorraad met niet alleen ijs en mooi versierde stukken chocola in allerlei smaken, maar ook met andere cacaoproducten. Gin, shampoo of condooms met chocoladesmaak proberen? Of toch liever tandpasta? Achter het kleine camperterrein ligt het fietspad naar Maribor, een prettige studentenstad met een paar mooie gebouwen. We strijken er neer bij Hikofi, een koffiebar met zes verschillende bereidingen van evenzoveel verschillende bonen op het menu. Lastig kiezen. Maribors toeristenattractie: ’s werelds oudste wijnrank.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Jeruzalem

Hoe verder naar het oosten, des te meer duiven. De wijnstokken staan er niet allemaal in rechte rijen, ze slingeren. Rond het gehucht Jeruzalem – zo genoemd door de kruisvaarders – is het een en al golvend wijnlandschap, zo ver het oog reikt, en dat is tot in Hongarije en Kroatië. Golfjes zijn ook het logo van het wijnhuis Soster, op loopafstand van Jeruzalem. Vader en opa waren hobbywijnboeren, de jonge tweelingbroers Matej en Pavel hebben er hun werk van gemaakt en produceren nu bijna vijfduizend flessen per jaar. Wat de Sosters onderscheidt van anderen: ze gebruiken geen insecticiden. Onder een imposante druivenpers uit 1844, laat de vriendelijke Matej ons vier van zijn biologische wijnen proeven. Een droge sauvignon, een frisse droge (!) muskaat, een zoete, bijna aardbei-achtige rosé van de schimmelbestendige monarchdruif, en – de lekkerste – een donkergele, bijna oranje chardonnay. “Hij krijgt zijn kleur van de fermentatie met de schil, zoals rood ook wordt gemaakt. Daarna gaat hij in een eiken vat”, legt Matej uit. Net als de meeste Sloveniërs spreekt hij goed Engels.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Eten wat de pot schaft

De binnenwegen zijn niet allemaal even best – achterin rammelt en kraakt van alles –, wel wordt veel asfalt verbeterd. Her en der zijn de wegen ook nogal smal, onze brede auto past dan maar net in z’n eigen baan. En overal zijn bergen, waar je ook kijkt, in Slovenië zie je altijd bergen. Op vele ervan staat een kerk, de ene nog schilderachtiger dan de andere. Wij rijden zuidwaarts, tientallen kilometers langs de grensrivier met Kroatië, naar Kostanjevica na Krki. Vrij kamperen is verboden, maar meerdere gemeenten hebben wel camperparkings ingericht. Je mag er drie nachten gratis staan en betaalt er alleen voor water en stroom. Kostanjevica na Krki heeft zo’n terrein, pal naast de rivier (en de weg). Het is een leuk, oud dorp, op een eiland in de Krka, toegankelijk via ingenieuze houten bruggen. Het is zondag, dan zijn overal de winkels dicht. Gelukkig is er een restaurant open, aan het water zelfs. Eten in Kmecki Hram wordt een unieke ervaring. Salami, brood en walnotencake maken is het specialisme van de goedlachse eigenaar. Elke dag staat hij met zijn waren op de chique markt in Ljubljana. In je eentje een restaurant runnen, is een ander vak. Geen menukaart, alleen slechte huiswijn – zelf ophalen aan de bar – en eten wat de pot schaft. En dat is vlees. Heel veel, verschillende soorten vlees, met aardappels, weinig aantrekkelijk opgediend op een enorme schaal. Maar o zo lekker. Alleen al vanwege de naam maken we de volgende dag de fietstocht ‘Bridges over de river Krka’, een mooie route van 40 kilometer door landelijk gebied, langs boerendorpen en over zes houten bruggen.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Beren in het oerwoud

