Foutanalyse: Hoe krijg je de gaskachel weer werkend

Voordat je begint, sluit je de hoofdkraan van de kachel, zodat er niet per ongeluk gas vrijkomt tijdens het werk.

Trek de bovenkant iets naar je toe tot deze los klikt. Nu til je het front op, de bedieningsknop blijft staan op een stang. Heb je rechts een functieknop, dan haal je hiervan zo nodig de elektrische kabels los.

Met de stofzuiger en een borstel kan je het opgehoopte stof en spinnenwebben wegvegen van de kachel en van de binnenkant van het front. Het beste doe je dit ieder jaar voordat je weer gaat stoken.

Als de kachel niet start, kijk je eerst of er wel gas aanwezig is. Dat kan je doen door te kijken of het gasstel wel werkt. Werkt dat ook niet, dan is waarschijnlijk je gasfles leeg of staat de hoofdkraan op de fles dicht. Een andere mogelijkheid is dat een van de beveiligingen de gastoevoer afsluit. De crashsensor en de eventueel aanwezige 'Excess Flow Valve' zitten meestal direct bij de gasfles gemonteerd. Je kan ze beide resetten door het indrukken van een klein (vaak gekleurd) knopje.

De ontsteker van de gaskachel werkt vaak op batterijen. Vervang het batterijtje van de ontsteker. Als er roest op de contacten zit, kan je die schoonkrabben. Controleer of je nu vonken krijgt bij het starten. Je moet deze zachtjes kunnen horen.

Werkt de ontsteking niet, dan kan de  schakelaar defect zijn. Maak de twee contacten op de schakelaar los, houd ze tegen elkaar en luister of je de vonk hoort. Heb je nu nog geen vonk, dan kan je de schakelaar vervangen door een nieuwe.

Als het goed is zal de kachel daarna wel ontsteken. Zet de hoofdkraan open en ontsteek de kachel. Je hoort het vonken en door het kijkglaasje kan je zien of de kachel brandt.

De thermostaatsensor is een verdikking in het buisje (de capillair) die vlak voor de radiator zit. Controleer of deze vlak vóór de warmtewisselaar ligt en niet er tegenaan! Anders zal de verwarming veel te snel weer afschakelen omdat de thermostaat al voldoende warmte detecteert.

Als ondanks alles de kachel toch niet (goed) blijft branden, is er misschien iets met het gasmengsel aan de hand. Daarvoor moet je onder de camper kruipen, waar in een metalen mengkamer buitenlucht wordt aangezogen om vermengd met gas naar de kachel te stromen. Zoek deze plek recht onder je kachel.

Wip de veer en het klembeugeltje los en open het bakje.

Reinig het bakje met een borstel of kwast. Deze oude heeft veel last van oxidatie, daarom gebruiken we een koperborsteltje. Zorg dat de gaatjes in het rooster en de toevoeropeningen goed vrij zijn.

Onder het kapje zie je twee trechtervormige buisjes met een U-bocht, meestal zijn ze koperkleurig. Links daarvan zit steeds een uitstroomopening voor het gas. Dat spuit samen met buitenlucht in de trechter en stroomt zo door naar de kachel. De kleine trechter is voor de waakvlam, de grote voor de brander. Als hier vuil of spinnenwebben in komen, is het mengsel verstoord. 
Maak de trechtertjes en buisjes schoon met een pijpenrager of zelfgemaakt schrobbertje.

Heb je geen pijpenrager om mee schoon te maken, dan kan je een stukje soepele elektriciteitsdraad nemen, strip over 3/4 cm de isolatie eraf en prop de rest tot een borsteltje. Hiermee kan je diep in de trechters schoonmaken. Voor de dikke trechter kan je eventueel ook een stukje antenne(coax)kabel nemen. Ook deze kan je strippen en de gevlochten afscherming tot een borsteltje ombuigen.

Plaats het schoongemaakte bakje weer terug. Haak het in aan de ene kant en scharnier de deksel voorzichtig dicht en zorg dat alle leidingen precies in de uitsparing vallen. Check dat alles goed aansluit.
Daarna kan je het blikken klemmetje terugdraaien en dan met de spanveer het blik en het bakje vastzetten.

Kijk of alles goed aansluit zonder kieren en probeer de kachel opnieuw uit. Je hebt er nu alles gedaan om de kachel weer goed te laten werken.