Leve het water! Op bezoek in het mooie Friesland

“Leve het water”, zo luidt de slogan waarmee Friesland zich in 2020 wil promoten. Niet gek aangezien de provincie grenst aan de Waddenzee en het IJsselmeer en voor een groot deel bestaat uit meren, zeearmen, riviertjes, vaarten, kanalen baggersloten en stadssingels. Reden genoeg voor Marja en haar man om af te reizen naar het Noorden van ons kikkerlandje. In dit blog de mooiste hoogtepunten van de Zuidwesthoek van Friesland.

Beerenburg en C&A

Sneek is meer dan de Sneekweek en het skûtsjesilen, het is een prachtige stad met statige panden, grachten en smalle steegjes. Overal proef je historie: we kijken onze ogen uit en wachten geduldig voor geopende bruggen. De Sneeker Waterpoort bewonderen wij vanaf fontein Fortuna, een van de elf die geplaatst zijn ten ere van Friesland-Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018. We kuieren door naar de winkel van Weduwe Joustra aan het Kleinzand en kopen een fles Beerenburg, die vanaf 1864 door Anjenette Joustra en haar nazaten - naar receptuur van echtgenoot Hendrik Beerenburg - wordt gestookt.

Vlakbij ligt het Fries Scheepvaart Museum, waar de geschiedenis van de scheepvaart vanaf de zeventiende eeuw prachtig wordt verhaald. Maar we leren er ook dat de broers Clemens en August Brenninkmeijer, bekend als C&A, hier in 1841 met hun winkelketen zijn begonnen. Wij vinden het een heel interessant en mooi museum. Als appetijtelijke afsluiting smullen wij van diverse kleine gerechtjes bij Proeflokaal Sneek, iets om te onthouden. Wat een fijne dag!

Voorspoed en aardewerk

Vanwege de gunstige ligging en de sluizen werd Makkum in de middeleeuwen De poort naar de Zuiderzee genoemd. Nu is het een drukke toeristenplaats, mede door een buitendijks deel met aangelegde zandstranden, horeca, luxe campings en jachthavens: het Beach Resort Makkum. Gelukkig is in het centrum de rijke historie bewaard gebleven. We ontdekken veel monumentale panden, want Makkum heeft een beschermd dorpsgezicht. Sinds 1572 maakt de familie Tichelaar Makkum beroemd door handbeschilderde tegels en aardewerk en inmiddels is de Koninklijke Tichelaar Makkum uitgegroeid tot een begrip in de internationale architectuur- en kunstwereld.

Middags fietsen wij een stuk van de Aldfaers Zwerf Route en voor we museumdorp Allingawier aandoen, stoppen we bij Landgoed Allingastate, waar de eigenaar ons de geschiedenis uit de doeken doet. Allingawier zelf brengt ons terug naar de vorige eeuw. Voor we naar de camping gaan, sluiten we deze heerlijke dag in het heden af in Het Strandhuys, met uitzicht over het IJsselmeer.

Schilderij van oude meester

De volgende dag rijden via It Heidenskip met buurtschap Brânburren naar Hindeloopen. In het boek De Oerpoldervan Hylke Speerstra is te lezen dat het boerenleven hier vroeger een enorm geploeter was. Nu wil je er wonen. Aangekomen in Hindeloopen fietsen we eerst zeven kilometer langs weilanden met grazende koeien, boerderijen en sloten naar Workum, om het drukbezochte Jopie Huisman Museum te bekijken. Een schitterend opgezet museum van een veelzijdige schilder, die op de uitgereikte audioguide soms zelf postuum aan het woord is. Daarna kuieren we met Jopie nog in het hoofd langs rijen monumenten en geveltjes, ook een attractie.

