Mister H gaat huiswaarts

Mirte van Dijk uit Nederland en Sébastien Jam uit Frankrijk zijn op reis! Drie maanden lang is een Citroën HY uit 1977 hun huis, kantoor en auto. In dit laatste blog reizen ze huiswaarts. Maar wat is thuis eigenlijk?

Het is moeilijk inschatten wanneer onze terugreis nu eigenlijk echt begonnen is. Je kan het moment van thuiskomen namelijk moeilijk plannen als je niet weet hoe lang de reis gaat duren. Bovendien is het vaak leuker om ergens aan te komen dan ergens te vertrekken, niet?

Wanneer je rondreist is het moeilijk een start- en een eindpunt aan te geven. Elke bestemming lijkt namelijk wel een nieuwe start en aangezien wij in ons hoofd vaak ergens naartoe gaan in plaats van ergens vertrekken, is het nog lastiger aan te geven of we ook daadwerkelijk terugreizen.

De weg naar thuis

Voor het gemak noemen we ons startpunt Waalwijk, Noord-Brabant, daar staat Mister H tenslotte al veertig jaar geparkeerd. En omdat Mister H met pensioen is, is het na ruim 4500 kilometer tijd dat we hem weer veilig naar zijn vertrouwde omgeving brengen, hoe reislustig hij ook is. We plakken een etiket ‘thuis’ op de eindbestemming, een vreemd gevoel want het oude campertje ís voor ons tijdelijk ‘thuis’. En als je campertje je huis is, is er dan wel sprake van thuiskomen? Ingewikkelde kwestie dit. Bijna net zo ingewikkeld als de weg naar ‘thuis’.

Breakdown

Het eerste stuk naar Noord-Frankrijk verloopt soepel. We hebben nog helemaal niet het gevoel dat we ons aan het eind van onze reis bevinden en maken daardoor vrij snel de eerste onhandige keuze: de hoeveelheid boodschappen. Nu hebben we nog voor een ruime week voldoende toiletpapier, pastasaus en olijfolie. Ach, dat komt ‘thuis’ ook wel op. Hoe hoger we komen, des te vlakker wordt het landschap. We reizen over de D-wegen langs de kust van Normandië en snuiven de zoute zeelucht in ons op als we even stoppen voor een verse baguette. In principe zou het ons nu nog twee dagen moeten kosten om bij de schuur in Waalwijk aan te komen. Maar die planning is te optimistisch blijkt, onze tweede misvatting. En dat komt doordat we één traditie over het hoofd gezien hebben: de breakdown van Mister H. Elk jaar, al zolang ik me kan herinneren sinds ik als kind met mijn ouders en de oude bus op vakantie ging, staan we minimaal een keer met pech langs de kant. Het is tot nu toe niet zonder piepen en kraken verlopen en we hebben echt wel wat dingen moeten aandraaien en controleren, maar echt pech hebben we nog helemaal niet gehad! En dus wordt het tijd.

Rondom het wiel en vanuit de aandrijfas horen we het zachte vertrouwde piepen opeens over gaan in keihard gebonk. Alsof we een boomstam hebben geraakt die vast is komen te zitten. We verlagen de maximum snelheid tot vijftien kilometer per uur, zoeken gauw de dichtstbijzijnde garage via Google maps en rollen op hoop van zegen de Renaultdealer acht kilometer verderop binnen. “Ja het is een Citroën, klopt. En ja het is serieus. Kunnen jullie ons pl-e-a-se helpen?’ Leggen we bijna in tranen uit. De beste man in de garage, die in Algerije tijdens de oorlog militaire voertuigen heeft weten te repareren, knikt.
Tien uur later, en dus een dag vertraging, rijden we weer op een D-weggetje op zoek naar een camping. Daar zijn we goed vanaf gekomen, maar dit is wel het eerste teken dat het einde misschien toch in zicht is.

Obstakel België

Onze derde misopvatting, verkeerde keuze of obstakel (hoe je het wil noemen) heet ‘België’. Het efficiëntste leek binnendoor, kaarsrecht naar het noorden te rijden. Maar dat is niet zo. Het land zit bomvol wegversperringen zonder aangegeven omleiding, drempels die niet af zijn, doodlopende straten als verrassing, niet werkende stoplichten en enorme files op de snelwegen. Voeg daar een enorme wolkbreuk met onweer aan toe, zodat de motor van Mister H weer overstroomt en dus uitvalt, en het verandert in ‘Helgië’. Normaalgesproken kunnen we dan best even van een kopje thee genieten, maar we hebben geen water meer en alle natte regenkleding, veiligheidshesjes, met smeer besmeurde broeken en vieze modderschoenen liggen verspreid in het ooit zo knusse campertje. ‘We moeten hier weg. Ik wil naar huis.’ zeg ik tegen Sébastien. En voor het eerst realiseren we ons dat thuis niet meer Mister H is. De reis is voorbij en onze bestemming is duidelijk.

Lavendel Bus

Dankjewel Mister H

Ik krijg een brok in mijn keel als ik de oprit in Waalwijk met een doodvermoeide Mister H op rijd. Alle mooie herinneringen van onze avontuurlijke en fantastische reis flitsen aan me voorbij als ik uitstap en het portier achter me dichtsla. Ik loop naar de voorkant en omhels de motorkap. ‘Dankjewel Mister H, voor alles. Volgende zomer komen we je hier thuis weer ophalen. Wil je dan weer ons huis zijn?’

Volg Mirte en Mister H op instagram.