Dertig miljoen

De Telegraaf kopte het onlangs in koeienletters op mijn beeldscherm: van 19 naar 29 miljoen buitenlandse toeristen in 2030. Het actief promoten van onze windmolens, tulpenvelden en Amsterdamse grachten hoeft niet meer want de toeristen komen vanzelf wel. Sterker nog, “wat betreft het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBTC) gaat het voortaan alleen nog om spreiding van bezoekers en bestrijden van topdrukte en overlast.” En laat dat nu juist de kracht zijn van de camperaar.

Leest u even mee?

We hebben onlangs onderzocht hoe de Europese camperaar zich door Europa begeeft: ruim negenduizend camperaars hebben meegedaan aan dit onderzoek op Campercontact. En NBTC; leest u even mee, camperaars zijn érg goed in het verdelen van het eigen toerisme. De Europese camperaar maakt namelijk twaalf (korte) trips per jaar, het hele jaar rond. Bijna een kwart reist zelfs tijdens de wintermaanden! Van al deze mensen blijft ‘slechts’ twaalf procent in eigen land; de rest trekt Europa door.

En als de Europese camperaar dan ons land bezoekt, dan doet hij of zij dat niet ‘en masse’ met duizenden tegelijk, maar met anderhalf volwassene per camper. U begrijpt dat het hier niet letterlijk gaat om halve personen maar dat het gaat om een gemiddelde. Deze anderhalf persoon blijft gemiddeld twee dagen op één locatie staan, om vervolgens weer te ‘verspreiden’. De voorkeur gaat dan uit naar kleine camperplaatsen met voorzieningen. Deze liggen voornamelijk buiten de stad en buiten de drukte.

Massatoerisme

Goed, dertig miljoen toeristen dus in 2030. Camperaars zijn absoluut onderdeel van de groei in de komende tien jaar. Waar de camperaar dus geen onderdeel van uitmaakt is het massatoerisme rondom steden en trekpleisters; daar waar de problematiek het grootste is. Het aantal camperaars valt in het niet bij alle vliegtoeristen, busreizigers en dagjesmensen.

Ja, ook de camperbranche kent zo zijn uitdagingen. Het toenemend aantal campers in Europa zorgt er voor dat op hotspots (Keukenhof, Amsterdam) het aantal camperplaatsen onvoldoende is. Sommige gemeenten experimenteren met pop-up camperplaatsen. Daar waar de vraag groot is komen tijdelijk extra plaatsen. Het spreiden en het aanbod afstemmen op de vraag voorkomt zo overlast. Daarnaast wordt er op deze manier duurzaam omgaan met de ruimte én wordt de camperaar goed gefaciliteerd. Win-win, toch?

Staat u wel eens onverwacht voor een volle camperplaats? Laat het ons weten via [email protected]. Vergeet ook niet te vermelden waar en wanneer.