Met de camper door Nieuw-Zeeland

Door Rietha Bezembinder en Noël Servaes (tekst en foto's)

De daling is ingezet. We vliegen over een wirwar van eilanden en landtongen, zien prachtige baaien met zandstranden. Overal kleurt het land groen, in alle denkbare schakeringen. Een enkele atol voor de kust houdt net het hoofd boven water. Het landingsgestel raakt de grond. New Zealand, here we are.

Camperen doen we al sinds de jaren zeventig, de eerst keer in een 2CV-bestel. Wat heb je meer nodig dan een trommeltje om in te slapen? Daarna kwamen de Renaultjes, de Simca’s en de busjes die we zelf ombouwden. Van Scandinavië tot de Westelijke Sahara en bijna alle landen van Europa tot de grens met Iran bereisden we per camper. Onze lange schoolvakanties waren een zegen. Op ons 66ste werd het tijd voor iets anders en we besloten tot een bezoek aan onze tegenvoeters op de rand van de wereldkaart. Om de sfeer te proeven van een land waar we nog niet eerder waren, dwalen we twee dagen door Auckland, waar we de gereserveerde camper ophalen en waar we over twee maanden hopen te eindigen.

De Toyota Hiace benzineauto van verhuurder Apollo heeft al het noodzakelijke aan boord. Zelfs een magnetron en een elektrische waterkoker horen bij de uitrusting. De auto is twee jaar oud. We maken foto’s van de buitenkant, inspecteren de banden, de inventaris. Alles is in orde. Vreemd dat de verhuurder ons vraagt elke vijfhonderd kilometer de olie te peilen. We zullen het de komende 10 duizend kilometer geen enkele keer doen.

Adembenemende schoonheid

Voordat we echt vertrekken, willen we de koelkast en voorraadruimtes vullen. We doen inkopen bij de uitstekende supermarktketen Countdown. Eenmaal buiten begint het echt. Onze rondreis over beide eilanden rijden we met de klok mee. We willen dicht langs de kust rijden en links rijdend hebben we steeds vrij zicht op de zee. We maken kennis met zeeleeuwen, zeehonden, walvissen, dolfijnen, pinguïns, albatrossen en veel andere soorten vogels. Omdat we geen toilet en vuilwatertanks aan boord hebben, mogen we niet vrij kamperen. We besluiten voor campings van Top 10 Holiday Parks te kiezen en kopen op de eerste camping een kortingskaart. Het zijn uitstekende campings, met compleet uitgeruste keukens, met kookeilanden, magnetrons, koelkasten, ovens, barbecues, pannen en bestek. Op de wasmachines en droogtrommels na kun je alles vrij gebruiken. We koken in twee maanden slechts twee keer in onze camper. De ruimte en sfeer, de tijdloosheid van de weidse landschappen en het onbedorven karakter van het land zijn betoverend. We zijn onder de indruk en verrukt van de adembenemende schoonheid van het landschap.


De route over het Noorder- en Zuidereiland

Paradijs

Bij Brynderwyn slaan we op de HW1 af naar Matakohe, voor de kennismaking met de kauri. Het is een van de meest waardevolle bomen van Nieuw-Zeeland. Het museum, waar we alles te weten komen over deze oerreuzen van soms ruim tweeduizend jaar oud, is als de vele musea die zullen volgen: modern van inrichting, groots opgezet, veel multimediale informatie. Aangestoken door de Kauri-koorts bezoeken we het Kauri Park Scenic Reserve en het Waipoua Forest, waar de grootste en oudste Kauri’s staan. We vervolgen onze tocht langs de Twin Coast Discovery Highway. Cape Reinga, het uiterste puntje van het Noordereiland, is ons volgende doel. Voor de Maori is het een heilige plek. De zielen van hun overledenen verlaten hier het eiland, op weg naar het paradijs. Voor ons paradijs wenden we de steven zuidwaarts naar de Bay of Islands. Een reus lijkt met een achteloos gebaar handenvol eilanden en eilandjes in zee geworpen te hebben. In dit schitterende decor liggen de historisch belangrijke plaatsjes Paihia, Russell en Waitangi. In 1840 tekenden Maori-stamhoofden hier het Treaty of Waitangi, waarmee ze zich volledig uitleverden aan de Britten. Elk jaar in februari gedenken ze dit ‘heuglijke’ feit.

