Camperleed in Amerika

Door Agnes Jeurnink (tekst) en Tejo Haas (illustratie)

Op camperreis door de Verenigde Staten met een vervallen huurcamper: dat is vragen om problemen...

Nu onze zoon de campervakanties dreigt te gaan boycotten, is het tijd voor de grote oversteek. Voor Amerika wil hij zich nog wel een jaartje opofferen. We kunnen de camper vroeg ophalen. Alle klanten krijgen een camper mee, maar wij moeten wachten en wachten. Na drie uur ontplof ik. Gevolg: de betaalde toeslag voor het vroeg ophalen wordt teruggestort, maar op de camper moeten we nog even wachten.

Vieze huurcamper

Ruim na het middaguur is de camper dan eindelijk klaar. Help! Wat een ouwe, vieze zooi met 260.000 kilometer op de teller. Ons klagen wordt afgedaan met: “We weten niet of we vandaag nog een andere camper voor jullie hebben.” De camping voor de nacht is vijf maanden geleden al gereserveerd, dus we accepteren het maar.

Camperleed In Amerika

 

We krijgen uitleg over alles. De airco kunnen we niet testen, want het aggregaat werkt niet omdat de tank bijna leeg is. “De indicatielampjes zijn kapot”, zegt de meneer van de camperverhuur. “Maar de gasfles en de watertank zijn gevuld hoor.” Eerst tanken, want de airco moet getest. Dan nog een grote barst in de voorruit op het verhuurformulier laten beschrijven en de toegangsdeur laten maken.

Veel later dan verwacht, arriveren we op de camping. Een douche zou fijn zijn, maar de kraan pruttelt alleen maar. Die lampjes voor het waterniveau werken dus prima, er zit gewoon geen water in de tank. De volgende morgen bij daglicht tanken we water en schrikken weer van ons verblijf voor de komende vier weken. Alle deurtjes zijn minstens drie keer verhangen. De gordijnen zijn kapot, smerig en versleten. De zitkussens zijn vies en vormloos. De inlegplank in het bovenbed is te klein. Manlief reinigt de airco. Verder soppen we er lustig op los en geleende duct tape is onze redding.

Instortende camper

Na twee weken kan onze camper het niet meer aan. Hij begint letterlijk uit elkaar te vallen. Tijdens het rijden trillen ramen open en deurtjes vallen spontaan naar beneden. Tijd om te klagen, adviseert iedereen ons. “Wat erg voor u! Zullen we iemand sturen?”, luidt het antwoord. “Neemt die dan nieuwe kussens en gordijnen mee?”, vragen we. Wel is de verhuurder erg onder de indruk als ik vertel dat onze zoon zijn voet heeft opengehaald aan een uitstekende spijker. Ik maak er maar een bloederig verhaal van. Dagelijks vinden we schroeven en spijkers op de grond. Privé toiletteren is er ook niet meer bij, want de deur is ontzet en sluit niet meer.

Iets met de motor

In week vier stopt de camper ermee. Iets met de motor. “Je blijft er vrij rustig onder mam”, zegt zoonlief. Ja, ik zal die camper niet missen. In een huurauto brengen we de spullen terug naar de verhuurder. Die staat ons al op te wachten met de geldbuidel in de hand. De vergoeding is netjes. Het minste dat het bedrijf kan doen, want het heeft toch wel voor een domper op onze vakantie gezorgd. Gelukkig is Amerika het tegenovergestelde van onze camper... Amerika is prachtig.

Een camper gehuurd? Lees de tips die van pas kunnen komen voor en tijdens de camperreis.

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 6 2015.