Zwerven in Zeeuws-Vlaanderen

Jan van Putten

Van d’Ee tot Hontenisse, van Hulst tot aan Cadzand, zo begint het refrein van het Zeeuws-Vlaamse volkslied, met als slotregel Dat is ons eigen landje, maar deel van Nederland. Kenmerkend voor deze streek, die lang vanuit de rest van het land alleen per veerboot bereikbaar was. Tegenwoordig is er de zes kilometer lange Westerscheldetunnel.

Retranchement

We bereiken Zeeuws-Vlaanderen via de Westerscheldetunnel en slaan gelijk rechtsaf, richting de grens met België. We strijken neer op Camping den Molinshoeve, met prachtige plekken voor campers en prima faciliteiten.

Toen Retranchement de schade van de Tweede Wereldoorlog in Den Haag wilde declareren, kreeg het gemeentebestuur te horen dat deze claim ‘bij hunne eigene regering te Brussel’ thuis hoorde. Het dorp ligt dan ook vrijwel op de grens met België.

De naam Retranchement komt uit het Frans en betekent: een omwalling van aarde. Een groot deel van die omwalling, bedoeld voor de huisvesting van de soldaten van de forten Oranje en Nassau, ligt er nog steeds. Van de forten resteert niet veel meer. Er loopt een heel mooie wandeltocht van ongeveer vier kilometer omheen. Op de wandeling maken we kennis met de Drieling van Retranchement: de drie grenspalen met het nummer 364. Ze dateren vanuit de tijd dat het Zwin nog een vaargeul was en de grens met België vormde. Op beide oevers is een grenspaal geplaatst met dit nummer. En na de drooglegging van de geul is er een in het midden geplaatst: nummer drie.

Het Zwin

Het Zwin is van oorsprong een zeearm die doorliep tot Brugge. Na de verzanding resteert nog een slufter, een geul die bij hoogwater volloopt. Zo ontstond een uniek schorrengebied, een eldorado voor vogelspotters, zeker tijdens de vogeltrek. Langs en door het Zwin loopt een prachtige fietsroute, die in Knokke-Heist uitkomt. Een rit over de kilometerslange boulevard is een leuke afronding.

Bij Strandpaviljoen De Zeemeeuw in Cadzand-Bad nemen we deel aan een excursie te voet naar de vindplaatsen van fossielen. We treffen fossiele haaientanden, maar ook tanden van andere zeedieren en fossiele schelpen zijn beslist geen zeldzaamheid. Het strand tussen Cadzand-Bad en Nieuwvliet staat erom bekend.

Hoog over de duinen nemen we het unieke fietspad van Cadzand-Bad naar Breskens. Zeezicht vanaf de fiets! Aan dat fietspad, zo ongeveer halverwege Cadzand en Breskens, ligt een groot stuk nieuwe natuur, de Waterdunen. Pal tegen het duin pakken we daar een boeiend wandelgebied mee, waar eb en vloed het ritme bepalen. We overnachten op de schitterende nieuwe camperplaats. Een belevenis: de natuur aan onze voeten, de zee in de rug.

Langs de Westerschelde

Bij Breskens start onze tocht langs de Westerschelde. Vlissingen is vanaf deze kant te zien en wie even naar de overkant wil, kan het veer voor fietsers en voetgangers nemen. Maar wij rijden door naar Terneuzen, de stad van de Vliegende Hollander. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat Terneuzen echt de geboortestad is van Willem van der Decken, die volgens de legende nog steeds rond de wereldzeeën vaart. In 1972 heeft Terneuzen een monument aan hem en zijn schip gewijd. Maar belangrijker voor Terneuzen is dat het via een waterweg verbonden is met het Belgische achterland. In Sas van Gent, tien kilometer verder, strijken we neer op camperplaats ’t Eiland, pal aan het kanaal.

Het kanaal van Gent naar Terneuzen is zo belangrijk, dat in 2017 is gestart met de bouw van een gigantische nieuwe zeesluis, waarvan de kosten inmiddels tot ver boven de miljard euro zijn opgelopen. In het bezoekerscentrum krijgen we een prachtig beeld van dit immense werk. Komend jaar wordt de sluis geopend en vinden er het gehele jaar door evenementen plaats die in het teken staan van deze enorme sluis.