Verlaten hippiedorp

Op onze tocht verder zuidwaarts nodigt Hundertwassers krankjorume toiletgebouw in Kawakawa uit voor een plas. We passeren Auckland. Bij Thames buigen we linksaf, het begin van Coromandel Peninsula. Dit schiereiland heeft alles voor weken vakantiepret. De smalle sensationele weg slingert vlak langs de Grote Oceaan en eindigt bij Colville, een verlaten hippiedorp. Onderweg stoppen we bij Barry Brickell. In zijn eentje legde hij de Driving Creek Railway aan. Via de ruim drie kilometer lange smalspoorbaan haalde hij zijn pottenbakkersklei uit de bergen. Nu is het lijntje een toeristische attractie. We weten niet van ophouden, stapelen de ene sensatie op de andere. Hahei is er weer zo een. Daar lopen we de Cathedral Cove Walk, vier kilometer genieten van pure natuur. Bij Hot Water Beach lassen we een rustdag in. Onze hersenen kunnen de indrukken nauwelijks meer aan, terwijl de mooiste ervaringen nog moeten komen.

Tijd te kort

Via Rotorua, Lake Taupo, Napier, Cape Kidnappers en Hastings rijden we over de HW2 naar Waipukurau. Daar slaan we af. De HW52 brengt ons naar Wellington, waar we de oversteek maken naar het Zuidereiland. Dat blijkt alles te bieden dat de vakantieganger doorgaans zoekt: bergen met eeuwige sneeuw, gletsjers, baaien, fjorden, kilometerslange, lege zandstranden. Maar ook onafzienbare graslanden, waar miljoenen vrij lopende schapen en koeien verdwalen in hun privéweides. Je kunt er wandelen, klimmen, de wildste sporten bedrijven, de meeste sterren zien, groene mosselen eten en verse vis. We hadden ons voorgenomen beide eilanden in twee maanden te doen, maar elk eiland heeft zoveel te bieden, dat we tijd tekortkomen.

Van Picton, de navel van de fjord Queen Charlotte Sound, rijden we langs de HW1 tot voorbij Dunedin. Daar slaan we bij Balclutha af naar de kust en komen aan bij Slope Point, om ons op dit uiterste zuidpuntje van het eiland bijna door de stormachtige wind van het klif te laten blazen. Via Invercargill en de binnenwegen HW99 en HW94 arriveren we bij de fjord Milford Sound aan de rand van het Fiordland National Park. Van hieruit zijn veel en interessante trektochten uitgezet. De meeste liggen op een hoogte van tussen de twee- en drieduizend meter.

Gletsjers

We hadden op de route naar Milford Sound ook bij Te Anau kunnen stoppen, om vandaaruit het park te bezoeken en de onweerstaanbaar mooie boottocht over de fjord Doubtful Sound maken. Maar we pakken de HW6 en rijden door Haast aan de westkust. Ondertussen hebben we kennisgemaakt met de meest irritante beestjes van Nieuw-Zeeland: de sandflies. Ze zijn erger dan de ergste vlooienplaag. Ze steken elk onbedekt stukje huid in een mum van tijd lek. De jeuk blijft dagen, evenals de rode vlekken. Langs de westkust noordwaarts passeren we de gletsjers Fox Glacier en Franz Josef. Van de meer dan drieduizend meter hoge Alpen wandelen ze omlaag tot ze bijna de Tasmanzee zoenen. Je kunt over de gletsjers en het gebergte met Mount Cook als hoogste top heen vliegen, je kunt zelfs kiezen om erop te landen en ze onder begeleiding te beklimmen. Tegen forse tarieven boek je de verschillende varianten. We klimmen naar de voet van de gletsjers. Het is een minstens zo indrukwekkende tocht.

Herbeleven en rust

Langs de HW6 gaan we naar Westport. Daar verlaten we de kust richting Nelson, de toegangspoort voor het Abel Tasman Nationaal Park. Jammer dat deze angstige VOC’er de moed niet had om in 1642 door te pakken. Thomas Cook was in 1769 uit ander hout gesneden, ging aan land en eiste kort daarna alle land op voor de Engelse kroon. Poor Dutchies. Bij Picton nemen we wederom de veerboot Interislander. Terug op het Noordereiland volgen we de interessante en prachtige westkust van Wellington naar Whanganui en vervolgens New Plymouth. Via de zogeheten Forgotten World Highway HW43 brengt ‘onze’ Toyota ons naar Hamilton en uiteindelijk weer naar Auckland. Meestal beslissen we op de terugweg al wat de nieuwe bestemming zal zijn. Deze keer nemen we zoveel beelden van een onwaarschijnlijk mooie natuur en herinneringen aan ontmoetingen met ongelooflijk vriendelijke en aardige mensen mee naar huis, dat we tegen elkaar zeggen: nee, even wachten, herbeleven en rust!

