Vendée: oase voor camperaars

Door Pim Hiddes (tekst en foto's)

Het ligt er een beetje tussenin, de Vendée, ingeklemd tussen Bordeaux en Bretagne. Hagelwitte stranden en een kustlijn van 140 kilometer: een ideale streek om te verkennen, zeker omdat de camper hier volop de ruimte krijgt.

Op weg naar ons reisdoel de Vendée passeren we de stad Nantes. Met de Recta Foldex-atlas op schoot ziet het er allemaal erg ingewikkeld uit en dus besluiten we met behulp van onze navigator de stad in te rijden. Via Atout France hebben we een stadscamping gevonden, met de tramhalte voor de deur en dat lijkt ons wel wat. Op de camping staan stacaravans, maar gelukkig zijn er ook nog toeristische plaatsen. Op weg naar onze overnachtingsplek zien we al veel van Nantes, een stad die volop in beweging is. Met name in het oude havengedeelte is van alles te doen. We besluiten om direct met de tram de stad in te gaan, met de zon hoog aan de hemel en de terrasjes overvol.

Genoeg gezellige terrasjes in Nantes

Op La place de la Petite-Hollande stappen we uit en in ons beste Frans vragen we of er ook een markt in de buurt is. Demain, krijgen we als antwoord en dat komt goed uit, want we willen veel gaan bekijken van de stad, voordat we naar het strand gaan. Allereerst bespreken we een plaats in het beroemde restaurant La Cigale; getipt door een culinaire camperaar. Er is voor een tafel afgebeld en dat is fijn, want er zijn drie sessies op een avond en die zijn allemaal al maanden van tevoren volgeboekt.

Eilandje hoppen

De volgende dag staan we laat op en komen bij van ons Franse viergangendiner. Vanavond eten we in ons eigen mobiele restaurant en we besluiten om inkopen te doen op de markt. De kramen zijn opgesteld aan de oever van de rivier de Loire en er is keuze genoeg, maar het is vooral ook erg druk. Met tassen vol stappen we de tram in, die ons weer terugbrengt bij de camping. Ook de tram is overvol en we kijken uit naar de volgende dag, om de rust van de Vendée te ervaren.

Er zijn twee wegen die naar het fraaie schiereiland Île de Noirmoutier leiden. Een ervan is de Passage du Gois, voor de avontuurlijke camperaars die wel eens over de bodem van de zee willen rijden, maar de voeten droog willen houden.

Passage du Gois

Bij eb komt deze weg droog te liggen en het is een belevenis van de eerste orde, omdat veel mensen tijdens de oversteek links en rechts van de weg stoppen om kokkeltjes en schelpen te zoeken. Voor wie extra zuinig is op z’n camper, is er natuurlijk ook de D38, een keurige route over droog asfalt naar onze eilandbestemming: Château de Noirmoutier, zeg maar de hoofdstad van het eilandje. Onderweg maken we een stop bij een saunier, ofwel een zoutspecialist die volgens kenners zout van superkwaliteit produceert, honderd procent natuur. Met de nodige zoutsouvenirs rijden we door naar Plage des Dames, waar we nog net een plekje voor de camper vinden. Een idyllisch strand strekt zich voor ons uit en we belanden bij het leuke restaurantje La Plage de Jules, waar we een heerlijk gerecht bestellen, met al het lekkers uit de naastgelegen Atlantische Oceaan. We drinken er een glaasje wijn bij en na afloop van ons Franse diner, vlijen we ons neer op het witte zandstrand.

Heerlijke verse visgerechten

Tenten voorrang

Gelukkig is de afstand naar Camping Indigo Noirmoutier niet groot, na ons uitgebreide Franse middagdiner. De camping ligt aan het water en we staan met ons mobiele huis tussen een soort legertenten. Nieuwsgierig als we zijn vragen we een van de huurders of we een kijkje mogen nemen in de megatent. De tenten staan eerste rang met uitzicht op zee. Een beetje jaloers lopen we terug naar onze camper, die op de tweede rang staat. De pijnbomen geven ons wel de nodige verkoelende schaduw.

Zandzeilen

We besluiten om nog eens te gaan kijken bij de Passage du Gois, die tot 1971 de enige toegangsweg was naar het eiland. In dat jaar werd de zevenhonderd meter lange brug gebouwd en de D38 in gebruik genomen. De veerboot is toen gestopt met varen en het eiland werd een schiereiland. Bij de passage staan grote borden met de tijden van het tij. Het water stijgt razendsnel en voor wie niet goed op de klok let, zijn er zelfs houten vluchttorens. Direct hiertegenover ligt het Plage de Barbâtre, waar we gaan zandzeilen.

