Camper uit de stalling? Zo maak je hem klaar voor het nieuwe seizoen

Waar moet je allemaal op letten als je de camper uit de stalling haalt? Hier staan de belangrijkste checks, zodat jij weer veilig op pad kunt.

1. Vóór het wegrijden bij de stalling

Stel de spiegels opnieuw in (spiegels worden vaak in- en uitgeklapt in de stalling, daarnaast kan iemand van de stalling de spiegels aangepast hebben aan zijn/haar zicht positie)
Controleer het dashboard: geen waarschuwingslampjes?
Motor rustig warm rijden, vermijd hoge toeren, maar schakel ook niet te vroeg door. Beste is tussen 1.800 en 3.000 toeren.

Check de bandenspanning en breng ze op spanning. Na het controleren van de bandenspanning, brengt u een beetje spuug aan op het ventiel: gemakkelijke manier om te controleren of het ventiel dicht is. Ziet u bubbeltjes, dan is het ventiel lek en loopt er lucht door het ventiel naar buiten.
Controleer de banden op scheurvorming. Op de band staat een 4-cijferige DOT code waaraan u kunt zien wanneer de band geproduceerd is. Controleer of de banden niet ouder zijn dan 6 jaar. Laat ze anders controleren door een bandenspecialist.

Check de vloeistoffen: motorolie, remvloeistof, ruitenvloeistof, koelvloeistof en vul waar nodig bij. Bij een laag remolieniveau ga je het best naar je garage.

Verkeersverlichting controleren. Schakel alle verlichting in, inclusief de alarmlichten en loop een rondje om de camper. Let ook op de top lampen en de achteruitrijverlichting. Vraag even hulp voor controle van de remlichten.

Laat enkele minuten water in de watertanks stromen met de afsluiter geopend. Het water zal door de tanks stromen en eventueel vuil wegspoelen. Sluit daarna de tankafsluiter en vul het systeem net voldoende om de pomp in werking te kunnen stellen. Open alle waterkranen en zet daarna pas de waterpomp aan. Het systeem komt op druk en laat het water ruim door de leidingen stromen. Sluit de kranen en controleer of de pomp weer in rust stand komt. We raden aan het watersysteem te spoelen / reinigen (bijvoorbeeld met 123 cleaner voor leidingen). Bekijk ook onze instructie watertank reinigen.
Controleer het waterleidingnet op lekkages.
Controleer de werking van kranen, waterpomp en afsluiters.
Test afsluiter afvalwatertank.

Gasflessen aansluiten (tip: gaskoppelingen linksom vastdraaien en handvast).
Gasleidingnet controleren op lekkages, laat jaarlijks een gaskeuring uitvoeren bij een onderhoudsbedrijf.
Kooktoestel en koelkast (werking op gas) testen. Starten met kooktoestel zodat gas goed door kan stromen. Daarna koelkast op gas inschakelen.
Kachel/boiler controleren op werking.

230V aansluiten (walstroom) om de huishoud en startaccu door te laden. 48 – 72 uur nodig.
Koelkast op 12 en 230 volt controleren.
Voorraad reservedelen (zekeringen etc.) op peil brengen.

Nadat de motor opgewarmd is, schakel je de airconditioning in. De temperatuur van de lucht dient circa 10-15 graden beneden de buitenlucht te komen. Laat bij een muffe lucht het aircosysteem reinigen.
Ieder aircosysteem heeft een voorraad koudemiddel welk zeer langzaam weglekt. Een jaarlijkse controle en zo nodig bij laten vullen is aan te raden.
Een aircosysteem werkt vrijwel meteen; als je niet binnen 5 seconden opvallend koude lucht voelt stromen, dan is het een signaal om het systeem te laten checken en bijvullen.