Wat je niet mag missen in Nieuw-Zeeland

Oerbos en woudreuzen

Tussen Dargaville en Opononi op het Noordereiland liggen de resten van oerbossen, waarin de kauri zich handhaaft, een van de oudste boomsoorten. De Maori kenden de bomen mythische waarden toe en gebruikten het kwalitatief hoogwaardige hout voor het maken van hun waka taua’s, een soort grote kano’s. Europeanen velden de bomen massaal voor het maken van onder andere schepen, scheepsmasten, huizen, bruggen, dammen en spoorbielzen. Het Kauri Museum in Matakohe biedt zeer gedetailleerde informatie over de wijze waarop opeenvolgende generaties het hout gebruikten. Nauw verbonden met de kap van de bomen is het delven van de hars van de bomen. Gebruikten de Maori de hars als brandstof voor het maken van fakkels en voor het kleuren van hun tattoos, met de komst van de Europese gelukszoekers ging 450 duizend ton hars naar Europa, als grondstof voor vernis, verf en linoleum. Veel hierover is te zien in het Gumdiggers Park in Awanui en in Rick Taylers Woodturners Kauri Gallery and Working Studio in Dargaville.

Organische koffie in Gumdiggers Cafe

Maori

Bronnen vermelden dat tussen het jaar 1300 en 1400 de eerste immigranten uit Oost-Polynesië op de volkomen onbewoonde eilanden van Nieuw-Zeeland arriveerden. In hun kano’s staken ze de oceaan over en bereikten het land dat ze Aotearoa noemden, wat ‘het land van de lange witte wolk’ betekent. Maori is een verzamelnaam voor verschillende stammen die zich veelal op het Noordereiland vestigden. De naam van hun kano’s stond voor de naam van de stam. De verschillende stammen bestreden elkaar. Van de ongeveer 4,5 miljoen inwoners van Nieuw-Zeeland is ongeveer 14,5 procent Maori. Van hen woont 90 procent op het Noordereiland. In de grotere plaatsen schenken de musea veel aandacht aan het sociale en culturele patrimonium van de Maori. In Auckland is het museum Tamaki Paenga Hira, in Wellington het museum Te Papa Tongarewa. Het onrecht dat de Maori met het Waitangi-akkoord is aangedaan, probeert men goed te maken door hen een soort status aparte te verlenen.


Ruim 14% van de bevolking is Maori

Ninety Mile Beach

Het noordelijkste puntje van de westkust van het Noordereiland heet Ninety Mile Beach, maar het aaneengesloten strand is in werkelijkheid 55 mijl lang, ofwel 88 kilometer. Het eindigt bij Cape Reinga, waar de zandduinen tot 150 meter hoog zijn. In Te Kapi is duinsurfen mogelijk. Vanuit Kaitaia scheuren bussen in anderhalf uur over het strand naar Cape Reinga. Voor campers is de strandroute verboden. Via de parallel lopende Highway 1 is de vuurtoren op de uiterste punt ook bereikbaar. Het laatste tankstation is in Pukenui.

Duinsurfen bij Te Kapi

Zwaveldampen en kokende modder

Okergele sulfer, rokende en kokende aarde, geisers, modderbaden kenmerken de parken met thermische en vulkaanactiviteit. We trekken enkele dagen uit voor een bezoek aan de streek Rotorua, want hier is veel te zien en te beleven. We bezoeken de bron Hells Gate en maken een tocht door Wa-O-Tapu Geothermaal Park met de geiser Lady Knox, een van de meest surrealistische plekken ter wereld. We trekken een dag uit voor de Vulkaan Vallei bij Waimangu en maken daar een boottocht. Ook slaan we het allermooiste park niet over: Orakei Korako.

Natuurgeweld in de streek Rotorua

Christchurch

Het historisch centrum van Christchurch is door de aardbeving van 22 februari 2011 verwoest. Nu we er vijf jaar later zijn, blijkt de stad één grote bouwput. Christchurch is alleen al een bezoek waard omdat je tegelijkertijd de kracht en bezieling proeft waarmee de stad weer wordt herbouwd. Of die zijn ziel ooit terugkrijgt? De tijd zal het leren. Bezoeken aan de Christchurch Art Gallery en de botanische tuin zijn de moeite waard. De gratis Rebuild Tour met de RedBus toont de gevolgen van de aardbeving, de opbouwfase en de ontelbare wandschilderingen en kunstige graffiti.