Slovenië heeft nog een aantal stukken oerbos. Het grootste ligt in de buurt van het onaanzienlijke stadje Kocevje. In het natuurpark met het oerbos leven ook een paar honderd beren. We gaan op berenjacht! Het avontuur begint eerder dan verwacht, want de autoroute naar Rajhenav Rog, het beginpunt voor oerbos en berenjacht, verandert ineens in een onverharde weg met haarspeldbochten. Keren kan niet, we kunnen niet terug. Het is ook veel te smal om een eventuele tegenligger te kunnen passeren. En die komt natuurlijk, het is zelfs een truck met de oplegger vol boomstammen, maar op het moment suprême slaat hij godzijdank een bosbouwpad in. Het maagdelijke bos blijkt magisch. Dicht woud met sparren en beuken van honderden jaren oud, de grond en de stammen dicht begroeid met mossen en varens, vreemde schimmels op dood hout dat is omgewaaid en afgebroken. Alles blijft liggen, hier geen menselijk ingrijpen. Een toverbos vol intense stilte. Nog beren gezien? Nee. Wel twee uilen.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Italiaanse sfeer

Zo leeg en rustig als we Slovenië tot nu toe hebben gezien, zo levendig is het aan het stukje kust: 46 kilometer slechts, aan de Golf van Triëst, ingeklemd tussen Kroatië en Italië. In de havenstadjes voelt en oogt het ook als Italië, het gevolg van lange perioden onder Venetiaans en Italiaans bestuur. Sierlijke piazza’s, Venetiaanse huizen, slanke klokkentorens, uithangende was in smalle straatjes, pizzeria’s. Er wordt nog veel Italiaans gesproken en straatnamen staan in twee talen op de bordjes. Piran is de schilderachtige en zeer toeristische trekpleister van het kustgebied, maar is met de camper een onneembare vesting. Overnachten kan maar op één klein terrein, op twintig minuten lopen zijn enkele dagparkeerplekken.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Outdoorparadijs

Nu we de auto goed kennen, zijn we klaar voor het hooggebergte, Nationaal Park Triglav. Imposante natuur en een walhalla voor outdooravonturiers. Vanuit onder meer Tolmin en Bovec is van alles mogelijk: canyoning, kajakken, raften, zipplinen, paragliden, klimmen en wandelen. Dat laatste kan natuurlijk overal, maar alleen hier stroomt de smaragdgroene Soca. Niet het heldere water is groen, de Soca krijgt haar fascinerende kleur door de kalkhoudende bodem. Pal langs onze camping loopt de Soca-wandelroute, 25 kilometer van de bron van de rivier tot Bovec. Met de bus terug. Een lange maar prachtige tocht langs kolken, stroomversnellingen en diepe kloven. We zien een waaghals van een hoge rots het ijskoude water in springen. We vertrekken om half 9, dan is het nog rustig. “In z’n 2 naar boven en in z’n 2 naar beneden”, tipt de campingbaas. De vergezichten over de Alpen zijn grandioos, boven stappen we even uit om ervan te genieten. En vijftig minuten later zit het avontuur er op.
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid
Klein landje, grote schoonheid

Spiegelgladde meren

Eén berg over en de wereld ziet er anders uit; het is Slovenië, maar dan meer Oostenrijks. Veel drukker ook dan aan de andere kant, vooral rond de toeristische trekpleisters Bled en Bohinj, met hun prachtige spiegelgladde meren, watervallen en kloven. De campings zijn groot en prijzig, maar meer keuze is er niet want in en rond het nationaal park wordt het verbod op wildkamperen streng gecontroleerd. Op een zo’n camping vinden we, helemaal achterin, een mooie plek op een paar stappen van een rivier. We bellen het camperverhuurbedrijf of we drie dagen kunnen verlengen. Tweeënhalve week voor zo’n klein landje, we dachten dat het genoeg zou zijn.
Klein landje, grote schoonheid
Overnachten De codes verwijzen naar locaties op Campercontact.com.
Drava Center, Parking Limbus 57277
Camperplaats Kostanjevica na Krki 51423
Camp Jezaro, Kocevje 29035
Autokamp Trenta 86975
River camping Bled, Lesce 95088
Pri Jurju, Stahovica 10081
Tekst en foto's Florien van Rees