De Hedwigepolder

Ineens wist heel Nederland waar de Hedwigepolder lag. Het slechts 465 hectare metende poldertje werd wereldnieuws, omdat het na tientallen jaren van juridische en politieke strijd aan de zee werd teruggegeven. Eigenlijk zijn het twee poldertjes, de Hedwigepolder op Nederlands grondgebied en de Belgische Prosperpolder. Ze maken beide deel uit van het Grenspark Groot Saeftinghe, maar liggen veel lager dan het bekende Verdronken Land: het tijverschil bedraagt algauw vijf meter. Twee keer per dag loopt het zeewater door de geul het poldertje binnen. Midden in het gebied ligt een panoramaheuvel met een ‘rekenfoutje’. Het was de bedoeling, dat de heuvel 28 meter hoog zou worden, maar het is bij 20 meter gebleven. Maar als straks de 25 meter hoge uitkijktoren klaar is die erbovenop komt, heb je toch een spectaculair uitzicht over het gebied. Voor nu moeten we het doen met zicht vanaf de dijk. In Emmadorp vinden we het bezoekerscentrum Verdronken Land van Saeftinghe. Vandaar vertrekken de tochten met gids door dit unieke schorrengebied.

Hulst

Als we vanuit het Verdronken Land van Saeftinghe langs de Belgische grens zuidwaarts rijden, bereiken we Hulst, een schitterende vestingstad. Vanaf de mooie, vernieuwde, camperplaats Havenfort wandelen we in een paar minuten naar het centrum. De pagadders, bengels uitgedost als Spaanse soldaten, gidsen ons aan de hand van een routebeschrijving van de VVV langs de bezienswaardigheden van de stad. En dat zijn er heel veel. In het centrum kun je niet heen om de dertiende-eeuwse Sint Willebrordusbasiliek, in 2009 gekozen tot de mooiste kerk van Nederland. Behalve van de zomerse orgelconcerten is de basiliek ook wijd en zijd bekend om de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus-Passion. De fraaie gerestaureerde stadwallen leiden met een ruim drie kilometer lange wandeling om de stad heen.

Hulst is de bakermat van Van den vos Reynaerde, het bekende satirische dierenverhaal uit de middeleeuwen. Op veel plekken in Hulst zien we verwijzingen naar en afbeeldingen van de sluwe vos en de hofhouding van koning Nobel.

Sluis

Een stad met net zulke oude papieren als Hulst is het iets verderop gelegen Sluis, eveneens aan de grens. Tussen de stadwallen ligt Camping De Meidoorn en het bruisende centrum ligt dus op een paar honderd meter afstand. Sluis is met zijn bourgondische centrum vooral een stad om gezien te worden. Een echte flaneerstad. En een winkelstad.

In de tijd dat we nog ouderwetse winters hadden, was Sluis-Brugge-Sluis een tot ver buiten Zeeuws-Vlaanderen bekende schaatsklassieker. Tegenwoordig moeten we het doen met een fraai fietspad langs de oevers van de Damse Vaart naar Brugge. We passeren Damme, volgens de legende de geboorteplaats van Tijl Uilenspiegel en dat willen ze in Damme weten.

Op een paar kilometer van Sluis steken we de Damse Vaart over met veerpont De Kobus. Gratis, maar we moeten dan ook zelf het werk doen. Vanaf de pont gaan we terug naar Sluis via Sint Anna ter Muiden, met vijftig inwoners een van de kleinste stadjes van Nederland. Het dateert uit de vroege middeleeuwen en zou door Anton Pieck ontworpen kunnen zijn. Het heette toen Mude en was een belangrijke voorhaven van Brugge. Als we ronddwalen door dit ministadje, kunnen we ons voorstellen hoe het dagelijks leven er in de middeleeuwen aan toe ging.

Overnachten

  • Camping Den Molinshoeve, Retranchement, sitecode 86623
  • Camperpark Molecaten Park Waterdunen, Breskens, sitecode 107138
  • Camperplaats ‘t Eiland, Sas van Gent, sitecode 101526
  • Camperplaats Landwinkel Oude Stoof, Hengstdijk, sitecode 101966
  • Camperplaats Parking Havenfort, Hulst, sitecode 2771
  • Camping De Meidoorn, Sluis, sitecode 76498

De sitecodes verwijzen naar locaties op Campercontact.com.