In Christchurch zijn beschadigingen door de aardbeving nog goed te zien

Edinburgh van het zuiden

Koud, vochtig en mistig, zo staat Dunedin bekend, het Edinburgh van het zuidelijk halfrond. We laten ons echter niet afschrikken en ontdekken dat de stad misschien wel de mooiste parel van het land is, met een forse reeks aan niet te missen topattracties: Dunedin Public Art Gallery, de St Paul’s Cathedral, de First Church, het Otago Settlers Museum, de Dunedin Chinese Garden, het Railway Station en de Street Art. Maar ook de natuur nabij Dunedin heeft veel te bieden, op het aangrenzende schiereiland Otago Peninsula. We trekken er een hele dag voor uit. De wegen zijn smal en bochtig, met afslagen naar schitterende stranden, waar we zeeleeuwen en albatrossen zien. We maken ons wel even zorgen over de brandstofmeter: die loopt gevaarlijk terug en een tankstation vinden we hier niet.

Zuidelijkste Punt Nieuw ZeelandZuidelijkste punt van Nieuw-Zeeland

Fjordland National Park

Op een derde voor het eind van de World Heritage Highway Milford Road wacht de smalle Homer Tunnel. Na de tunnel wordt het landschap adembenemend mooi. Het regent en daardoor klettert het water in duizenden watervallen van de steile basaltwanden, een onvergetelijk schouwspel. De weg eindigt bij Milford Sound. We zijn blij dat we hebben gereserveerd op de prima camping die het dorpje heeft, want het is er druk. De boottocht door de fjord Milford Sound staat op nummer één van de top honderd to do’s van Nieuw-Zeeland, maar naar verluidt is de cruise door de fjord de Doubtful Sound minstens zo schitterend.

Fox Glacier en Franz Josef

Een tocht over het Zuidereiland is niet af zonder een bezoek aan de gletsjers Fox Glacier en Franz Josef. Natuurkrachten zijn hier tastbaar. De inbedding van beide gletsjers in het totale landschap van dit deel van de Alpen is van een onvoorstelbare schoonheid.

Franz Josephgletsjer

Mount Cook National Park

Mount Cook is met 3.724 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. In het Maori heet de berg Aoraki, ofwel de berg die de wolken pakt. We treffen het met helder en zonnig weer en dan is het een niet te missen genot om dit gebied te bezoeken. Wie graag wandelt, is hier dagen zoet. Het meer Lake Pukaki en de gletsjer Tasman Glacier zijn toeristische hoogtepunten. Wij drinken koffie in hotel The Hermitage en genieten van het uitzicht.

Tasmangletsjer in Mount Cook National Park

Abel Tasman National Park

Vanuit het zuiden komend leidt de HW6 vanaf Westport naar Nelson, de toegangspoort voor het Abel Tasman Nationaal Park. Waar we ook kijken, zien we goudgele stranden, helderblauwe zee, schilderachtige baaien en weelderig groen. Zittend in een boot laten we ons met een tractor de zee in rijden. De boot brengt ons van Motueka naar Marahau, waar de drie uur durende schitterende wandeling Abel Tasman Track start. Aan het eind van deze tocht wacht de boot ons weer op. De volgende dag trekken we uit voor de Fossil Point Walk en aansluitend de Hill Top Walk, beide op de uiterste noordpunt van het Zuidereiland. Startpunt van beide wandelingen is bij het Farewell Spit Visitor Centre.

Schitterende stranden in Abel Tasman National Park

Websites voor reisinspiratie

  • www.tourism.net.nz: algemene informatie.
  • www.newzealand.com: bestemmingen, activiteiten, feiten, tochten.
  • www.doc.govt.nz/: info over niet commerciële campings midden in de natuur, met weinig of geen faciliteiten.
  • www.i-site.org.nz: lokale en algemene informatie, plannen van uw reis, info over accommodaties, vervoer, activiteiten, attracties, gratis kaartmateriaal, info over weer en veiligheid in de bergregio’s.

Camperhuur

Kijk voor informatie over camperverhuur op onder andere de volgende websites:

Reisboeken

De volgende gidsen en websites zijn handige informatiebronnen:

  • Nieuw-Zeeland, ANWB navigator, met veel wandel- en autoroutes, € 23,95
  • Nieuw-Zeeland, de mooiste reisregio’s en autoroutes, Bruni Gebauer en Stefan Huy, Lannoo, ISBN 978-90-209-7182-8, € 24,99
  • Nieuw Zeeland, wereldreisgids, Hans Klüche, ANWB, oktober 2011, € 24,99
  • Algemene info: wikipediapagina
  • Alle i-SITE’s geven gratis handige routekaarten, informatie en reistips