Camperclubs werken samen aan lobby

Verschillende Europese camperclubs werken samen op het gebied van Europese lobby. Met een bijeenkomst op het NKC-kantoor in Soesterberg is hier donderdag 26 april een vervolg gegeven op een eerdere bijeenkomst.

Zusterclubs

De onderwerpen belangenbehartiging en lobby stonden op de agenda van het internationale seminar, dat de NKC voor de tweede maal organiseerde. Grote internationale camperclubs uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Duitsland deelden hier hun lobbyagenda en -ervaringen. De rijbewijsrichtlijn, milieuwetgeving, regels rondom parkeren en tolvignetten, maar bovenal vraagstukken over de toekomst van het camperen houden alle clubs bezig. NKC-directeur Stan Stolwerk: “Hoe we kunnen borgen dat toekomstige generaties ook van de vrijheid van het camperen kunnen blijven genieten, is een cruciaal en verbindend vraagstuk voor alle clubs in Europa.” Behalve de duurzaamheidsagenda kennen de vraagstukken rond diesel en alternatieve brandstoffen ook een internationale lobbyzijde. “Samenwerking is geboden”, aldus Stolwerk.

Hij was daarom blij met de aanwezigheid en presentatie van Jost Krüger, secretaris generaal van de ECF (European Caravan Federation), die nadrukkelijk ook krachtenbundeling zocht. De ECF vertegenwoordigt de Europese kampeerindustrie, ofwel de fabrikanten en is behoorlijk actief in de lobby in Brussel. Volgens Krüger zijn er voldoende dossiers waarin de belangen van consument en fabrikant gelijk opgaan.

Binnenkort gaat de NKC naar Brussel om te praten met verschillende Europarlementariërs. Stan Stolwerk: “Wanneer je door Europa reist met de camper, voelt het niet alsof je in vrijheid reist. Ieder land heeft andere regels, zoals voor tol, parkeren en zeker als het gaat om milieuzones. Voor de camperaar is deze lappendeken verwarrend. De EU maakt zijn belofte van vrij verkeer van mens en goederen niet waar.”