Van vakantieoord naar dystopisch landschap: Portugal loopt leeg

Florine van der Does (tekst en foto's)

Florine en Thijs verkochten twee jaar geleden huis en haard om in hun verbouwde Renault Master de wereld te gaan ontdekken. Via de groene heuvels van het Verenigd Koninkrijk raakten ze verzeild in de oerbossen van Australië, waar het nomadische leven in een tweede bus werd voorgezet. Hand in hand claimen ze zo weer eigenaarschap over hun leven en ontdekken ze wie ze zijn als al het zekere wegvalt. Fulltime op reis, in iedere zin van het woord. Op dit moment verblijven ze door de gevolgen van de coronacrisis in Portugal. In dit blog beschrijft ze de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.

Vluchten worden geannuleerd, grenzen gaan op slot en wereldwijd verschiet het reisadvies met hoge snelheid van licht oranje naar dieprood. Ook in Portugal volgen de maatregelen elkaar in razendsnel tempo op. Wat vorige week nog een onbezorgd vakantieoord was voor overwinterende camperaars, lijkt nu snel te veranderen in een dystopisch landschap.

Op zaterdagochtend al, net nadat de Spanjaarden de noodtoestand in hun land aankondigen, vult de Spaanse snelweg zich met een onophoudelijke stroom vakantiegangers op weg naar huis. De meeste camperaars lijken geen enkel risico te willen nemen. Slechts een enkeling gelooft nog steeds dat de situatie zo’n vaart niet zal lopen en rijdt op een verder verlaten snelweg richting de Portugese grens om hun reis verder voort te zetten. Ook wij sluiten ons aan bij het handje gelukszoekers dat zich richting het zuiden begeeft. Nu in Spanje de openbare voorzieningen waar wij graag gebruik van maken – het zwembad, de bibliotheek, het dorpscafé – stuk voor stuk sluiten en de hamsteraars in de oude dorpswinkel gretig hun slag slaan, lijkt ons vrije leven sterk ingeperkt te worden. We zoeken rust en vrijheid en Portugal lonkt met haar zonnige beloften van ogenschijnlijke kalmte in deze tijden van gekte.

Waar de Portugese camperplekken op zaterdag nog een veilig onderkomen lijken te zijn – de zon schijnt en we worden vrolijk begroet door mede camperaars als we aankomen op de camperplek in Bragança - wordt zondagochtend al vrij snel duidelijk dat ook hier de situatie snel verandert. Onze Nederlandse buurman die gisteren nog zelfverzekerd verkondigde ‘dat ze heus niet alle overwinteraars naar huis zullen sturen’ is druk met het inpakken van z’n oude Hymer. Ze gaan naar huis. In het noorden worden de eerste camperplekken ontruimd en camperaars geadviseerd huiswaarts te keren.

Onder de blijvers lijkt iedereen z’n geluk ergens anders te willen beproeven. Sommigen keren alsnog terug naar het land van herkomst, anderen zoeken hun heil bij familieleden of kennissen in aangrenzende landen of rijden door naar een zuidelijker gelegen camperplaats. Er is stress, maar geen paniek. Ook wij voelen nog geen noodzaak om richting Nederland te rijden. Onze camperbus is ons huis, zolang we samen zijn, zijn we thuis. ​

Als na een paar dagen steeds meer officiële instanties vakantiegangers vriendelijk doch dringend verzoeken zich weer richting Nederlandse bodem te begeven, vertrekken veel camperaars alsnog. De plaatselijke informatievoorziening is nihil, maar zelfs zonder Portugees te spreken zijn de bordjes op veel camperplekken overduidelijk: gesloten. Onder de overgebleven reizigers die zichzelf om wat voor reden dan ook genoodzaakt zien in Portugal te blijven is vooral veel gemeenschapszin.

Op verschillende Nederlandse (Facebook)fora worden tips gedeeld. Er zijn Nederlandse particulieren die bereid zijn hun huis, oprit of camping open te stellen voor ontheemde landgenoten. Er wordt informatie gedeeld over camperplaatsen en campings die nog steeds – bij hoge uitzondering, de meeste zijn nu echt gesloten -  verdwaalde camperaars aannemen. En er worden harten onder riemen gestoken: hou vol, blijf veilig, zoek een plek waar je even niet weg hoeft is de tendens. Een engel openbaart zich in de vorm van een Nederlandse B&B-houdster die ons uitnodigt om de storm bij haar op de parkeerplaats in het rustige Mouronho aan de Rio Alva uit te zitten. Ook onze vrienden – mede busbewoners  die zich in de Algarve hebben verschanst - zijn welkom, al maakt ze zich wel wat zorgen over wat de burgemeester zal vinden van een verzameling camperbusjes op de oprit. De zorgen blijken overbodig.

De camper van onze vrienden is stuk, de ANWB regelt een vlucht naar Nederland voor ze. “Het spijt me, ik had de storm graag met jullie uitgezeten,” laat ze via een bericht aan ons weten. Als we ’s avonds om de keukentafel kennismaken met onze redders en de Portugese wijn daalt het nieuws pas echt in: we zijn veilig, voorlopig.

Inmiddels zijn de straten verlaten, restaurants gesloten en supermarkten drukbezocht. In Portugal nog geen patrouillerende legervoertuigen of onverbiddelijke politie eenheden zoals in Spanje, maar de sfeer kantelt merkbaar. Waar campers eerst rijdende bakens van vrijheid waren, zijn ze nu verworden tot onhandige stukken blik. Zelfs de meest verstokte camperaars die de fora eerst nog vulden met teksten als “ik ben niet zo snel bang te krijgen” lijken hun mening te hebben herzien. Terecht, want hoewel de meeste Portugezen vriendelijk blijven, word je vreemd aangekeken als je nu nog rondrijdt in een voertuig met buitenlands kenteken. Portugal is niet langer een vakantieoord.

De Portugese overheid lijkt nog niet overal op de hoogte te zijn van de vrije doorgang voor mensen op weg naar huis; mensen die in allerijl toch nog naar de grens togen worden vaak tegengehouden als zij die willen oversteken. Uit verschillende hoeken klinken geluiden dat de overgebleven camperaars zich vooralsnog, op veilige afstand, hebben verzameld op camperplaatsen die nog niet ontruimd zijn. “Het is niet anders,” verzucht een stel dat nog maar net van huis vertrokken is voor misschien wel een jarenlange reis en zich nu schuilhoudt op een afgelegen camperplek. Een enkeling heeft zich verschanst in de afgelegen natuur, ver van alle gekte. Allemaal wachten ze op wat komen gaat. De vrijheid van het camperleven lijkt ver weg.

Ons besluit om in Portugal te blijven hangt samen met de mate van vrijheid die we hier genieten. Er is fysiek meer ruimte om ons te kunnen bewegen. We staan hier afgelegen en veilig op privé terrein, met een groot leeg bos waar we uit kunnen razen. Bovendien schijnt hier de zon - dat is onbeperkt elektriciteit met een zonnepaneel - en is het leven hier goedkoop. In Nederland hebben we niets van dat alles. We hebben geen huis, geen vaste baan, geen perspectief. We hebben er momenteel geen leven. En dat is wat dit is: het is geen vakantie, het is ons leven.