Donkere wolken boven Nederlandse camperplaatsen

In grote delen van Nederland hebben overheden, verenigd in de 25 veiligheidsregio’s, verblijf en overnachting op camperplaatsen en campings volledig verboden. Zoals in Zeeland en Noord-Brabant. Elders mag nog wel worden overnacht, maar moeten gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen afgesloten zijn, zoals in Limburg en Drenthe. Rondvraag leert dat ook in die gebieden tal van exploitanten hun camperplaatsen toch gesloten houden. “Rutte heeft opgeroepen thuis te blijven. Dan kunnen wij het niet maken om een reisdoel te zijn voor camperaars”, zegt Jittie Mozes van Camperpark Kuikhorne in Friesland.

Verdwaalde camper

Hier en daar valt op de vaderlandse wegen een verdwaalde camper op. Maar het gros blijft thuis. Zo bracht Pasen Camperplaats Maastricht welgeteld twee gasten. “Het was dood- en doodstil. Terwijl we normaal gesproken vanaf Goede Vrijdag alle honderd plaatsen vol hebben”, meldt exploitant Hans Stelwagen. Hij ziet het zwerk drijven. Zijn camperplaatsen in Maastricht en Landgraaf vormen zijn enige bron van inkomsten. “Ik kan het hooguit drie maanden uitzingen. Daarna houdt het op en moet ik met de bank gaan praten. Ik heb nauwelijks variabele kosten. Er zijn geen uitzendkrachten die ik naar huis kan sturen. Mijn kosten zitten in de grond, in de investeringen in voorzieningen en in de belastingen. En die lopen ook zonder gasten gewoon door.” De onderneming van Stelwagen komt in aanmerking voor de eenmalige Rijkssteun van 4.000 euro. “Ik ben er blij mee. Maar daar haal ik de winter echt niet mee.”

In Overijssel hebben Mascha en Theo Frielinck hun camperplaats, onderdeel van melkveehouderij De Nijenhaer in Beuningen, op last van de regionale overheid moeten sluiten. Kosten bij overtreding: 3.000 euro per camper. “De sluiting betekent in het seizoen een inkomstenderving van duizenden euro’s per maand. Maar het coronavirus is veel erger”, relativeert Frielinck. “Het is een strop, maar de grond is ons eigendom en we hebben nu ook geen uitgaven aan bijvoorbeeld elektriciteit.” Liefhebbers van deze sfeervolle camperplaats in het Twentse landschap hoeven niet bang te zijn dat de Nijenhaer verdwijnt. “Als deze crisis achter de rug is, desnoods volgend jaar pas, gaan we gewoon weer open.”

'We horen niet open te zijn'

In Borger in Drenthe maakt Roelie Hulshof van Camperpark Nuuverstee zich wel grote zorgen. Zij en haar man hebben hun banen opgezegd en leven van de camperplaats. Nuuverstee mag, mits het sanitair op slot blijft, gasten ontvangen, maar Hulshof heeft uit eigen beweging de poort dicht gedaan. “We moeten met zijn allen thuis blijven en daar staan wij ook achter. Dan horen wij niet open te zijn. En bovendien was het aantal camperaars, toen we nog open waren, toch al minimaal. Met Pasen zijn we altijd vol. Nu stond er vrijwel niemand.” Hulshof durft zich niet aan een voorspelling voor de toekomst te wagen, maar stelt wel vast dat de buffer, die zij en haar man met de omzet van het vorige seizoen hebben opgebouwd, in rap tempo slinkt. “We hebben geen inkomsten en onze kosten lopen gewoon door. Ik kan alleen maar hopen dat we allemaal heel snel weer op vakantie kunnen.”

Onder de – met dank aan de coronacrisis opgetrokken – rook van Schiphol zwaait Eveline Roubos van Het Groene Hart in Abbenes haar enige gast vanaf een afstandje vriendelijk toe. “Hoe het verder in het jaar ook gaat lopen, ons seizoen is al stuk”, laat ze weten. Het Groene Hart moet het volgens haar voor twee derde hebben van de vele honderden camperaars die haar camperplaats uitkiezen voor een bezoek aan de bloeiende bollenvelden. “De Keukenhof is dicht. Dus komt er geen kip meer. Het is een doffe ellende, desastreus.” De camperplaats met enkele tientallen plaatsen maakt deel uit van een akkerbouw- en loonwerkbedrijf en vormt dus niet de enige bron van inkomsten. “Maar wel een heel flinke. We hebben er zwaar in geïnvesteerd: toiletgebouw neergezet en drainage en bestrating aangelegd. Ik ben wel bezig om compensatie te krijgen, maar het is zeer de vraag of dat lukt. De camperplaats is een nevenactiviteit.”

Nog geen overnachting gehad

Midden in het coronarampgebied, in Eersel in Noord-Brabant, ligt de splinternieuwe Camperplaats Duynenwater met honderd plaatsen. Tot in de puntjes verzorgd, aantrekkelijke ligging aan een recreatieplas, restaurant op kruipafstand. Zo nieuw dat er nog geen camper heeft gestaan. En dat blijft voorlopig ook zo. In Noord-Brabant is alles wat met recreatief overnachten te maken heeft, verboden. “Een valse start”, vat directeur Roland van Pelt de situatie samen. De camperplaats maakt deel uit van een veel grotere onderneming, die onder meer een hotel en een evenementencentrum omvat. “We hebben zwaar geïnvesteerd in de camperplaats, reclame gemaakt in Duitsland en hadden verwacht dat we nu aardig vol zouden staan. Natuurlijk hebben we hier pijn van. Maar we vallen niet om.”

Jittie Mozes van het Friese Kuikhorne verwacht dit jaar te kunnen overbruggen, omdat haar bedrijf ook een jachthaven omvat waar nog wel bedrijvigheid is. “Hier in het Noorden is het aantal besmettingen beperkt en de mensen die bij ons hun schip hebben liggen, komen uit de buurt. Campergasten komen overal vandaan.” Ze hoopt op enig moment weer open te kunnen. “Misschien door om en om plekken vrij te houden zodat er afstand ontstaat.”

NKC kijkt uit naar maatwerk in de branche

Volgens de richtlijnen van de overheid, gebaseerd op de adviezen van het RIVM, moeten mensen nog steeds zoveel mogelijk thuisblijven en alleen op pad gaan als dat strikt noodzakelijk is. De NKC roept camperaars op om zich aan deze richtlijnen te houden. “Maar we hopen ook dat er op niet al te lange termijn ruimte komt voor maatwerk in de branche”, zegt NKC-directeur Stan Stolwerk. “Gezondheid van ons allen gaat boven alles, maar wellicht zijn de risico’s te minimaliseren met protocollen en creatieve aanpassingen op camperplaatsen. Los van de ellende van deze pandemie zou het zeer spijtig zijn als camperplaatsen hierdoor verdwijnen.”