Strandzeilen op Plage de Barbâtre

Het foldertje van eigenaar Mathieu Maugin hebben we gevonden op de camping en het ziet er veelbelovend uit. Na een uitgebreide instructie stappen we in een driewielig wagentje met boven ons een surfzeil. Op een afgezet parcours vliegen we bij aantrekkende wind over het zonovergoten, brede strand. De zeilles uit de schooltijd blijkt nog nuttig te zijn, want de Franse instructeur Maugin steekt zijn duim op en roept hard tres bien. In de camper terug merk ik dat mijn handen, ondanks de surfhandschoenen, het aardig te verduren hebben gehad. We kijken terug op een fijne, actieve dag.

Camperplek achter de duinen

De volgende dag rijden we door naar het vasteland van de Vendée en besluiten te overnachten op de camperplek bij Plage de la Parée Préneau.

Vendee CampingPlage de la Parée Préneau

Een mooie plek, direct achter de duinen. Het ruisen van de zee klinkt ons als muziek in de oren. De fietsen gaan van het fietsenrek voor een tocht naar Saint- Gilles-Croix-de-Vie.

Fietsen naar Saint-Gilles-Croix-de-Vie

Het mooie fietspad is aangelegd door de pijnboombossen langs de kust en slingert langs de boulevards van kleine dorpjes. Aangekomen in de havenplaats besluiten we een verkoelende Perrier te drinken in de schaduw van de parasols. Even uitrusten dus voor de terugreis en op het terras de foto's terugkijken van de indrukwekkende rotskust die we gepasseerd zijn.

Kayakken op zee

Dan rijden we naar Plage de Sauveterre, alwaar we afgesproken hebben bij Base Canoë de l’ Auzance om te gaan kayakken op zee. We kennen dit fenomeen wel van riviertjes, maar op zee is dit nieuw voor ons. Enige spierkracht is nodig om de tweepersoonskayak naar de monding van de zee te dragen. Er zijn geen golven en vanuit de kayak hebben we een mooi uitzicht op het fraaie en rustige strand. Met een zeewind erbij is dit kayakken een aparte en verkoelende ervaring, waarbij wel een beetje conditie nodig is. Dat merken we als we terugkeren om de zeemonding weer in te varen als het inmiddels eb aan het worden is. Na afloop van onze inspanning nemen we een verfrissende duik in het zeewater, maar helaas is er geen douche bij het strand. We kijken in ons campingboek en besluiten naar Landevielle door te rijden, naar camping L'evasion. In verhouding zijn er hier maar weinig toeristische plaatsen, maar een kunstmatig strandje rond een klein aangelegd meertje en een heerlijk ruim zwembad zijn pluspunten deze camping.

Nantes

Vlak voor Legé verlaten we de veelzijdige Vendée, om terug te keren in de Loire-Atlantique. We gaan terug naar Nantes, want we hebben iets gemist bij het begin van onze rondreis: l'ile de Nantes, waar een soort droomfabriek voor kunstenaars te zien is, onder de noemer Les Machines. We kunnen de camper parkeren in de buurt van deze attractie en het is de moeite waard om door deze nautische buurt te slenteren. Een mix van oude gebouwen, die soms zijn vervormd tot architectonische hoogstandjes. Soms zijn het kantoren en soms zien we een bellenbord met namen die bij een woongebouw horen. Als we op het terrein van Les Machines aankomen, valt ons direct de Grote Olifant op, die twaalf meter hoog is en maar liefst 49 passagiers kan meenemen op zijn mechanische rug.

De grote olifant bij Les Machines de l'ile: twaalf meter hoog

Met de snelheid van een slak beweegt dit gigagevaarte zich voort. Met een gewicht van 50 ton kan dat ook niet anders. De slurf van de olifant spuit water naar kinderen en waaghalzen die te dichtbij komen. We zijn blij dat we nog terug gereden zijn naar Nantes, want dit is een waardige afsluiting van onze trip door de Franse Vendée.

Overnachtingen

Camping Indigo Noirmoutier
Camping L’ Evasion in Landeville
Nantes Camping

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 2 2015.