Liefde voor de camper en voor elkaar

Door Carlijn Assink (tekst en foto's)

Carlijn Assink (29 jaar) is bezig met een nieuw avontuur. Ze onderzoekt of het fulltime camperleven iets voor haar is. Haar camper, Harrie: een Volkswagen T3, is er eentje die om de haverklap een mankement heeft. Maar goed, dat maakt het allemaal extra avontuurlijk. Nu is ze op ontdekkingstocht in de Benelux, om voor NKC een camperplaats inspiratiegids te maken.

Meestal ga ik alleen op pad in de camper, vooral als ik moet werken. Ik houd van de rust, de vrijheid en van mensen ontmoeten onderweg. En als ik moet werken heeft de ander weinig aan me. Maar soms ontmoet ik lieve stellen die al jaren met elkaar op pad zijn en elkaar zo goed kennen dat ze samen één zijn. En dat is toch wel heel mooi om te zien.

Camperplaats Groningen

Groningen

In Groningen wonen wat vrienden van mij, dus toen ik daar was om een camperlocatie te bezoeken, wilde ik ze even opzoeken. Het was druk op de camperplaats en we stonden gezellig dicht op elkaar. Mijn buurman kwam even vragen of ik geen last had van hun televisie. We maakten even een praatje. Maar ik moest snel weg, want ik ging longboarden met mijn vrienden. Onderweg maakte ik een flinke smak, omdat ik een gat in het fietspad over het hoofd had gezien. Mijn hand ving de klap op en lag een beetje open. Geen fraai gezicht, maar niet ernstig.

Noordkaap tot Moskou

De volgende ochtend liep ik langs de campers met mijn gewonde hand voor me uit als een soort bedelaar. Het moet er suf hebben uitgezien, want de buurman vroeg onmiddellijk wat er aan de hand was. “Kom maar even binnen, kind. Dan tapen we je in.” Ze haalden een heuse EHBO-kit tevoorschijn en voordat ik het doorhad, zaten ze samen mijn wond te verzorgen. Ondertussen vertelden ze over alle reizen die ze al hadden gemaakt, eerst met de tent en de kinderen, later samen met de camper. Van de Noordkaap tot aan Moskou, overal waren ze geweest.

Altijd onderweg

“En nu gaan we nog steeds de hort op. Niet meer zo ver als eerst hoor, we blijven in Nederland”, lachte mevrouw me toe. Ze leken me een jaar of 75, misschien iets ouder. “Zo ver weg gaat helaas niet meer. Dat durf ik niet meer aan.” Maar aan stoppen met rondtrekken willen ze nog niet denken. “We zorgen altijd dat we dinsdag thuis zijn, want dan heeft ze koorrepetitie”, zegt haar man, wijzend naar mevrouw. “En dan gaan we op woensdag meestal weer weg.” Ondertussen verbonden ze als een goed geolied team mijn hand. Meneer deed wat jodium op het wondje, mevrouw knipte het verband af en hield het strak, terwijl meneer het om mijn hand draaide.

Ik aanschouwde ze in stilte. Aan een blik hadden ze genoeg, wisten precies wat de ander wilde doen of zeggen. Aan welke herinnering de ander dacht. Samen, door dik en dun, de wereld verkennen. Dat is camperliefde ten top.