Terug in Hindeloopen voelt het alsof we in een schilderij van een oude meester zijn beland: smalle straten, markante huisjes, sloten met sierlijke houten bruggetjes en als de kerkklok uit 1632 slaat, krijgen we kippenvel. Het blauwe reddinghuisje bij de haven is ook te gek fotomateriaal, net als de typisch Hindelooper groene beschilderingen. Alles klopt hier: ook de verse visschotel op het terras van restaurant Sudersee.

Uitzicht vanaf het water

We gaan door naar Stavoren, waar graanhandel, hout en haringvisserij grote bloei brachten, tot de verzanding toesloeg. Wie kent niet de legende Het Vrouwtje van Stavoren, gemelijk uitkijkend over zee? Nu is het een bruisend watersportstadje met langs de haven gekleurde houten huizen en een monsterlijke vis: een van de elf fonteinen. We fietsen langs de IJsselmeerdijk naar de Rode Klif, met op een dikke zwerfsteen de spreuk Leaver dea as slaef. Hier vond in 1345 de overwinning op de Hollanders plaats. Verderop ligt het kleinste vissersdorp van Europa: Laaksem, waar we in een visbroodje happen.

Terug op de camperplaats huren we een sloep, waarmee we vanuit Marina Stavoren Binnenhaven naar zeilschool De Morra varen en via een aantal smalle vaarten weer terug naar de haven tuffen. Een spetterende ervaring: vanaf het water ziet alles er anders uit, trager en rustgevender. Als we langs wuivend riet, boerderijen en afgemeerde schepen glijden, smaakt inhoud van onze picknickmand excellent. Die slogan Leve het water, die klopt!

Lijkkisten in het water

Na een onrustige nacht met zware regenval nemen we eerst een kijkje in Bezoekerscentrum Mar & Klif in Oudemirdum, om meer over de natuur van Zuidwest-Friesland te weten en dat kan daar prima. Ons doel is vestingstad Sloten, dat in de top 5 van kleinste steden in Nederland staat. Klein wil niet zeggen dat er weinig te beleven valt. Het compacte, fraaie centrum is met stellingmolen De Kaai en twee waterpoorten zeer fotogeniek. Vermakelijk om mensen te zien suppen en al dan niet behendig af te meren bij een terras.

Wij bezoeken Museum Sloten, gevestigd in het voormalige stadhuis. ’s Middags fietsen we langs Balk en Woudsend rond het Slotermeer. Bij het meer De Fluessen voert het fietspad strak langs het water. Daar zien wij ongeveer 150 meter uit de oever een zwart-gele boei, waar talloze verhalen over gaan, onder meer over een storm die het oude dorp Elahuizen verzwolg. Men beweert dat hier na een hevige storm ooit lijkkisten ronddreven. Alle schippers zijn gewaarschuwd. Langzaam worden we verliefd op Friesland.

Stampende machines

Voordat de Afsluitdijk was aangelegd, was Lemmer een belangrijke vissersplaats met een vloot van bijna honderdvijftig schepen. De Lemmeraak De Groene Draeck van prinses Beatrix is daarvan afgeleid. Lemmer heeft een oergezellig centrum, maar wij popelen om naar het Ir. D.F. Woudagemaal te gaan, het grootste nog werkende stoomgemaal ter wereld en Unesco-werelderfgoed, in de stijl van de Amsterdamse School. Wij worden rondgeleid door Oane Buwalda, een enthousiast verteller, boordenvol kennis. Als de stoom de cilinders in beweging brengt, pompt het gemaal 4 miljoen liter water per minuut naar het IJsselmeer. Nu niet meer gestookt op kolen, maar op olie. Helaas staan de stampende en sissende machines nu in rust. Slechts als het Hooglandgemaal in Stavoren het water niet meer aankan, mogen ze echt in actie komen, los van het proefdraaien tweemaal per jaar. Wat zal dat een machtig concert zijn... De rondleiding geeft ons een heel bijzonder inkijkje in de Friese waterhuishouding. Ons rondje zit er helaas op. Een aanrader!